Banken bespreken toekomst medewerker onvoldoende
De grote banken moeten zich meer inspannen om het vergrijzende personeel te bewegen zich verder te ontwikkelen.
Gemiddeld is circa de helft van het Nederlandse personeel bij de grote banken vijftigplusser. Deze groep is relatief lastig te bewegen om bij te leren en te investeren in de eigen toekomst, schrijft Het FD deze week. Dit terwijl banken bekend staan om de flinke budgetten voor training en loopbaanbegeleiding.
Omslag naar een digitale cultuur
Bankmedewerkers hechten doorgaans grote waarde aan routine en zekerheid en zijn grotendeels niet opgegroeid met Twitter, Instagram en de digitale economie. De vraag is of de banken in staat zijn deze groep de omslag naar een digitale cultuur te laten maken. Aan de faciliteiten zal het niet liggen. De bankmedewerker krijgt alle ruimte om de eigen loopbaan vorm te geven.
Toch komt het thema volgens deskundigen nauwelijks van de grond. ‘De theorie is eenvoudig, de praktijk weerbarstig’, zegt Aukje Nauta in het FD. Zij is als wetenschapper op het gebied van inzetbaarheid verbonden aan de UvA, en lid van de raad van toezicht bij ING Bank Nederland.
Open en eerlijke gesprekken
Volgens Nauta beginnen veel mensen pas aan een training als ze begrijpen dat er voor hun geen toekomst is bij de bank. Volgens haar is het van belang om een veilig klimaat te creëren om het hierover te hebben. Maar het lukt niet overal altijd tot open, eerlijke gesprekken te komen tussen leidinggevende en medewerker.
De focus ligt op de werkvloer merendeels op presteren in het hier en nu. Gesprekken over hoe medewerkers ook in de toekomst aan het werk blijven moeten veel vaker worden gevoerd, is de boodschap aan de banken.