“Medewerkers zoeken afleiding in werktijd, big tech strijkt de winst op”

Er moet een betere balans komen tussen structuur en vrijheid in ons leven. Werkgevers kunnen daaraan bijdragen. We hebben meer vrije tijd dan onze ouders, maar die ontglipt ons voortdurend. Journalist en auteur Koen Haegens (De Groene Amsterdammer, 'Neem de tijd, Op zoek naar de verstrooide tijd') bepleit daarom een 'tijdstrijd', waaraan ook werkgevers kunnen deelnemen en zo bijdragen aan een betere balans.

“Vergeleken met vorige generaties zouden we moeten barsten van de tijd. Mijn oma was wekelijks twee volle dagen kwijt aan de was”, schreef Koen Haegens in 2012 in Neem de tijd. “Sindsdien zijn er (af)wasmachines en drogers gekomen. In plaats van dat we het huis met de bezem moeten vegen zijn er stofzuigers. Dankzij de magnetron kan het eten in een handomdraai gereed zijn.”

“De haastmaatschappij is enerzijds het gevolg van het streven naar productiviteit en anderzijds onze eigen vrijheidsliefde”

Maar we weten geen gebruik te maken van al die tijdbesparende techniek: we voelen ons gejaagd en leven in een ‘haastmaatschappij’, zoals Haegens het noemt in Neem de tijd. Een kleine tien jaar later is die gehaastheid alleen maar toegenomen. Zo kampten in 2021 1,3 miljoen Nederlanders met burn-outklachten, schrijft hij in zijn dit jaar verschenen De Verstrooide tijd. Ruim één op de drie meldt zich wel eens ziek vanwege werkdruk of stress.

Vanwaar die enorme gejaagdheid? Hij spreekt hierover op de CHRO Day op 16 november. In Neem de tijd komt Haegens met een originele verklaring. Hij stelt dat de haastmaatschappij het gevolg is van twee elkaar versterkende factoren. In de eerste plaats het streven naar productiviteit (‘meer doen in minder tijd’) in – met name – het bedrijfsleven. Daarnaast is verrassend genoeg onze eigen vrijheidsliefde een oorzaak.

Ware jongleurs

De enorme waarde die de vrijgevochten generatie van de jaren zestig en zeventig ging hechten aan autonomie en zelfsturing, zorgde voor een geheel nieuw soort ‘tijdsdiscipline’. Waar mensen vroeger werd opgelegd waar en wanneer we moesten werken, hebben we die prikklok inmiddels ‘geïnternaliseerd’, schrijft Haegens. “We lijken zelf te bepalen hoe we onze tijd indelen en in welk tempo we werken.” In werkelijkheid leidt het er maar al te vaak toe dat mensen als ‘ware jongleurs proberen alle balletjes tegelijk in de lucht te houden’.

Anders gesteld: “We multitasken niet alleen op het werk, maar ook privé.” Het maakt het mensen lastig, zo niet onmogelijk hun leven te plannen. En zo ‘dreigen de beloften van het flexibele tijdsregime om te slaan in hun tegendeel’. Want: “Het aanvankelijk zo hoopvol ogende tijdsregime bevordert niet langer vrijheid en autonomie. Het is verworden tot een obstakel voor het streven naar een gelukkig leven.”

Maar klopte deze fraaie analyse wel helemaal? Tijdens lezingen die Haegens gaf naar aanleiding van Neem de tijd, kreeg hij die vraag vaak voorgelegd. Voelden mensen zich niet ook opgejaagd omdat ze zelf zo slordig omgingen met hun vrije tijd? Waren ze er zelf niet schuldig aan, doordat ze zoveel tijd verspilden met zielloos surfen op internet, televisiekijken en smartphonegebruik?

Los zand

Het zette Haegens aan het denken, zegt hij. Helemaal toen hij na een zware operatie (aan een gescheurde aorta) merkte dat hij na een jaar of wat weer uren per dag op zijn telefoon zat en afleiding zocht, en in de ban raakte van verstrooide tijd’: “Een tijd die zo afgeladen is met makkelijke, laagdrempelige prikkels dat hij ertoe neigt alle mogelijke andere activiteiten en gedachten te verdringen. Hij houdt mensen aan het lijntje.”

“Verstrooide tijd levert zelden blijvende herinneringen op aan waar we nou precies zo druk mee bezig waren”

“Vooral als we moe of onzeker zijn, of een andere reden hebben om te willen ontsnappen aan de last van het leven. Zonder dat we er erg in hebben vullen zich dan de minuten, uren en dagen. En toch laat hij ons leeg achter. De verstrooide tijd brengt zelden blijvende herinneringen voort aan waar we nou precies zo druk mee bezig waren. Hij kent geen kop en geen staart. Richting noch doel. Hij is als los zand. Zodra je hem probeert vast te houden, verkruimelt hij in je hand.”

Terwijl hij zich toch zo had voorgenomen om voortaan bewust en intensief te leven nadat hij de dood in de ogen had gekeken. “Van elk moment ten volle willen genieten, maar ondertussen met de uren, dagen, jaren strooien alsof het confetti is.”

Zombiemodus

In Op zoek naar de verstrooide tijd probeert hij een verklaring voor deze paradox te vinden. Dat mensen het verstand af en toe op nul willen zetten, blijkt inderdaad van alle tijden. Niet zo verrassend, misschien. Maar ook blijkt die behoefte aan verstrooiing  tegenwoordig  groter te zijn dan ooit. In de eerste plaats doordat we zo productief moeten zijn, en zeker op het werk het maximale uit onze tijd proberen te persen.

“Dan is het niet zo raar dat mensen na een drukke werkdag vaak op zoek zijn naar ontspanning en daarom kiezen voor eenvoudige en afleidende activiteiten”, zegt Hagens. In de tweede plaats wordt het ons ook extreem makkelijk gemaakt om aan die behoefte aan verstrooiing toe te geven, met name door ‘big tech’ met zijn verleidelijke, laagdrempelige apps en apparaten: “Bedrijven die geld verdienen door ons af te leiden en onze aandacht te verkopen aan adverteerders.”

En zo leiden we maar al te vaak een jachtig bestaan, dat slechts wordt onderbroken door die weinig bevredigende periodes in zombiemodus waarin het ware leven aan ons voorbij gaat. “Verloren uren”, zegt Haegens. “En verloren kansen om iets anders te doen met onze tijd, zoals iets leren, iets maken, iets beleven of iets te betekenen voor anderen.”

Verslaving aan afleiding

Niet alleen raakt het individu zo vervreemd van zichzelf en zijn omgeving, niet alleen raakt zo de maatschappelijke samenhang aangetast, ook organisaties hebben te lijden onder de gevolgen van onze verslaving aan afleiding. Haegens noemt scholen, met leerlingen die zich maar niet kunnen concentreren vanwege de smartphones in de klas.

“Of neem bedrijven, die erop vertrouwen dat hun werknemers smartphone en pc alleen maar productief zullen aanwenden.” Goedbedoeld, maar onverstandig. Want natuurlijk zoeken mensen ook onder werktijd afleiding op als ze daar de kans toe krijgen. Met andere woorden: “Je betaalt je werknemers om allerlei dingen te doen en vervolgens laat je een ander bedrijf er met de opbrengst van die uren vandoor gaan.”

Hagens geeft niet alleen een analyse van de oorzaken en gevolgen van tijdverstrooiing, maar zoekt ook naar een remedie. Deels vindt hij die in geijkte oplossingen zoals yoga, mindfulness, deels in technische oplossingen. “Zoals – ironisch genoeg – apps die je kunnen helpen om minder op je telefoon te kijken”, zegt Haegens.  Maar hij gelooft niet dat mensen wilskrachtig genoeg zijn om zich te verzetten tegen de druk om te presteren in hun werk en de lokroep van big tech om hun tijd te verstrooien.

Balans tussen structuur en vrijheid

Ze moeten dus tegen zichzelf in bescherming worden genomen, stelt hij, en ‘een betere balans tussen structuur en vrijheid in ons leven’ krijgen voorgeschreven. Door wet- en regelgeving, in de eerste plaats. “Denk aan een verbod op smartphones in de klas. Ik denk ook dat er wel van komt, en dat we over een paar jaar op leerlingen die tijdens de les die met een smartphone zitten te spelen terugkijken zoals we nu kijken naar een leraar die rookt onder de les.”

“Bedrijven kunnen meevechten in de tijdstrijd door medewerkers ‘ritme en structuur’ te bieden”

Ook heeft hij enige hoop gevestigd op de politieke bewegingen die aansturen op een gelijkere verdeling van de welvaart. Zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt zou ‘meer geld’ ook kunnen leiden tot een lagere werkdruk en dus tot ‘meer tijd’ – al is het natuurlijk de vraag in hoeverre die tijd vervolgens ook welbesteed wordt.

Ook bedrijven kunnen meevechten in wat Haegens ‘een tijdstrijd’ noemt, en erop aansturen dat mensen zorgvuldiger omgaan met hun tijd. Door ze ‘ritme en structuur’ te bieden in hun leven: ze niet tot uiterste productiviteit te dwingen, hun vrije tijd te respecteren (geen werktelefoontjes buiten werktijden), pauzes op het werk serieus te nemen (niet werken met een bord op schoot tijdens de lunchpauzes) en wat Haegens ‘vooruitstrevende arbeidsvoorwaarden’ noemt, zoals ouderschapsverlof en flexibele arbeidstijden zodat mensen hun tijd thuis goed kunnen besteden.

Onderscheiden op de arbeidsmarkt

Door werknemers meer rust te garanderen, met andere woorden, en eraan bijdragen dat de kwaliteit van hun leven verbetert. Haegens is overtuigd dat bedrijven er goed aan doen om dit soort maatregelen door te voeren. Tenslotte zijn ze er zelf bij gebaat als hun werknemers meer aandacht voor hun werk hebben en minder voor de digitale verleidingen op hun smartphone.

“Bovendien lijkt het me een goede manier om je als bedrijf te onderscheiden op de arbeidsmarkt als je werknemers een goede balans tussen werk- en privéleven biedt. Niet onbelangrijk nu de arbeidsmarkt zo krap is.”

 

Koen Haegens, spreker CHRO Day

Koen Haegens is journalist en auteur en is een van de sprekers tijdens de CHRO Day op 16 november in Phil in Haarlem. Bekijk de website van het evenement en meld je aan!

Meer weten over Koen Haegens? Bekijk zijn sprekersprofiel