4 mythes over engagement eindelijk ontrafeld?
Dat doen Koen Dewettinck en Silke van Cauwenberg van de Vlerick Business School in “4 Myths about employee engagement“. Het doorprikken van mythes is populair bij schrijvers van white papers.
Zelden schokkende resultaten
Blijkbaar voorziet dit in een behoefte, of zou het een gebrek aan originaliteit bij de auteurs zijn? Schokkende resultaten levert zo’n publicatie meestal niet op. Maar in dit geval wekten de afzenders in combinatie met het thema toch mijn nieuwsgierigheid. En ik ben helemaal niet teleurgesteld.
Zoals ik vorige week schreef zijn er weinig HR-thema’s waar zoveel interesse voor is als betrokkenheid. Een aanzienlijke hoeveelheid onderzoek toont dan ook aan dat een hogere score op medewerkersbetrokkenheid inderdaad samenhangt met positieve effecten. Denk aan een lager verzuim, betere prestaties, proactief en innovatief gedrag van medewerkers en betere financiële resultaten.
Op enkele punten aangescherpt
Waar het vorige week ging over de betrouwbaarheid van het meten van de betrokkenheid, gaat het white paper in op de vraag: wat zijn de meest effectieve manieren waarop leidinggevenden medewerkers betrokken kunnen maken of houden? De methoden die in het white paper de revue passeren, zijn geen van allen nieuw, maar op enkele punten wel aangescherpt. En de auteurs ontkrachten dus en passant ook vier mythes. Welke zijn dat?
De eerste is: een loonsverhoging of een bonus versterkt de motivatie van de medewerker om zijn werk goed te doen. Maar – vragen de onderzoekers zich retorisch af – motiveren we medewerkers wel echt door dit soort extra’s te introduceren? Deze mythe is hardnekkig. De auteurs halen onderzoek aan dat aantoont dat de meeste van ons veel sterker gemotiveerd raken door intrinsieke beloningen zoals uitdagingen, mogelijkheden om iets te bereiken en meer verantwoordelijkheid.
De tweede is: medewerkers laten participeren in het besluitvormingsproces is de beste manier voor een leidinggevende om medewerkers te betrekken. De simpele redenering daarachter is: als je mee mag denken in de besluitvorming ben je eerder bereid mee te werken aan de uitvoering.
Coachingsvaardigheden van leidinggevenden
Uit een herhaalstudie door Karin Sanders uit 2006 blijkt dat maar liefst 2 op de 3 HR-managers inderdaad denkt dat dit meer motiveert dan het stellen van duidelijke doelen, hetgeen onjuist is. En dus kun je hier wel spreken van een mythe. Dewettinck en Van Cauwenberg stellen in het white paper dat de belangrijkste dimensies van medewerkersbetrokkenheid juist zijn: coaching en aandacht. Coachingsvaardigheden van leidinggevenden correleren zeer sterk met hogere betrokkenheidsscores.
De derde mythe is: medewerkers die vaker met hun leidinggevenden over hun prestaties spreken scoren hoger op betrokkenheid dan medewerkers die daarover minder vaak spreken met hun leidinggevende. Of hier sprake is van een wijdverbreide mythe, valt te bezien. Des te interessanter is hier het eigen onderzoek van Dewettinck. Daaruit blijkt dat de lengte van de gesprekken die een leidinggevende heeft met de medewerker de motivatie veel sterker beïnvloedt dan de frequentie. Advies: ruim voldoende tijd in voor dit soort gesprekken.
De vierde mythe tenslotte: een goede teamgeest is de beste voorspeller van de betrokkenheid van teamleden. De achterliggende gedachte is dat medewerkers die zich prettig voelen in een team eerder bereid zijn bij te dragen aan het teamresultaat. Weer valt enigszins te bezien of deze mythe wel zo sterk is. Maar interessant is opnieuw het eigen onderzoek door Dewettinck. Daaruit blijkt namelijk dat het stellen van duidelijke doelen veel sterker gerelateerd is aan een hoge betrokkenheid dan de teamgeest.
Een waardevolle introductie
Kunnen we stellen dat hiermee vier mythes over engagement zijn doorgeprikt? Voor een deel misschien. Maar daarom is dit “white paper” niet minder de moeite waard. Ik zou zeggen: niet te missen voor iedereen die zijn kennis over engagement met een “short read” weer eens even wil opfrissen en op onderdelen wil aanvullen met relevante onderzoeksresultaten. Voor wie het onderwerp nieuw is, een waardevolle introductie. En dan vergeet ik nog bijna de bruikbare tips en adviezen die de auteurs geven.