Hans van Leeuwen, CHRO MST: ‘De crisis maakt nog duidelijker: personeel moet centraal staan’

“Als de coronacrisis iets duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel hoe precair de personele situatie in de ziekenhuizen is”, zegt Hans van Leeuwen, sinds kort CHRO van Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede. Volgens hem is het hoog tijd om van een hoofdzakelijk patiëntgerichte cultuur naar een meer personeelsgerichte cultuur om te schakelen.

Hans van Leeuwen, een van de leden van de CHRO-community, maakte onlangs de overstap van de profitsector (Schoonmaakbedrijf Asito BV) naar de gezondheidszorg, te weten Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede. En dat juist tijdens de coronacrisis. Overduidelijk geen beslissing om het wat rustiger aan te gaan doen. Wat was dan wel de reden om bij MST te gaan werken? 

Zorg voor je medewerker, dan zorg je ook voor je patiënt

”Ik woon in het mooie Twente en in deze regio is het MST een van de belangrijkste werkgevers. Niet alleen in omvang, het is met ongeveer 3.800 medewerkers de grootste zorgorganisatie in de regio, ook de maatschappelijke impact is bijzonder groot”, aldus Van Leeuwen. Zo is MST een topklinisch ziekenhuis. Dat wil zeggen dat het naast basiszorg ook gespecialiseerde, complexe zorg biedt. MST beschikt onder andere over een eigen specialistisch thoraxcentrum voor hart- en longoperaties. 

Daarnaast zijn er allerlei activiteiten gerelateerd aan opleiding, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Ook speelt MST een leidende rol in het Regionale Orgaan Acute Zorg, een overlegorgaan tussen ziekenhuizen, huisartsen, GGZ en andere aanbieders van gezondheidszorg om de samenwerking te verbeteren. Allemaal voorbeelden van de belangrijke rol die MST in de samenleving speelt. “Het is die maatschappelijke relevantie die me trok en mij tot mijn keuze heeft gebracht.”

Druk enorm

Daarnaast speelde mee dat de uitdagingen voor een CHRO juist in een ziekenhuis enorm tot de verbeelding spreken, aldus Van Leeuwen. “Het aantal factoren dat van invloed is op de bedrijfsvoering in een ziekenhuis is een veelvoud ten opzichte van het bedrijfsleven. De druk vanuit politiek is enorm, verzekeraars – die de zorg tenslotte financieren – oefenen invloed uit, er zijn allerlei overlegorganen waaraan je moet deelnemen met partijen wier belangen je moet meewegen.” 

Om maar enkele redenen te noemen waarom het niet eenvoudig is om ‘tot een eenduidige vaststelling en uitvoering van het personeelsbeleid te komen’, zoals Van Leeuwen het aanduidt: “Je bent een groot gedeelte van je tijd kwijt met ‘draagvlak creëren’.” En dan heeft hij het nog niet eens gehad over de invloed van de cao, het verlagen van de werkdruk, de balans tussen werk en privé verbeteren en de zorg voor nieuwe medewerkers blijvend aantrekkelijker maken. 

De vergrijzing laat de zorgbehoefte stijgen, de ontgroening verkleint het aanbod op de arbeidsmarkt

De belangrijkste uitdagingen zijn evenwel demografisch van aard: de vergrijzing en de ontgroening. Meer ouderen dus en minder jongeren. “De vergrijzing leidt tot een stijging van de zorgbehoefte, de ontgroening tot een kleiner aanbod op de arbeidsmarkt.” 

Scheefgroei

Volgens onderzoek van zorgverzekeraar Menzis is zo’n 23 procent van de bevolking in Twente in 2030 waarschijnlijk 65 jaar of ouder, ruim 3 procent meer dan nu. Tegelijkertijd zal het aantal mensen dat in de zorg werkt in 2030 zo’n 4 procent lager komen te liggen en met ruim 2.000 afnemen tot 49.000.

De scheefgroei tussen vraag en aanbod in de komende jaren wordt mede veroorzaakt doordat de politiek heeft besloten dat de zorgsector de komende jaren een ‘nulgroei’ moet laten zien. Dat wil zeggen: de kosten van de zorg mogen niet verder oplopen. 

Uiteraard kunnen hiertoe allerlei middelen worden ingezet, maar in de praktijk zal dit vaak betekenen dat de personeelskosten moeten worden beperkt. Ook in MST waar de uitgaven voor personeel 60 procent van de totale begroting uitmaken. 

Coronadruk

Nog los van de vraag of er überhaupt geschikte mensen te vinden zijn. “Het is niet alleen een kwestie van geld. Er dreigt een tekort aan vakbekwame mensen, en die zijn moeilijk te vinden. Daarin verschilt de zorg ook heel duidelijk van de onderwijssector, die met vergelijkbare uitdagingen worstelt. 

“Maar daar kun je personeelstekorten tegengaan met zijinstromers. Dat is bij ons veel moeilijker. Heel frustrerend, ook voor de mensen die ons dolgraag willen helpen. Zoals tijdens de coronacrisis: er was een groot aanbod aan vrijwilligers die in de verpleging wilden bijspringen, maar wij konden maar weinig mensen inzetten.”

Van het grote aanbod aan vrijwilligers die wilden bijspringen, konden wij maar weinig mensen inzetten

“De coronacrisis heeft duidelijk gemaakt hoe precair de personele situatie in de ziekenhuizen is”, aldus Van Leeuwen. “Ook in MST is het effect op het personeel enorm. Onze collega’s die aan het bed werkzaam zijn met de patiënten ervaren dagelijks de extra belasting die de crisis met zich meebrengt. 

“Het verzuim, onder zorgpersoneel, is hoger dan normaal en dat komt vooral door COVID-19 – zowel door de extra fysieke als psychische belasting in het werk alsook doordat medewerkers zelf getroffen worden door het virus. Dat vraagt om meer flexibiliteit van het personeel en om meer sociale en mentale ondersteuning voor de medewerkers.”

Positieve gezondheid

De komende jaren zal MST zich moeten inspannen om die ‘precaire personele situatie’ te lijf te gaan, ondanks de structureel toenemende zorgbehoefte en ondanks de (vrijwel onvermijdelijke) nieuwe virus-uitbraken en andere gebeurtenissen die tot piekdrukte in het ziekenhuis zullen leiden. Dat kan zoals gezegd niet door meer personeel aan te trekken of door veel beter te belonen, maar dat ziet Van Leeuwen niet als een onoverkomelijk bezwaar. 

“Deze tijd maakt duidelijk dat de inzetbaarheid, betrokkenheid en motivatie van ons personeel cruciaal is. Ik verwacht dat dit in de toekomst wel zijn effect zal hebben op de inrichting van het HR-beleid. Er zal nog meer aandacht komen voor de wijze waarop de medewerkers worden ingezet en de strategische personeelsplanning die daaronder ligt. 

“We moeten de medewerkers opleiden, ontwikkelen en specialiseren, maar we willen ook dat ze goed in hun vel zitten”, gaat hij verder. Van Leeuwen onderstreept het belang van ‘positieve gezondheid’, een begrip dat arts en onderzoeker Machteld Huber heeft ontwikkeld. Zij ziet gezondheid niet als afwezigheid van ziekte, maar als welbevinden, veerkracht en levenslust. Het is een benadering die wordt gebruikt richting patiënten; er komt steeds meer aandacht voor preventie en ‘zorgen dat, i.p.v. zorgen voor’. 

In elk geval is een blije medewerker tot meer in staat en bereid

Deze benadering is ook heel goed toepasbaar op medewerkers. Daarom moet in de ogen van Van Leeuwen de komende tijd meer aandacht komen voor de fysieke en sociale aspecten van het werken in MST, aldus Van Leeuwen. “Naast strategische personeelsplanning betekent dit dat personeelsontwikkeling, talentmanagement en loopbaanontwikkeling, werk-privé balans, inclusiviteit en leiderschap belangrijke pijlers van ons toekomstige HR-beleid zullen zijn. ” 

Tot meer in staat

In zijn visie zal de medewerker dus nog meer centraal moeten staan binnen MST. “Medewerkers zijn het belangrijkste asset van elke organisatie. Zorg voor je medewerker, dan zorg je ook voor je patiënt.”, aldus Van Leeuwen. Ondanks de beperkte personele bezetting? Het valt te hopen. “In elk geval is een blije medewerker tot meer in staat en bereid.”