Een toekomstbestendige arbeidsmarkt? Niet met doorgeslagen algemeenverbindendverklaring van CAO-bepalingen…

Klokkenluiden vereist (meer) tanden voor klokkenluiders en het Huis voor Klokkenluiders
De algemeenverbindendverklaring van CAO-bepalingen schiet haar doel voorbij en brengt een toekomstbestendige arbeidsmarkt niet dichterbij, ziet Joost van Ladesteijn.

Door: Joost van Ladesteijn

Arbeidsmarktkrapte. Hybride werken. Flex. Er zijn genoeg actuele arbeidsmarktthema’s, welke lichtvoetige transformaties verlangen bij een wel geopperde polycrisis. Algemeenverbindendverklaring kan een naarstige behoefte aan innovatie, wendbaarheid en maatwerk bij werkgevers en werknemers in de kiem smoren en zo een toekomstbestendige arbeidsmarkt belemmeren.

Zo kan worden gedacht aan een mogelijkheid tot afwijking van algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een CAO

Is een pannenkoek een koek? Een vegetarische gehaktbal een gehaktbal? Het antwoord op dit soort vragen resulteert toenemend in vergaande aansluitjachten met terugwerkende kracht. De fondsen van MITT (bedrijfstak mode, interieur, tapijt, textiel) lijken de kroon te spannen. Er geldt in dat verband geen zogenaamd “hoofdzaakcriterium”, waardoor de werkgever zich bijvoorbeeld minimaal 50% feitelijk dient bezig te houden met een modebedrijf.

De fondsen van het MITT sluiten actief ook partijen aan die jaarlijks een luttel T-shirt bedrukken. De gehele onderneming is dan volgens die fondsen een modeonderneming. Eventueel zelfs met terugwerkende kracht. Dit heeft meest vergaande gevolgen voor die werkgevers en kan direct de continuïteit bedreigen. Hiervoor is algemeenverbindendverklaring niet bedoeld.

Algemeenverbindendverklaring is een belangrijke randvoorwaarde voor positieve sociaal-economische ontwikkelingen “door concurrentie op arbeidsvoorwaarden door onderbieding door niet gebonden werkgevers en werknemers te voorkomen”.

Behoefte aan wendbaarheid, innovatie en maatwerk

Gelijktijdig kan bij werkgevers en werknemers een behoefte bestaan aan wendbaarheid, innovatie en maatwerk tot afwijking van algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een CAO. Die behoefte kan hand in hand gaan met een belang van financiële zekerheid en het voorkomen van financiële concurrentie tussen ondernemingen. 

In dat licht verdient het zogenaamde Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen aanvulling. Zo kan worden gedacht aan een mogelijkheid tot afwijking van algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een CAO bij overlegging van een Verklaring collectief financieel gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket opgesteld door een onafhankelijke actuaris.

Niet deflexibiliseren

Juist in het kader van alle actuele onderwerpen, zoals zeggenschap en autonomie, het nieuwe werken, alsmede arbeidsmarktkrapte dient het mogelijk te zijn, met uiteraard inachtneming van ondergrenzen, dat ook werkgevers en/of werknemers op hun niveau effectief tot arbeidsvoorwaardenontwikkelingen kunnen komen met voorspelbare uitkomsten.

En dus zonder het risico op megavorderingen met terugwerkende kracht wegens – frequent minimaal onderbouwde – CAO non-compliance. Algemeenverbindendverklaring van bepalingen van een CAO dienen niet dusdanig te deflexibiliseren.

Een positiever wereldbeeld is geboden met meer vertrouwen, lenigheid van geest en nuchter omgaan met risico’s…

De heersende beschermingsgedachte heeft ook op dit terrein een significante bijwerking en kan verworden tot keurslijf. Hierdoor blijven zaken zoals ze zijn, terwijl transformatie gesteld wordt te zijn vereist. De vraag is of met het streven naar een “gelijk speelveld” door het voorkomen van “misbruik en oneigenlijk gebruik” niet precies het tegenovergestelde wordt bereikt. Goede kans dat nieuwe, veelal innovatieve, toetreders tot de markt deze vraag bevestigend beantwoorden.

Dé werkgever, dé werknemer, dé ZZP’er bestaan niet. De werkgever staat niet tegenover de werknemer. De werknemer niet tegenover de ZZP’er. Individualisme niet tegenover collectivisme.

Vrijheid is het uitgangspunt

Er lijkt een herleefd maakbaarheidsdenken te bestaan bij een voorzorgsbeginsel dat haastig vrijheid gelijkstelt met misbruik, reeds met argumentaties dat vrijheden niet absoluut zouden zijn. Dergelijke vrijheden zijn niet absoluut, maar dit is wel het uitgangspunt. Dit is dus geen gelijk(waardig)e uitruil.

Verschillende hedendaagse politieke overtuigingen maken uitzonderingen tot regels en doen marginale verschijnselen als universeel voorkomen, miskennend dat de vrijheid (en de bescherming daarvan) spil is van enig nationaal of internationaal grondwettelijk systeem. 

Een positiever wereldbeeld is geboden met meer vertrouwen, lenigheid van geest en nuchter omgaan met risico’s ter voorkoming van een opgelegde “brede welvaart”, welke niet divers of inclusief is, maar uitsluit en gestelde doelen frustreert.

Joost van Ladesteijn is partner en advocaat bij Vertex Legal B.V., een boetiekkantoor in juridisch, cultureel en strategisch managementadvies.