De onmisbare taak in 2024 van HR-professionals om de HR-wetenschap vooruit te helpen…

Business-scholen worden meer afgerekend op hun maatschappelijke impact. Zij moeten laten zien dat hun onderzoek ook belangrijk is voor samenleving en bedrijven. Hierin ligt een onmisbare taak voor HR-professionals, betoogt hoogleraar HR Karin Sanders.

Sinds jaar en dag hebben HR-professionals en HR-wetenschappers een moeizame relatie. HR-professionals vinden veelal dat HR-wetenschappers zich bezighouden met problemen die zij niet herkennen of relevant vinden.

Er wordt ook in toenemende mate gevraagd dat het werk wat we doen belangrijk wordt gevonden door HR-professionals

En HR-wetenschappers lijken zich meer bezig te houden met het schrijven van wetenschappelijke artikelen, die voor de gemiddelde HR-professional niet te begrijpen zijn, dan met de problemen op de werkvloer van veel bedrijven. Recente ontwikkelingen binnen veel business-scholen lijken dit tij te kunnen keren.

Wetenschappers binnen business-scholen hebben zich jarenlang met name gericht op het verrichten van gedegen en evidence-based onderzoek, om daarna de resultaten van dit onderzoek in wetenschappelijke artikelen aan te bieden aan de meest prestigieuze tijdschriften.

Dit was een rationele keuze. Immers de weg naar promotie voor ‘early career researchers’ naar professor, als ook de verdeling van bonussen liep veelal via het aantal artikelen in deze prestigieuze tijdschriften.

Enorme groepen studenten

Meer recentelijk wordt de belangrijke vraag naar het bestaansrecht van business-scholen gesteld. Wat is eigenlijk het bestaansrecht van business-scholen? Natuurlijk, veel mensen buiten universiteiten denken dat wetenschappers aan business-scholen met name bestaansrecht hebben omdat ze enorme groepen studenten onderwijzen, en daarmee veel geld voor universiteiten binnenhalen. Wetenschappers denken daar overigens veelal anders over: voor ons is het onderwijs veelal een conditie om daarna tijd te hebben voor onderzoek.

De vraag naar het bestaansrecht van business-scholen heeft geleid tot meer aandacht voor ‘societal impact’ naast de bestaande ‘academic impact’. Het is niet alleen van belang dat onze artikelen in de toptijdschriften worden geplaatst en veelvuldig worden geciteerd door andere wetenschappers, maar er wordt ook in toenemende mate gevraagd dat het werk wat we doen belangrijk wordt gevonden door HR-professionals.

De huidige generatie van ‘early career researchers’ moet naast hun wetenschappelijke artikelen laten zien dat hun werk ook belangrijk is voor de samenleving, voor bedrijven en voor de overheid. Hier lijkt een mooie taak voor de HR professionals te liggen, immers zij kunnen zich in de discussie mengen en aangeven wat zij belangrijk vinden.

Succesvolle aanvragen voor geld

Helaas zijn we daar nog niet. De huidige discussie over ‘societal impact’ lijkt zich volledig binnen business-scholen af te spelen. De belangrijke vraag, hoe we ‘societal impact’ meten, is vreemd genoeg een academisch vraag geworden.

Waar er voldoende draagvlak is om ‘academic impact’ te meten, zoals de kwantiteit en kwaliteit van de artikelen, het aantal keren dat het artikel wordt geciteerd, het aantal succesvolle aanvragen voor geld, zitten we met de handen in het haar hoe we ‘societal impact’ moeten aantonen.

Veelal wordt uitgeweken naar de hoeveelheid geld dat wetenschappers van bedrijven binnenhalen voor bijvoorbeeld het houden van een lezing voor een bedrijf of het doen van een enquete, maar hiermee hebben we nog niet per definitie ‘impact’. Veelal wordt deze activiteiten als ‘engagement’ aangeduid.

Meten van maatschappelijke impact

Het gaat zelfs nog een stap verder. Binnen Australië en Nieuw-Zeeland hebben we een netwerk van alle deputy en associate deans research & enterprise van alle Aussi en Nieuw Zealandse business-scholen, het zogeheten BARD’s Net.

Tijdens de laatste vergadering van dit netwerk hebben we uitgebreid over het meten van societal impact gepraat, en besloten een onderzoek te starten (dat is waar wij goed in zijn) zodat we een overzicht hebben hoe societal impact wordt gemeten binnen de verschillende business-scholen in Australië en Nieuw-Zeeland.

Ik heb het voorrecht om deze sub-commissie te leiden, en we hopen de resultaten van dit onderzoek begin 2024 aan de andere leden van ons netwerk te kunnen rapporteren.

Waarom vragen we dan niet wat buiten de business-scholen belangrijk wordt gevonden wat wij doen?

Terwijl ik dit schrijf, besef ik me dat we de ‘society’, de samenleving, de bedrijven en de overheid in deze discussie tot nu toe volledig buiten de deur hebben gehouden. Als we het zo belangrijk vinden om bestaansrecht te hebben en werk te doen dat ook belangrijk buiten de business-scholen wordt gevonden, waarom vragen we dan niet wat buiten de business school belangrijk wordt gevonden wat wij doen.

Ik roep dan ook graag alle HR-professionals op om te melden wat zij belangrijk vinden. Is het kunnen beluisteren van een podcast om meer over een bepaald onderwerp te leren van belang, of zouden wij meer beschikbaar moeten zijn om onderzoek te doen naar problemen waar jullie elke dag tegen aanlopen. Of moeten wij bijvoorbeeld een dag per week beschikbaar zijn en beter begrijpen wat de HR-professionals nodig hebben.

Ik hoor graag van u, zodat we ook dit mee kunnen nemen in mijn rapportage.

Karin Sanders schrijft voor CHRO.nl geregeld over wat haar als hoogleraar HR opvalt aan de Australische manier van doen en denken, die soms uiterst effectief en soms verrassend onpraktisch uitpakt. Een groot deel van het jaar woont en werkt Karin Sanders als hoogleraar HRM and Organisational Psychology aan de UNSW Business School, University of New South Wales in Sydney. Vanaf januari 2023 is ze tevens Senior Deputy Dean (Research & Enterprise) aan dezelfde business school.