Wat verandert er voor werkgever en werknemer in 2023 qua salaris- en arbeidsvoorwaarden?
De wijzigingen in wet- en regelgeving voor werkgevers en werknemers in 2023 volgens HR- en salarisdienstverlener ADP en werkgeversorganisatie AWVN vormen een uitgebreide lijst. De redactie van CHRO.nl heeft het grootste deel daarvan bij elkaar gezet.
Verhoging wettelijk minimumloon
Het minimumloon stijgt met 10,15 procent. Deze stijging heeft gevolgen voor het hele loongebouw. Door het wettelijke indexeringssysteem stijgen alle aan het minimumloon gekoppelde regelingen, zoals WW, ZW en WIA mee. De verhoging van het wettelijk minimumloon werkt ook door in de maximumpremiegrondslag voor de werknemersverzekeringen en de ZVW. Deze wordt voor 2023 verhoogd van € 59.704 naar € 66.956.
Transitievergoeding omhoog
Vanaf 1 januari 2023 wordt de maximale transitievergoeding verhoogd naar € 89.000. Als het jaarsalaris hoger is dan € 89.000, dan bedraagt de transitievergoeding maximaal één bruto jaarsalaris.
AOW-leeftijd omhoog
De AOW-leeftijd stijgt in 2023 naar 66 jaar en 10 maanden.
Verkorting loondoorbetalingsperiode zieke AOW’ers
De loondoorbetalingsperiode bij ziekte voor AOW-gerechtigde werknemers gaat per 1 juli 2023 terug van 13 naar 6 weken. Hetzelfde geldt voor het recht op een Ziektewetuitkering en het opzegverbod bij ziekte. Voor AOW-gerechtigde werknemers die op deze datum al ziek zijn, blijft de termijn van dertien weken gelden. Voor ziektegevallen die op of na 1 juli ontstaan, gaat de termijn van zes weken gelden.
Vrije ruimte werkkostenregeling omhoog
Veel werkgevers wil en financieel wat extra’s voor hun werknemers doen om ze te helpen in deze economische uitdagende tijden. De werkkostenregeling kan hier volgend jaar uitkomst in bieden. De vrije ruimte over de eerste € 400.000 wordt volgend jaar namelijk tijdelijk verhoogd van 1,7% naar 3%. Vanaf € 400.000 blijft de vrije ruimte 1,18 procent.
Verlaging tarief 1e schijf inkomstenbelasting
Per 2023 gaat de eerste schijf in de inkomstenbelasting (extra) omlaag naar 36,93% (2022: 37,07%). De eerste schijf loopt in 2023 tot € 73.071.
Verhogen van de arbeidskorting
Het kabinet wil de arbeidskorting vanaf 1 januari 2023 jaarlijks verhogen. Deze verhoging is voordelig voor werknemers, zelfstandigen en ondernemers en past in de maatregelen om de inkomens van deze groepen gelijker te belasten. De maximale verhoging van de arbeidskorting in 2023 bedraagt ruim € 500 netto op jaarbasis. Dit maximale netto voordeel van de extra verhoging wordt bereikt bij een inkomen rond € 37.000. Bij een lager respectievelijk hoger inkomen is het netto voordeel kleiner. Bij een arbeidsinkomen van € 115.000 is de arbeidskorting in 2023 nul.
Stijging premies
Premies werknemersverzekeringen blijven gedifferentieerd en zijn afhankelijk van bijvoorbeeld het soort arbeidscontract (werkloosheidsfonds), grootte van de loonsom (arbeidsongeschiktheidsfonds) en aantal WGA- en/of ZW-gevallen dat aan de werkgever toegerekend worden (werkhervattingskas). Opvallend voor 2023 is dat het maximumbedrag waar premies over betaald worden fors stijgt; van € 59.706 naar € 66.956.
Hetzelfde geldt voor de bijdrageloon Zorgverzekeringswet (ZVW). Voor werknemers met een brutoloon per maand tot € 5.165 betalen werkgevers minder aan premies in 2023. Daarna loopt het verschil op in het nadeel van de werkgever. Voor een werknemer met een brutoloon van € 5.250 moet € 41,96 per maand meer worden afgedragen. Vanaf € 5.750 wordt het maximale verschil van € 100,09 per maand bereikt.
Verhoging onbelaste reiskosten- en thuiswerkvergoeding
Het bedrag dat werkgevers volgend jaar onbelast mogen vergoeden voor reiskosten wordt van € 0,19 verhoogd naar € 0,21 per kilometer. Voor de thuiswerkvergoeding verandert het bedrag van € 2,00 in € 2,15 per gewerkte thuiswerkdag of een deel daarvan. Het feit dat het fiscaal mag, betekent overigens nog niet dat een werkgever het moet doen.
Wet werken waar je wilt
Het wetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’ is in juli met een ruime meerderheid aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel regelt dat werknemers een verzoek in kunnen dienen waarin zij een wijziging van de arbeidsplaats vragen.
Dit kan bijvoorbeeld het huis van de werknemer zijn, mits het binnen de Europese Unie is gelegen. De werknemer kan ook vragen om één of meer dagen per week op een andere vestiging van de werkgever te mogen werken. De werknemer krijgt meer zeggenschap. Alleen met een gemotiveerd beroep op de redelijkheid en bilijkheid kan de werkgever het verzoek afwijzen.
Rapportage kilometers van werknemers
Werkgevers met meer dan 100 werknemers moeten er rekening mee houden dat zij in 2023 worden geconfronteerd met een nieuwe administratieve last. In het kader van internationale afspraken om de CO2-uitstoot te beperken, moeten deze werkgevers alle werkgerelateerde kilometers van hun werknemers gaan rapporteren aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Dit geldt voor zowel de woon-werk kilometers als alle overige zakelijke kilometers. Er moet ook onderscheid worden gemaakt in hoe werknemers hebben gereisd, bijvoorbeeld met de auto, openbaar vervoer of fiets. Als met de auto, bromfiets of scooter is gereisd, moet ook gerapporteerd worden op welke brandstof dat vervoermiddel rijdt (bijvoorbeeld diesel, benzine, elektrisch). Verplichte invoering staat gepland vanaf 1 juli 2023.
Wajong
In de Wajong wordt opgenomen dat WSW-arbeid buiten beschouwing blijft bij de beoordeling of een werknemer met een Wajong-uitkering meer dan 75% van zijn maatmaninkomen verdient. Deze wetswijziging is het gevolg van jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep.
Waadi en Wet AVV
Als bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) een aangifte binnenkomt dat een werkgever in strijd handelt met de voorschriften van de Waadi of de Wet AVV, dan stelt de NLA een onderzoek in. De bevindingen worden vastgelegd in een verslag. Het verslag bevat geen gegevens waaruit de identiteit van de in het onderzoek betrokken werknemers of werkzoekenden is af te leiden. Indien dit niet mogelijk is, worden gegevens als gevolg van een wetswijziging slechts opgenomen voor zover de persoonlijke levenssfeer van de betrokken werknemer hierdoor geen onevenredige schade oploopt.
Wetsvoorstel leidend maken oordeel bedrijfsarts bij RIV-toets
Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet WIA en ZW om het medisch oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken bij de toets op de re-integratie-inspanningen voor een langdurig zieke werknemer (RIV-toets) door het UWV, zodat werkgevers niet meer een loonsanctie krijgen als de verzekeringsarts van het UWV tot een ander oordeel komt dan de bedrijfsarts. De beoogde invoeringsdatum is 1 juli 2023.
Collectieve korting collectieve zorgverzekering
De kortingen op collectieve zorgverzekeringen die sommige werkgevers afspreken met zorgverzekeraars worden afgeschaft.
Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten
Per 1 januari 2023 treedt de Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten in werking. Met de regeling wordt het mogelijk gemaakt om – buiten de privaatrechtelijke route om – een financiële tegemoetkoming te geven aan slachtoffers met een ernstige stoffengerelateerde beroepsziekte. De hoogte van de tegemoetkoming is een vast bedrag en bedraagt € 22.839 voor het jaar 2023. De regeling geldt zowel voor (voormalige) werknemers als voor (voormalige) zzp’ers en wordt uitgevoerd door de SVB.
Nieuwe ARIE-regeling
Voor bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken, geldt dat als iets mis gaat dat de impact voor werknemers en omgeving enorm kan zijn. Daarom moeten zij specifieke maatregelen nemen om de risico’s van zware ongevallen voor de werknemers, de omwonenden en het milieu te beperken. Voor de bedrijven waar het verhoogde risico binnen het terrein van het bedrijf blijft, geldt dat ze een Aanvullende voorschriften Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (ARIE) moeten maken. Per 1 januari 2023 is een nieuwe ARIE-regeling van kracht. Daardoor zullen meer bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen onder deze regeling gaan vallen en aan de ARIE-verplichtingen moeten voldoen.
De 30%-procentregeling
Vanaf 2023 moeten werkgevers kiezen of zij de zogenoemde extraterritoriale kosten (huisvestingskosten en levensonderhoud) vergoeden op basis van werkelijke kosten (op declaratiebasis) of op basis van de 30-procentregeling. Deze keuze moet worden gedaan in het eerste loontijdvak van het kalenderjaar waarin de extraterritoriale kosten worden vergoed en geldt dan voor het hele kalenderjaar.
Per 1 januari 2024 geldt bij de toepassing van de 30%-regeling dat het maximumbedrag dat gericht kan worden vrijgesteld, niet meer bedraagt dan de zogenoemde Balkenendenorm (€ 216.000). Het maximale voordeel van de 30%-regeling bedraagt per werknemer € 5.400 per maand (30% van € 216.000 / 12 maanden). Voor het aftoppen van het salaris geldt een overgangsregeling. Als de 30%-regeling wordt toegepast in (ook) de salarisverwerking in december 2022, dan geldt de aftopping pas per 1 januari 2026.