Boek van de Maand: voetbalcoach Sarina Wiegman als rolmodel tegen wil en dank
Vraag mensen naar wie de succesvolste Nederlandse voetbalcoach aller tijden is, en ze zullen waarschijnlijk komen met namen als Louis van Gaal, Rinus Michels of Johan Cruyff. In werkelijkheid is Sarina Wiegman veel succesvoller, althans als je kijkt hoe vaak zij met een nationaal elftal een kampioenschap heeft gewonnen.
“Dit is wie ik ben. Wat anderen wellicht lastig zouden vinden, daar beleef ik veel plezier aan.”
Tot tweemaal toe won ze met haar team het Europees kampioenschap voor vrouwenvoetbalteams: in 2017 met de Nederlandse ‘Leeuwinnen’ en in 2022 met de Engelse ‘Lionesses’. En de keren dat ze niet won, eindigde haar team altijd hoog. Dat doen al die andere coaches haar niet na.
Dat ze toch minder bekendheid geniet dan die beroemde mannelijke coaches, komt natuurlijk omdat het vrouwenvoetbal nog altijd minder in de belangstelling staat dan het mannenvoetbal. Daarnaast is Wiegman ook een wat minder uitgesproken persoonlijkheid dan mannetjesputters als Van Gaal en Cruyff. De huldiging van de Leeuwinnen in 2017 – voor haar toch het allermooiste moment van het jaar – betekende voor haar toch vooral ‘genieten op de achtergrond’.
‘Unieke coachingfilosofie’
Want: “Het was een bewuste keuze om die dag enigszins op de achtergrond te blijven. Ik stond daar als coach, en een coach hoorde niet de aanjager te zijn”, schrijft ze samen met organisatieadviseur Jeroen Visscher van Turner in “What It Takes“, een autobiografie waarin ze en passant (volgens de klaarblijkelijk niet door haar geschreven inleiding) een inkijk geeft in haar ‘unieke coachingfilosofie’.
Alhoewel: “Als ik terugkijk, vind ik het zelf allemaal niet zo bijzonder. Dit is wie ik ben. Wat anderen wellicht lastig zouden vinden, daar beleef ik veel plezier aan.” Die bescheidenheid van Wiegman zit haar als auteur meer dan eens in de weg, zeker in de eerste hoofdstukken. Het boek – uitgekomen in november en in april tot sportboek van het jaar uitgeroepen – bestaat voor een groot deel uit beschrijvingen van haar wederwaardigheden in de jaren 2017 tot en met 2022.
Vanaf haar aanstelling als bondscoach van het Nederlands elftal in januari 2017 tot en met de finale van de ‘Lionesses’ tegen Spanje in de WK-finale van 2023. De lezer die niet is ingevoerd in het vrouwenvoetbal, zal het vaak duizelen bij alle feiten en namen. Wiegman dringt zichzelf hier niet op de voorgrond, terwijl het toch haar verhaal is.
Tip van de sluier
Soms licht ze een tipje van de sluier op als het gaat om haar visie op voetbal, haar coachingfilosofie en haar werkwijze, maar niet meer dan een tipje. Zo laat ze weten dat ze als coach van het Nederlands elftal elke wedstrijdbespreking eindigt met de ‘waarden van de Leeuwinnen’: (1) In het nu (2) Samen (3) Strijd leveren (4) Simpel = je taak uitvoeren = meesterlijk. Een nadere toelichting ontbreekt. Ze onthult ook enkele ‘voetbalgeheimen’.
Zo heeft ze het over ‘interventies’ om te zorgen dat spelers bewust geïrriteerd raken, bijvoorbeeld, zodat ze zich eindelijk eens uitspreken over wat hen allemaal dwars zit. Ook besluit ze op een gegeven moment om het met haar spelers niet meer te hebben over het winnen van het toernooi, om de druk op hen niet te veel op te voeren. Interessant! Jammer dat ze het niet vaker heeft over dit soort kneepjes van het vak.
Gelukkig laat Wiegman diverse spelers, collega’s, andere trainers en vele deskundigen aan het woord. Zo merkt Louis van Gaal op dat Wiegman altijd een wedstrijdplan heeft (en een plan B en C) en dat ze in staat is om tijdens een wedstrijd van systeem te veranderen, zowel met het basisteam als door middel van wissels. Hij vindt het bovendien ‘heel goed dat Sarina ook nadenkt over het scenario met een rode kaart waardoor je met tien speelsters komt te staan.’
“Ze is enorm gericht op het doel dat ze voor ogen heeft, en alles wat er op haar pad komt moet daarvoor wijken”
Aanvalster Vivianne Miedema prijst haar vermogen om het teambelang altijd voorop te stellen, ook als dat betekent dat ze moet terugkomen op een eerder genomen beslissing: “Niet te trots om toe te geven.” Alhoewel: ‘Eigenwijsheid’ en ‘volharding’ zijn de twee woorden die direct in Miedema opkomen als ze aan Wiegman denkt.
“Ze is enorm gericht op het doel dat ze voor ogen heeft, en alles wat er op haar pad komt moet daarvoor wijken. Het is een tunnelvisie met voor- en nadelen. Wij als team hadden er veel profijt van omdat we wisten dat er altijd een plan was, wat er ook gebeurde. Dat gaf zoveel vertrouwen op het veld dat we eigenlijk nooit in paniek raakten.”
“Bij tegenslagen wisten we altijd dat we, mede door de voorbereidingen van Sarina en de staf, toch weer kansen zouden krijgen om het recht te zetten. Natuurlijk heeft die volharding ook een schaduwzijde. Ik kan me voorstellen dat het voor haar familie niet altijd makkelijk is geweest. Ik vond die tunnelvisie ook te veel gericht op de groep van dertien, veertien speelsters die veel speelden.”
Bal hooghouden
Hoewel Wiegman er in de eerste hoofdstukken niet bepaald over uitweidt, krijg je dankzij dit soort opmerkingen toch een indruk van waar ze voor staat en wat haar aanpak is. Op ‘what it takes’, met andere woorden. Kortom, het komt erop neer dat ze doet wat nodig is voor het team. De rol van iedere individuele speler is daaraan ondergeschikt. Ze is bijzonder duidelijk over welke rol elke speler geacht wordt te vervullen.
Wel geeft ze spelers – binnen de beperkingen van hun rol – veel vrijheid. Ze geeft veel feedback en staat open voor feedback van anderen, en zorgt daarom voor een psychologisch veilige omgeving. En ze zorgt ervoor dat spelers zich ontwikkelen, ook als mens. De Engelse aanvaller Ellen White herinnert zich hoe Wiegman na haar aanstelling als bondscoach individuele gesprekken aanging met alle speelsters om hen beter te leren kennen en hun achtergrond en drijfveren te begrijpen.
En Wiegman huurde voor het Engelse team een sportpsycholoog in als adviseur. Misschien getuigt dit allemaal van een ‘unieke coachingfilosofie’ zoals de inleiding belooft, maar het doet allemaal nogal vanzelfsprekend aan. Maar misschien is coachen zoiets als een balletje hoog houden: iets wat makkelijk lijkt, maar wat maar weinig mensen kunnen. Wiegman kan het.
Andere kant
In deel twee van het boek leren we een andere kant van Wiegman kennen. Niet de coach, maar de voorvechtster van gelijke kansen in de sport voor iedereen. “Ze neemt zich voor zich volledig in te zetten voor het creëren van een omgeving waarin alle topsporters en stafleden, ongeacht hun achtergrond, cultuur, genderidentiteit, seksuele voorkeur en religie, dezelfde kansen krijgen.”
Hier is Wiegman wat feller en uitgesprokener dan in het eerste deel, en je krijgt het gevoel dat ze zich wat meer op haar gemak voelt in deze maatschappelijke rol dan als voetbalcoach. Al blijkt Wiegman ook hier bevreesd voor alle aandacht: “Ik ben me ervan bewust dat ik door mijn positie de mogelijkheid heb om kansengelijkheid te stimuleren. Bovendien vind ik het belangrijk voor de maatschappij dat we dit voor elkaar krijgen.”
“De functie van rolmodel zijn is belangrijker dan haar eigen ongemak.”
“Tegelijkertijd sta ik niet graag vooraan en in de belangstelling. Dat voelt weleens oncomfortabel, omdat ik eerder geneigd ben om het team in de spotlights te zetten. Het gaat voor mij niet vanzelf om de stap naar voren te doen, maar ik weet ook dat ik voor de volgende generatie meer kansen creëer als ik dat wel doe.”
De komende jaren zullen we dus nog veel van Wiegman horen. Niet alleen als de coach van de Lionesses die ze nog steeds is, maar ook als voorvechtster van diversiteit in de sport. Want zoals Elanor Boekholt-O’Sullivan, luitenant-generaal Nederlandse strijdkrachten, over Wiegman zegt: “De functie van rolmodel zijn is belangrijker dan haar eigen ongemak.”
Sarina Wiegman en Jeroen Visscher
What It Takes
Uitgeverij HarperCollins