5 HR-discussies voor beoogd kabinet
Twee jaar loonbetaling bij ziekte, lastenverlaging voor ondernemers en meer flexibiliteit in pensioen zijn HR-onderwerpen waar een kabinet van CDA, D66, GroenLinks en VVD zich straks over moeten buigen. Het zijn onderwerpen die leven op de werkvloer blijkt onder andere uit onderzoek.
In grote lijnen zijn de partijen het op deze punten met elkaar eens in hun verkiezingsprogramma’s, de meningen verschillen echter in de manier waarop de doelen uiteindelijk moeten worden bereikt. De flexibele schil is een gevoelig onderwerp. Met name de duur van arbeidscontracten en de inzet van zzp-ers kunnen voor veel discussie zorgen.
In de aanloop naar een nieuw kabinet, analyseerde HR-dienstverlener ADP de verkiezingsprogramma’s van VVD, CDA, D66 en GroenLinks. ADP brengt hiermee in kaart waar zij met elkaar overeenkomen en verschillen op het gebied van HR-vraagstukken, zoals verloning, pensioenen en de arbeidsmarkt. Omdat het niet ondenkbaar is dat de ChristenUnie (CU) ook een rol gaat spelen in de uiteindelijke formatie, zijn de standpunten van deze partij ook meegenomen.
1. Pensioen en AOW
Alle partijen zijn het erover eens dat er iets moet veranderen aan het pensioenstelsel. Bij de AOW ligt dat anders: de VVD wil als enige dat de ingangsdatum hiervan flexibeler wordt. Meer consensus is er over het standpunt dat het werkgeverspensioen moet kunnen worden ingezet voor het aflossen van de hypotheek. Alleen GroenLinks meldt hier niks over in zijn partijprogramma.
2. Lasten op arbeid en loon
Volgens CDA, GroenLinks, CU en VVD moeten de lasten op arbeid lager en de lasten voor ondernemers omlaag. Hierover zijn zij eensgezind en dit moet zorgen voor meer werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De CU lijkt het meest progressief. Deze partij wil naar twee belastingschijven met een toptarief van 49%.
Van de partijen die aan de onderhandelingstafel zitten wil alleen GroenLinks een verhoging van het minimumloon. Vanaf 18 jaar moet je een volwaardig minimumloon verdienen. De VVD heeft zich hier al over uitgesproken in het vorige kabinet. Per 1 juli 2017 wordt de stap gemaakt dat 22-jarigen 100% van het minimumloon gaan verdienen. Vanaf 1 juli 2019 krijgen 21-jarigen een 100% minimumloon.
3. Ontslagrecht en arbeidscontract
CDA, D66 en GroenLinks willen het ontslagrecht aanpassen. De manier waarop zij dat willen doen varieert. CDA en D66 willen beide minder en snellere procedures. Werkgevers moeten zo weer sneller kunnen overstappen naar een vast contract. GroenLinks wil dat ook zzp-ers een transitievergoeding ontvangen.
Alle partijen die op dit moment gesprekken voeren over de kabinetsformatie zijn het erover eens dat het makkelijker moet worden om mensen in (vaste) dienst te nemen. Zij lijken daarmee aan te geven dat de WWZ op dit punt onvoldoende werkt. Dat geldt ook voor het nog flexibeler maken van het flexibele arbeidscontract. D66 staat hierin recht tegenover de andere partijen. Deze partij wil juist alleen maar een vast contract en zet zich als enige partij niet in voor de flexibilisering van het flexibele arbeidscontract.
4. Arbeidsmarkt en positie van zzp-ers
Het stimuleren van werkgevers met subsidies om werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt in dienst te nemen, moet blijven volgens CDA, D66, CU en VVD. De VVD, CU en D66 vinden elkaar ook in de rechtspositie van zzp-ers. Die moet worden verduidelijkt zeggen deze partijen. De VVD zet zich ook in voor het bestrijden van schijnzelfstandigheid. GroenLinks kan zich hier ook in vinden.
5. Loondoorbetaling bij ziekte en vaderschapsverlof
Het 104 weken lang doorbetalen van het loon bij ziekte heeft zijn langste tijd gehad als het aan de onderhandelende partijen ligt. Een oplossing voor de manier waarop het tweede jaar loonbetaling dan moet worden gefinancierd, is er nog niet. VVD en CU willen dat de overheid dit voor haar rekening neemt. De overige partijen willen een collectieve regeling.
Een verruiming van het huidige vader- en ouderschapsverlof ondervindt ook brede steun. Het CDA, GroenLinks, D66 en ook de CU vinden de huidige regeling niet meer van deze tijd. Ze worden hierin gesteund door de Europese Commissie dat recent bekend maakte dat zij voorstander zijn van een vaderschapsverlof van minimaal tien dagen. De vraag is of de partijen na een kabinetsvorming zelf tot overeenstemming komen over een verlofregeling of dat zij nu de bal bij de Europese Commissie laten liggen.