Concurrentiekracht van ons talent kalft geleidelijk af
Nederland staat wereldwijd op de negende plaats wat betreft de concurrentiekracht voor talent. In de onlangs gepubliceerde IMD World Talent Ranking 2021 is ons land een plekje opgeschoven. Dat verhult niet dat Nederland sinds 2019 is weggevallen uit de top 5 en zich met moeite handhaaft in de top tien. Alleen Duitsland staat daar achter ons.
De top tien wordt geheel gedomineerd door West- en Noord-Europese landen, plus Oostenrijk en Zwitserland. Zwitserland torent met kop en schouders boven alle anderen uit, net als vorig jaar, gevolgd door Zweden en Luxemburg. De overige Scandinavische landen plus IJsland staan daar weer achter. Ook Oostenrijk staat in de top tien.
De wereldwijde talent ranking drukt het concurrentievermogen uit van 64 economieën op de input van talent op de economie. Het ranking wordt samengesteld door het wereldwijde opleidingsinstituut IMD aan de hand van 31 criteria, verdeeld over drie categorieën: Investment and Development, Appeal en Readiness.
IMD concludeert dat werkenden in de onderzochte economieën meer motivatie zijn gaan putten uit een hoge kwaliteit van leven, flexibel werken en mogelijkheden om on-the-job te trainen. De motiverende prikkel van salaris nam iets af. Volgens IMD wint de economische rol van leiderschap daardoor aan betekenis.
Dat is bij uitstek een kwaliteit waarin Nederland op internationaal vlak sterk is, met name in kwaliteit van leidinggevenden, internationale ervaring en de scholingsgraad van managers. Toch is Nederland internationaal verzwakt in het beheersen van competenties en vaardigheden. Tot 2019 bezetten we hier de derde plaats. Het zwakke punt is het bijzonder lage aandeel academisch geschoolden in ons arbeidsproces.
Waar Nederland ook relatief zwak staat is het onderdeel Investment and Development. Deze categorie drukt de mate uit waarin talentontwikkeling bijdraagt aan de economie. Nederland staat op dit onderdeel op plaats zeventien en geeft elk jaar een beetje van dit terrein prijs.
Vooral de grote klassen in het onderwijs trekken de score omlaag. Ook de betrekkelijk lage onderwijsbegroting en het achterblijvende aandeel van vrouwen op de arbeidsmarkt doen het Nederlandse concurrentievermogen geen goed.
Het best presteert Nederland op het onderdeel Appeal, de mate waarin het eigen talent weet te behouden en talent van buiten weet aan te trekken. Wereldwijd staat ons land op dit onderdeel op plaats vijf. Dit jaar deed Nederland het op dit onderdeel beter dan de twee jaar ervoor. Maar voor 2019 stond Nederland op dit onderdeel wereldwijd op de derde plek. Momenteel blinkt ons land uit in de retentie van goed geschoold personeel, de aanwezigheid van buitenlands talent, rechtspraak en kwaliteit van leven. De belastingdruk daarentegen vormt een kras op ons blazoen.