Ambtenaren: thuiswerken is efficiënter, maar zwaar

Thuiswerken in plaats van op kantoor leidt tot meer focus en efficiëntie, maar heeft als keerzijde fysieke en mentale klachten.

Tijdens het thuiswerken ervaart de helft van de medewerkers dat hun productiviteit is toegenomen in vergelijking met werken op kantoor. Op het gebied van flexibiliteit is eveneens een stijging zichtbaar. Dat blijkt uit een quickscan van de Hogeschool van Amsterdam, ondersteund door het A&O fonds Gemeenten. 

Uit de scan blijkt verder dat 48 procent een toename in flexibiliteit ervaart. Ten aanzien van de snelheid van reageren (responsiviteit) geeft 30 procent aan dat de snelheid van reageren is toegenomen in vergelijking met werken op kantoor.

Minder beweging

Van de medewerkers geeft 41 procent aan dat ze tijdens de coronacrisis minder zijn gaan bewegen. Tevens geeft 30 procent aan meer last te hebben van fysieke klachten.  16 procent zegt meer last te hebben gekregen van geestelijke klachten, zoals somberheid of lusteloosheid. 16 procent is minder goed gaan slapen. Een op de vijf medewerkers voelt zich eenzaam.

Nieuwe norm

Vóór de in maart van dit jaar ingestelde coronamaatregelen werkte 69 procent van de gemeenteambtenaren weleens thuis. Gemiddeld werkte 66 procent minder dan een dag per week thuis. Als voornaamste reden voor het niet thuis­werken vóór corona wordt aangegeven dat het ‘niet de norm was’ binnen de organisatie. Na de coronacrisis wil 64 procent van de ambtenaren twee of meerdere dagen per week thuiswerken.

In de toekomst wil zelfs 79 procent vaker thuis gaan werken. 82 procent heeft de verwachting dat ze in de toekomst ook vaker mogen thuiswerken. 70 procent geeft aan dat zij verwachten dat thuiswerken in de organisatie de norm gaat worden indien taken plaatsonafhankelijk kunnen worden uitgevoerd.

Bron: Binnenlands Bestuur nr. 19