De geloofwaardigheid van Diversiteit en Inclusie – een vakgebied dat zichzelf opnieuw mag uitvinden

De geloofwaardigheid van Diversiteit en Inclusie – een vakgebied dat zichzelf opnieuw mag uitvinden
Het D&I-veld lijkt tegenwoordig meer op een verzuiling 2.0 en kan zelf ook wel wat inclusie gebruiken. Een andere grondhouding zou daarbij helpen, schrijft Ashmita Krishna Sharma.

“Ik geloof niet meer in diversiteit en inclusie”, enigszins geschokt las ik dit statement van een bekende influencer. Niet meer geloven in diversiteit en inclusie? Maar waarom? En wat is dan het alternatief? Hoe moet het verder met ons…?

“Ook wij D&I experts hebben onze eigen onbewuste vooroordelen”

Dit statement zette me wel aan het denken en na een diepgaande reflectie denk ik dat ik eruit ben: de geloofwaardigheid is weg. En dat gaat om meer dan pinkwashing, greenwashing en wat voor was er nog meer gedraaid moet worden. Dat gaat in essentie over luisteren.

Ook in het vakgebied van diversiteit en inclusie gaat het nog steeds om de vraag: wie mag spreken, naar wie wordt er geluisterd en wat wordt hiermee gedaan? Wie zie je op het podium en wiens belang wordt daar behartigd? Het D&I veld lijkt tegenwoordig meer op een verzuiling 2.0 en kan zelf ook wel wat inclusie gebruiken.

Lekker tellen

Dit zie je al bij de D&I-onderwerpen die bij de meeste (grote) organisaties op de agenda staan: het mag elk onderwerp zijn zolang het maar gendergelijkheid is. Want ‘dat kan je zo lekker tellen’. Er zijn KPI’s en targets gekomen voor vrouwen in hogere managementlagen en alhoewel ik dat als mede-vrouw alleen maar toejuich, lijkt dit privilege wel vooral toebedeeld te worden aan vrouwen met één specifiek privilege, namelijk witte vrouwen.

In Nederland hebben we hier geen cijfers over, maar uit onderzoek van de Verenigde Staten weten we, de meeste experts in D&I zijn vrouw (54,5%) en wit (81,3%). Slechts 3,1% identificeert zich als zwart. Is dit een probleem? Ik zeg ja, want representatie biedt veel waarde, geleefde ervaring biedt waarde en ook wij, D&I experts, hebben onze eigen onbewuste vooroordelen.

Gevoelige snaar

Deel als een persoon van kleur je ervaringen met uitsluiting en je bent een zeurpiet. Onderwijs als een wit persoon je voornamelijk witte publiek over uitsluiting en je wordt een beroemd en veelgevraagde spreker. Ik hoef geen namen te noemen.

In de psychologie wordt dit ook wel in-group gedrag genoemd, het verschijnsel dat we graag willen luisteren naar iemand in wie we onszelf herkennen, iemand die die gevoelige snaar in ons weet te raken zodat de barmhartigheid en grootmoedigheid omhoogkomen om die vreemde ander ook toch een kans te geven.

En dit draagt er dus aan bij dat steeds meer D&I experts zich gaan focussen op een ‘niche’, ja ik weet alles van gendergelijkheid, een ander weet weer alles van leeftijdsdiscriminatie en weer een ander is LGBTIQ+ expert, weer iemand anders focust zich louter op personen met een beperking enzovoort.

7-vinkjes

D&I lijkt hedendaags nog het meest op een taart. Gelijkwaardigheid en inclusie zijn de stukken die verdeeld worden. Maar het kan ook anders. Een term die we sinds de ‘7 vinkjes’ van Joris Luyendijk herontdekt hebben is die van intersectionalisme. Dit biedt kansen.

Sterker nog, de lens van intersectionalisme is een multiplier voor inclusiviteit. Jezelf herkennen in een ander is geen must hiervoor. Accepteer gewoon wat iemand aan je vertelt, hoe minder iemand op je lijkt hoe meer belang je mag gaan hechten aan de woorden van die ander.

 “Met deze grondhouding kunnen we samen oprecht bouwen aan een inclusievere samenleving”

Socrates was zijn tijd ver vooruit zo’n 2500 jaar geleden: “Alles wat ik weet is dat ik niks weet”. Met deze grondhouding kan het D&I-vakgebied wellicht weer haar geloofwaardigheid terugverdienen en kunnen we samen oprecht bouwen aan een inclusievere samenleving gefundeerd op de principes van diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid.  

Ashmita Krishna Sharma, DEI-expert, oprichter en creatief strateeg Sparkling Gems