“Bescherming van klokkenluiders moet aangescherpt worden”

De wet heeft zulke grote mazen dat het tegenwerken van klokkenluiders te gemakkelijk is voor organisaties, aldus Pieter Omtzigt.

De helft van de fraude en corruptie wereldwijd komt boven water door klokkenluiders. Ook in Nederland hebben deze informanten grote maatschappelijke waarde, al is het maar vanwege de enorme schade die erdoor wordt gestopt. Daarom heeft Pieter Omtzigt deze maand een initiatiefnota in bij de Tweede Kamer ingediend om de bescherming van klokkenluiders aan te scherpen. In NRC legde hij uit waarom.

De huidige regelgeving werkt nu niet in het voordeel van klokkenluiders, aldus Omtzigt. De Wet Huis voor Klokkenluiders die van kracht is sinds 2016, zou ervoor moeten zorgen dat klokkenluiders duidelijk weten waar zij terecht moeten met hun melding en dat klokkenluiders worden beschermd. Organisaties zijn verplicht te zorgen dat er een onafhankelijke instantie is waar klokkenluiders een melding kunnen doen: een intern meldkanaal. Ook zijn zij verplicht om klokkenluiders te beschermen.

Als deze twee verplichtingen aan elkaar worden verbonden, worden klokkenluiders alleen maar beschermd wanneer zij hun melding doen via dit meldkanaal, zo betoogt Omtzigt. Voor sommige organisaties creëert dit een perverse prikkel om zo min mogelijk geld en aandacht te besteden aan het instellen van een goed meldkanaal. Immers: als er geen (werkend) meldkanaal is, geldt de bescherming niet en kan de klokkenluider gewoon ontslagen worden of erger.

Pleiten voor een klokkenluiders fonds

De politicus stelt dat er een duidelijke scheiding moet komen tussen deze twee verplichtingen. De bescherming van de klokkenluider moet niet afhangen van het telefoonnummer dat ze gebeld hebben.
Een tweede punt van verbetering is volgens Omtzigt de precieze benoeming van de verschillende soorten ‘benadeling’ waartegen klokkenluiders beschermd worden. Voorbeelden van benadeling die vaak voorkomen en duidelijker moeten worden genoemd, zijn: overplaatsing naar een andere locatie, pesterijen op de werkvloer, discriminatie, reputatieschade, opname op een zwarte lijst en (onterechte) psychiatrische verwijzing. Veel klokkenluiders weten dit niet, maar als dat wel bekend is neemt de kans toe dat ze hun nek durven uitsteken.

Maar wat als na melding niet alleen de klokkenluider maar ook familieleden slachtoffer worden van benadeling? Volgens Omtzigt zijn er voorbeeld van familieleden van klokkenluiders die benadeeld worden. Onder het huidige wetsvoorstel zijn alleen familieleden beschermd tegen benadeling als zij bij dezelfde organisatie werken als de klokkenluider. Daarom moet het benadelingsverbod worden uitgebreid tot familieleden, betoogt Omtzigt.

Hij pleit voor een fonds waaruit klokkenluiders kunnen putten. Dat kan worden aangevuld met de opbrengsten van boetes van organisaties die zich niet aan deze wet houden. Dat zal bijdragen aan een herstel van onze rechtsstaat, zo besluit Omtzigt.