Ambtelijke top VWS wist al langer van ‘omgangsproblemen’ binnen de organisatie

Signalen over ‘problemen op het gebied van omgangsvormen’ waren al eerder bekend bij de ambtelijke leiding van het ministerie van VWS.

Door: Wouter Boonstra

De ambtelijke leiding van het ministerie van VWS beschikte al eerder over signalen over ‘problemen op het gebied van omgangsvormen’ binnen enkele onderdelen van de organisatie. Dat schrijft VWS-minister Conny Helder, mede namens BZK-staatssecretaris Alexandra van Huffelen, aan de Tweede Kamer. Volgens haar is ‘bij elk concreet signaal vervolgens actie ondernomen, bijvoorbeeld in de vorm van gesprekssessies of (cultuur)onderzoeken’.

“Het is extra schokkend dat in veel van de gevallen een leidinggevende de veroorzaker van het grensoverschrijdend gedrag is”

De minister reageert hiermee op vragen van Tweede Kamerleden Glimina Chakor (GroenLinks-PvdA) en Sandra Palmen (NSC). In het beeld dat het zou ontbreken aan goed werkgeverschap en er sprake zou zijn van een ‘doofpotcultuur’, zoals het onderzoeksrapport ‘Omgangsvormen op de werkvloer ministerie van VWS’ van FNV Overheid schetst, herkent de minister zich echter niet. ‘Dit laat onverlet dat er actie geboden is om de sociale veiligheid binnen VWS te vergroten.’

Helder deelt de mening van de Kamerleden dat medewerkers die misstanden melden daar op geen enkele wijze negatieve gevolgen van mogen ondervinden. ‘Medewerkers die een melding hebben gedaan van een vermoeden van een misstand mogen als gevolg daarvan door hun werkgever niet worden benadeeld. Onder benadeling vallen ook een dreiging met en een poging tot benadeling.’

Leidinggevenden hebben voorbeeldrol

Chakor en Palmen noemen het ‘extra schokkend’ dat in veel van de gevallen een leidinggevende de veroorzaker van het grensoverschrijdend gedrag is en vragen of Helder die mening deelt. ‘Juist van leidinggevenden verwacht ik een voorbeeldrol’, antwoordt de minister. Ze vindt het ‘jammer’ te vernemen dat blijkbaar de indruk bestaat dat met name topambtenaren niet worden aangesproken op grensoverschrijdend gedrag. ‘Immers, op gemeld vermeend grensoverschrijdend gedrag wordt op VWS altijd geacteerd.’

In de afdoening wordt daarbij rekening gehouden met de functie van degene over wie gemeld is, herhaalt ze haar woorden in een eerdere Kamerbrief. ‘Zo hebben leidinggevenden een voorbeeldfunctie en worden zij “steviger” aangesproken en zal eerder een zwaardere maatregel worden opgelegd dan aan een medewerker zonder leidinggevende taken.’

Objectief onderzoek

Op de vraag of zij de aanbeveling van het FNV-rapport overneemt dat leidinggevenden die sociale onveiligheid veroorzaken vervangen moeten worden, gaat de minister niet in. Leidinggevenden krijgen trainingen aangeboden voor het creëren van een veilige werkomgeving en het optreden tegen grensoverschrijdend gedrag. Verder schrijft ze dat er niet één aanpak of oplossing is om een sociaal onveilige situatie op te lossen of te sanctioneren. ‘Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.’

“Het medewerkersonderzoek geeft hopelijk een scherper en completer beeld van de problemen en richting voor aanvullende acties”

Ook benadrukt de minister het belang en ondersteunt ze het feit dat meldingen van medewerkers objectief onderzoek verdienen. ‘Dit gebeurt nu ook, volgens rijksbrede regels en kaders, zoals de Baseline Intern Persoonsgericht Onderzoek (BIPO).’ Tot slot verwijst Helder naar het nieuwe medewerkersonderzoek dat op 11 maart is gestart en specifiek gericht is op het thema sociale veiligheid en omgangsvormen. ‘Dat geeft hopelijk een scherper en completer beeld van de problemen en richting voor aanvullende acties.’

Wijziging tekst ambtseed

De Kamerleden opperen dat ambtenaren die zich schuldig maken aan grensoverschrijdend gedrag in strijd handelen met de afgelegde ambtseed en dat het schenden daarvan ‘niet zonder gevolgen mag blijven’. Helder wijst erop dat de ambtseed voor rijksambtenaren wordt gewijzigd en in de nieuwe tekst zelfs expliciet wordt benoemd dat een rijksambtenaar iedereen rechtvaardig, gelijkwaardig en met respect behandelt. Een ambtenaar mag zich sowieso niet schuldig maken aan ongewenste omgangsvormen of andere vormen van integriteitsschendingen. De Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) geldt als minimumkader voor integer handelen, aldus Helder.

Straf opleggen

Deze gaat ook in op wat medewerkers die te maken krijg met ongewenste omgangsvormen kunnen doen en op de rol van leidinggevenden. In eerste instantie is het van belang om het gesprek aan te gaan over gewenste en ongewenste omgangsvormen en om ongewenst gedrag te corrigeren, meldt de minister. ‘Als een rijksambtenaar zich toch en wellicht herhaaldelijk aan een schending schuldig maakt, kan na zorgvuldig onderzoek en eventueel voorafgegaan door een officiële waarschuwing, een straf worden opgelegd op basis van de (hoofdstuk 15 van) de CAO Rijk 2022-2024.’ Straffen kunnen variëren van een schriftelijke berisping tot beëindiging van het dienstverband. ‘Dit is uiteraard afhankelijk van de ernst en mate van verwijtbaarheid van het gedrag.’

Openstaan voor feedback

Tot slot vragen de Kamerleden zich af of een leidinggevende die zelf verantwoordelijk is voor grensoverschrijdend gedrag wel een afdelingsgesprek over sociale veiligheid kan leiden. Volgens Helder moet het gesprek over (on)gewenst gedrag op een veilige manier worden gevoerd. ‘Dat betekent voortdurend en dus ook vóórdat er concreet iets aan de hand zou zijn.’

“Leidinggevenden dienen open te staan voor feedback op hun eigen handelen en gedrag”

Leidinggevenden vervullen een belangrijke rol in dat gesprek gezien hun voorbeeldfunctie en taak om ongewenst gedrag te corrigeren. ‘Daarbij dienen zij open te staan voor feedback op hun eigen handelen en gedrag.’ Welke rol een leidinggevende precies op welk moment daarin vervult, ‘hangt af van de concrete situatie’. ‘Zeker als een leidinggevende zelf wordt aangesproken op grensoverschrijdend gedrag, is het verstandig om zo’n gesprek onder professionele begeleiding te laten plaatsvinden.’

Bron: Binnenlands Bestuur, Sijthoff Media