Bestuurders verzaken wettelijke informatieplicht OR
Slechts 35% van de ondernemingsraden ontvangt altijd alle informatie die de bestuurder dient te leveren.
Voor de helft van de ondernemingsraden kan er nog veel verbeterd worden aan de informatievoorziening door de bestuurder. Als het gaat om door de OR gevraagde informatie ontvangt 48% deze informatie niet altijd compleet en 63% niet altijd tijdig. Dit blijkt uit de SBI Formaat MonitOR 2015-2016, het grootste onderzoek naar de stand van medezeggenschap in Nederland.
Nog ongunstiger: ongevraagde informatie
Het beeld voor wat betreft de ongevraagde informatie is nog ongunstiger: slechts 35% van de ondernemingsraden stelt dat zij altijd alle informatie ontvangen die zij volgens de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van de bestuurder dienen te ontvangen. Veel bestuurders verzaken dus hun wettelijke informatieplicht.
Om zijn taken goed te kunnen uitvoeren is informatievoorziening aan de OR een voorwaarde. In artikel 31 van de WOR is vastgelegd welke informatie de OR mag opvragen (actief informatierecht) en welke informatie er vanuit de bestuurder verstrekt moet worden (passief informatierecht).
Gebruik kunnen maken van het initiatiefrecht
Voor het actief informatierecht is de basisregel: alles wat de OR nodig heeft aan gegevens om het OR-werk goed te kunnen doen moet op tijd – en als de OR dat wenst – ook schriftelijk worden geleverd. Vooral in verband met de mogelijkheid van de OR om gebruik te kunnen maken van het initiatiefrecht is dit een belangrijk punt.
Verder heeft de OR een passief informatierecht: de bestuurder is verplicht de OR jaarlijks, in de WOR nauw omschreven, sociale, financiële en basisinformatie te leveren zonder dat de OR daarom vraagt.
Het is dan ook opmerkelijk dat zoveel bestuurders in gebreke blijven, ondanks hun wettelijke plicht. Aan het onderzoek hebben ruim 400 ondernemingsraden deelgenomen.