Toename discriminatie op de arbeidsmarkt door corona
In het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek meet het onderzoeksbureau onder meer welk percentage van de Nederlandse beroepsbevolking een tijdelijk contract heeft van één jaar of korter, waarbij er onder andere onderscheid kan worden gemaakt tussen geslacht en achtergrond. Naar geslacht is er bij de deelnemers aan het onderzoek met een migratieachtergrond geen opvallend verschil gemeten in de percentages met een tijdelijk contract. De groep zonder migratieachtergrond toont wel verschillen tussen mannen en vrouwen, waarbij in 2020 vrouwen 10% meer dan mannen een tijdelijk contract hebben.
Verder is het aantal tijdelijke contracten bij mensen met een migratie-achtergrond in 2020 gestegen en bij mensen zonder migratie-achtergrond juist gedaald. Hier lijkt dus sprake te zijn van een ongelijke ontwikkeling naar achtergrond. Het meest opvallende resultaat uit dit vraagstuk is te zien tussen de mannelijke participanten van beide groepen. Dertig procent van de mannelijke migranten heeft in 2020 een tijdelijk contract van 1 jaar of korter, terwijl slechts 19% van de mannelijke niet-migranten in dit jaar een tijdelijk contract had, zoals in onderstaande grafiek weergegeven.
Aan de deelnemers van het Arbeidsmarkt Gedragsonderzoek is tevens gevraagd of ze bang zijn om in het komende jaar hun baan te verliezen. Hierbij kan wederom een vergelijking worden gemaakt met het jaar 2019. Op basis van geslacht is er met name bij de groep met een migratieachtergrond een duidelijk verschil waarneembaar. Waar de angst voor baanverlies in 2019 nog voor zowel mannen als vrouwen op 10% lag, steeg deze in 2020 voor vrouwen naar 14% en voor mannen naar 17%. Mannen met migratieachtergrond zijn in 2020 banger om hun baan te verliezen dan vrouwen.
Het verschil met de groepen zonder migratie-achtergrond is opmerkelijk. Bij de mannen zonder migratie-achtergrond is de angst voor baanverlies ten opzicht van 2019 gelijk gebleven op 8% en bij de vrouwen is die slechts met 1% gestegen.