CBS: uitzendkrachten minst tevreden van alle werkenden 

CBS: uitzendkrachten minst tevreden van alle werkenden 
Uitzendkrachten zijn van alle flexkrachten het minst tevreden met hun werk, inkomen en opleidingsmogelijkheden. Dit blijkt uit de publicatie Profiel van flexwerkers in Nederland 2003-2019 van het CBS.

In 2019 waren er circa drie miljoen flexkrachten (oproepkrachten, uitzendkrachten, zzp’ers en werknemers met een tijdelijk dienstverband).

De piek in flexwerk lijkt voorbij. In 2003 was de totale flexschil 22%) Tot 2017 groeide het percentage flexkrachten naar 35%. Maar in 2019 – pre-corona, dus – is sprake van een lichte daling van de totale flexschil naar 34%. 

Oproepkrachten vormen de grootste groep flexibele werknemers. In 2019 maakten ze 6,1% van de werkenden uit. Dit is ook de groep die het meest is toegenomen, in 2003 was het aandeel oproepkrachten 3,3%. 

Uitzendkrachten en oproepkrachten hebben, vergeleken met andere flexwerkers, weinig baan- en werkzekerheid, een relatief laag inkomen en weinig scholingsmogelijkheden. Uitzendkrachten zijn ook vaak ontevreden over deze aspecten van het werk. Voor oproepkrachten is het beeld anders. Ze geven niet vaak aan ontevreden te zijn over hun werkzekerheid en salaris. Wel zijn oproepkrachten, evenals uitzendkrachten, vaak ontevreden over de leermogelijkheden op het werk.

Bron: Profiel van flexwerkers in Nederland, 2003-2019