13 jaar leiderschap volgens Mark Rutte: van HR-manager tot behendig premier en politiek leider
Mark Rutte liet voor het eerst van zich spreken als politicus nadat hij in 2002 door Gerrit Zalm werd gevraagd als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in kabinet-Balkenende I. Daarvoor werkte hij sinds 1997 in diverse HR-rollen bij Unilever.
“Het mooie is dat hij niets van zijn benaderbaarheid heeft verloren”
Hij was aangenomen door Hein Knaapen, tegenwoordig Managing Partner van CEO.works in Europa en destijds recruiter bij Unilever Nederland. “Een enorm leuke, geestige man die met een enorme behendigheid en gemak omging met anderen. Iemand die we graag zagen bij Unilever”, zo typeert Knaapen Rutte. “Ik spreek hem nog regelmatig. En het mooie is dat hij niets van zijn benaderbaarheid heeft verloren.”
Maar of Rutte ook zo’n goede premier was? Knaapen vindt van wel. “Je moet kijken naar de context waarbinnen hij moest opereren. Mark heeft al die jaren in een toenemend gepolariseerd politiek landschap kabinetten geleid waarvan de deelnemende partijen het veel minder met elkaar eens waren over grote onderwerpen dan ooit tevoren in de afgelopen 75 jaar.
“Mark heeft verrassende souplesse getoond, ondersteund door een optimistische instelling en niet gehinderd door een groot ego, om in dat landschap oplossingen te creëren die op steun in het parlement konden rekenen. Internationaal heeft Mark gaandeweg zijn ervaring actief ingezet om in Europees verband oplossingen tot stand te brengen, ook weer in een verdeeld landschap. Ik vind dat hij dit erg knap gedaan heeft en ik vind hem dan ook een effectief leider.”
Ruttelende koorddanser
Het is een mening die niet iedereen deelt. Nederland is inderdaad gepolariseerd, zegt Jan Jonker, onder andere hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Radboud Universiteit Nijmegen en hoogleraar sociaal ondernemen & nieuwe businessmodellen aan de Toulouse Business School. “Maar Rutte is zelf grotendeels verantwoordelijk voor die polarisatie! Hij heeft te veel problemen op hun beloop gelaten, waardoor die alleen maar groter zijn geworden.”
Jonker ziet Rutte al met al als iemand die – om in de DISC-terminologie te spreken – ‘kanariegeel’ is. “Een woordkunstenaar. Een koorddanser ook, die grote moeite doet om het anderen naar de zin te maken. Ook wanneer er knopen moeten worden doorgehakt.” Jonker spreekt zelfs van ‘ruttelen’ – niet ingrijpen, afwachten, zaken vooruitschuiven, uitvluchten zoeken, de zachte heelmeester uithangen waardoor stinkende wonden ontstaan.
“Hij heeft het ambtelijke apparaat niet onder controle gekregen”
Bijvoorbeeld als het ging om het klimaatbeleid. “Lubbers heeft daar ooit een beginnetje mee gemaakt, maar daarna is er bijzonder weinig van terecht gekomen. Pas sinds Rob Jetten zich ervoor inzet lijkt er echt wat van de grond te komen. Waar was Rutte al die tijd?” Ook in de toeslagenaffaire gaat Rutte niet vrijuit: “Hij heeft het ambtelijke apparaat niet onder controle gekregen. Te verkokerd, waardoor de Belastingdienst er maar niet in slaagt om de automatisering op orde te krijgen.”
Beperkt effectief
Andere problemen zijn ook uit de hand gelopen door dat gebrek aan doortastendheid van Rutte, zegt Frank Vogt, leiderschapsexpert en auteur (‘DNA van Leiderschap’).
“Rutte was in zoverre succesvol dat hij tot viermaal toe tot premier is verkozen”, erkent hij. “Ook heeft hij een groot zelfbewustzijn; hij weet waar hij wel en niet goed in is.” Bovendien is Rutte iemand met mensenkennis: “Hij kan mensen ‘lezen’, weet waar hun behoeften liggen.” Kwaliteiten die hij mogelijk heeft ontwikkeld tijdens zijn HR-loopbaan bij Unilever, denkt Vogt. Of in elk geval kwaliteiten die hem destijds van pas moeten zijn gekomen.
In de politiek heeft hij daar uiteraard ook voordeel van gehad, talloze keren zelfs, bij het sluiten van compromissen, het bij elkaar houden van zijn coalitie, zoals de ‘handige politicus’ die Rutte was als geen ander kon, zegt Vogt. Alleen: daarmee ben je nog geen effectief leider.
“Excuses aanbieden, daar was hij goed in. Maar echt de verantwoordelijkheid op zich nemen deed hij niet en zijn gedrag aanpassen evenmin.”
“Dat zijn goede eigenschappen voor een machtspoliticus. En het is belangrijk dat een politicus daarover beschikt, anders krijgt hij geen dingen voor elkaar. Maar als het zonder inhoud en richtinggevoel gepaard gaat, is het niet in het belang van het land. Dan is de effectiviteit van een politicus beperkt.”
En aan die effectiviteit ontbrak het bij Rutte te vaak, vindt hij. Hij noemt net als Jonker de klimaatproblematiek en de toeslagenaffaire als kwesties die Rutte heeft nagelaten op te lossen. Ook wijst hij op de stikstofcrisis en alle problemen rond de gaswinning in Groningen. “Nederland is onder zijn leiderschap op diverse internationale ranglijsten hard gedaald, kijk naar de kwaliteit van het onderwijs of zelfs de mate van persvrijheid. Allemaal zaken waar Rutte geen overtuigende prestaties kan tonen.”
Ook leerde Rutte weinig tot niets van zijn fouten – als hij zich die al herinnerde – constateert Vogt. “Excuses aanbieden, daar was hij goed in. Maar echt de verantwoordelijkheid op zich nemen deed hij niet en zijn gedrag aanpassen evenmin. Waardoor de ene crisis de andere kon opvolgen. Dat is niet het voorbeeldgedrag dat we bij effectieve leiders zien. Die erkennen hun verantwoordelijkheid als er fouten worden gemaakt én gebruiken ze om de juiste aanpassingen door te voeren.”
Behendig maar niet inspirerend
Rutte kreeg zo het imago van een behendig politicus, aldus Vogt. “Iemand van een heel ander kaliber dan bijvoorbeeld Angela Merkel, die ergens voor stond en durfde te investeren in de toekomst. En het juiste voorbeeldgedrag laten zien. Bij Rutte bleef dat te vaak beperkt tot zijn soberheid. Is dat hoe we Rutte vooral zullen herinneren, als iemand die op de fiets naar zijn werk kwam en in een oude Saab reed?”
“Na het neerstorten van de MH-17 en tijdens het begin van de coronacrisis wist hij goed tegemoet te komen aan de sterke behoefte aan veiligheid en verbondenheid”
Af en toe schemerde er wel iets van een echte leider in Rutte door, en leek hij zelfs een rol als vader des vaderlands op zich te nemen. Zoals bij het neerstorten van de MH-17 of aan het begin van de coronacrisis. Toen was hij de juiste man op de juiste plaats, herinnert leiderschapsadviseur en auteur Leon Schaepkens (‘10 miljoen jaar leiderschap’) zich: “Na het neerstorten van de MH-17 en tijdens het begin van de coronacrisis wist hij toen goed tegemoet te komen aan de sterke behoefte aan veiligheid en verbondenheid die mensen toen voelden.”
Schaepkens baseert zich op het uit de evolutiepsychologie afkomstige idee dat we sinds mensenheugenis zes basisbehoeften hebben, te weten: veiligheid, verbondenheid, waardering, leren omgaan met grenzen, autonomie en zelfexpressie. Een goed leider weet in te spelen op de behoeften die op een bepaald moment dominant zijn. Leiderschap is in die zin inderdaad – zoals Knaapen al stelde – contextafhankelijk.
Andere tijd, andere leider
Die context paste Rutte aanvankelijk als gegoten. “In 2010 toen Rutte voor het eerst premier werd, waren Nederlanders blij met een luchtige, humoristische, flexibele en pragmatische leider die mensen autonomie gaf en probeerde de overheidsbemoeienis te beperken”, aldus Schaepkens.
“Rutte is weliswaar joviaal maar blijft wat aan de oppervlakte in relaties, laat zaken wat te veel van zich afglijden”
De laatste jaren is het tij evenwel gekeerd: “Er is nu een sterke behoefte aan een leider met visie, iemand die richting geeft, knopen doorhakt, oog heeft voor de gevoelens buiten de Randstad en oprecht aandacht en empathie toont voor de problemen van mensen. De basisbehoeften veiligheid, verbondenheid, waardering en grenzen vragen zogezegd serieus om aandacht.
“Rutte is weliswaar joviaal maar blijft wat aan de oppervlakte in relaties, laat zaken wat te veel van zich afglijden.” Niet de leider waar het land behoefte aan heeft. Niet meer tenminste.