4 stappen om als CHRO duurzaamheid te bevorderen
Twee derde van de bedrijven uit het wereldwijde innovatieonderzoek van Boston Consulting Group (BCG) heeft klimaat en duurzaamheid (K&D) als topprioriteit. Het blijkt echter dat slechts één op de vijf bedrijven klaar is om hier daadwerkelijk naar te handelen. Dat blijkt uit de nieuwe editie van het Most Innovative Companies-rapport ‘Are You Ready for Green Growth’, waarin voor het eerst naar het belang van K&D bij innovatie wordt gevraagd.
Innovatiekloof tussen inzet en vermogen
Nu steeds meer grote bedrijven bijna dagelijks toezeggingen doen over netto nul emissies, wordt de innovatiekloof tussen inzet en vermogen die uit het onderzoek naar voren komt een ernstig probleem, aldus het rapport. “Veel bedrijven praten over duurzaamheid en doen beloften doen over netto nul emissies. Toch hebben veel te weinig van hen echt werk gemaakt van de integratie van K&D-prioriteiten in hun innovatiemotoren en tastbare resultaten geboekt,” zegt Justin Manly, Managing Director & Partner en wereldwijd verantwoordelijk voor groei en innovatie bij Boston Consulting Group, alsook medeauteur van het rapport. “Tegelijkertijd kijken investeerders, regelgevers, klanten en aandeelhouders allemaal naar grote bedrijven om het voortouw te nemen bij het boeken van echte vooruitgang tegen de opwarming van de aarde.”
Vier stappen bevorderen duurzaamheid
Volgens een artikel van Knut Haanaes, Hoogleraar Duurzaamheid IMD, is hier wellicht een rol weggelegd voor de CHRO. In het artikel Bridging the sustainability skills gap op de site van de business school schrijft hij de CHRO ‘vier stappen voor verankering van duurzaamheidsvaardigheden’ voor. Dit zijn:
1. Bereid je leiders voor
Je organisatie klaarstomen voor duurzaamheid begint bij het bestuur. Oefening moet zowel reactief als proactief zijn. Reactief omdat de marktomstandigheden snel veranderen en bestuurders snel op de hoogte moeten zijn van risico’s en kansen, en proactief omdat zij het bedrijf moeten voorbereiden op de toekomst in plaats van te doen alsof de toekomst de status quo zal zijn.
Een voorbeeld van hoe het niet moet, werd gegeven door het “dieselgate”-schandaal bij VW. Een toenemend aantal directies wordt echter proactief in deze kwestie en schakelt externe expertise en gespecialiseerde coaching in.
Daarnaast is het voor raden van bestuur belangrijk om de juiste mix van mensen en vaardigheden samen te stellen, zodat er een grote diversiteit aan standpunten en ervaring is. Raden van bestuur en managementteams hebben baat bij een grotere diversiteit in geslacht, leeftijd, geografie en vaardigheden, zodat ze duidelijker kunnen zien hoe ze hun bedrijf toekomstbestendig kunnen maken.
2. Identificeer de vaardigheden die je nodig hebt – en waar je die kunt vinden
Productinnovatie zal bijvoorbeeld rekening moeten houden met nieuwe beperkingen inzake energieverbruik, transparantie van de toeleveringsketen en recycling van producten die aan het einde van hun levensduur zijn. Merken zullen meer aandacht moeten besteden aan kwesties als traceerbaarheid, aan welzijnsnormen en aan een kleinere koolstofvoetafdruk. Om dit alles te realiseren, is er behoefte aan radicaler denken en baanbrekende innovatie, waardoor bedrijven onder druk komen te staan op een manier die zij misschien niet gewend zijn.
3. Mentaliteitsverandering
Verandering moet aan de top beginnen, en het bestuur moet de daad bij het woord voegen en de toon zetten voor de rest van het bedrijf. Ook moeten leiders in het hele bedrijf leren omgaan met de relevante kwesties en de algemene bedrijfsstrategie begrijpen, zodat ze samen het bedrijf vooruit kunnen helpen. Om deze kwesties te verankeren in de bedrijfsstrategie en in de mentaliteit van de bedrijfsleiders, moeten de raden van bestuur ervoor zorgen dat er maatregelen komen om duurzaamheid te stimuleren.
4. Werk samen met de overheid en onderwijsinstellingen
In het onderwijs moet er meer aandacht komen voor het klimaat, schone energie en de circulaire economie, zodat de bedrijven een bron met vaardigheden van de toekomst kunnen aanboren. De CHRO kan hierin een rol spelen door met instellingen te overleggen over de vaardigheden die het bedrijfsleven in de komende decennia nodig zal hebben, en door actief mee te werken aan het opstellen van de bredere onderwijsagenda om in die vaardigheden te voorzien.