Empathisch leiderschap blijkt meest effectief op de post-corona werkvloer

Empathisch leiderschap moet geestelijke nood op de werkvloer ledigen
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, kunnen eigenschappen zoals empathie en mededogen worden getraind en ontwikkeld. En dat is precies wat er op de werkvloer moet gebeuren.

Een zorgzame benadering vermindert niet alleen stress en het risico op burn-out, het verbetert ook het leiderschap en zelfs het welzijn van bestuurders.

Dat stelt Tania Singer, hoofd van het Social Neuroscience Lab van de Max Planck Society. In het magazine van de Zwitserse IMD Business School schrijft ze dat een meer mensvriendelijke vorm van leiderschap een gevolg is van de coronapandemie.

Voor het opgeven van command-and-control is moed nodig 

Welzijn stond al hoog op de bedrijfsagenda, aldus Singer, maar de pandemie verergerde de geestelijke gezondheidsproblemen. Ze haalt groot onderzoek uit Berlijn aan dat aantoonde dat depressie, angst, eenzaamheid en stress tijdens de coronapandemie enorm toenamen, vooral tijdens lockdowns. Toen de lockdown-moeheid toenam verergerden de symptomen bij mensen maandelijks.

Dit onderzoek staat model voor wat er wereldwijd gebeurde. Zo zou meditatie wereldwijd met bijna 3 procent zijn toegenomen, omdat mensen bijna wanhopig op zoek gingen naar een remedie tegen hun stress. In het verlengde hiervan is er meer nadruk komen te liggen op empathie met werknemers, die heeft geleid tot een vergaande verandering van leiderschap.

Het hiërarchische command-and-control-model, dat het individu centraal staat stelt met een groot accent op prestatie en productiviteit en beloning heeft plaats gemaakt voor een platter en democratisch leiderschapsmodel. Er is meer aandacht gekomen voor wat werknemers nodig hebben van hun leiders: vertrouwen, mededogen, stabiliteit en hoop.

Waarom empathisch leiderschap moeilijk is

Het inzetten op deze waarden betekent dat leiders hun gezag niet meer alleen kunnen ontlenen aan macht en controle. Tegenwoordig moeten ze autoriteit ontlenen aan persoonlijke kwaliteiten. Compassievol leiderschap omvat het luisteren naar en begrijpen van de uitdagingen van mensen, inlevingsvermogen, ondersteunen en praktische stappen ondernemen om te helpen.

Singer stelt dat deze andere vorm van leiderschap vraagt om moed van het management. Leiders moeten soms toegeven dat ze niet altijd alle antwoorden hebben en kunnen zich niet langer verbergen achter bevelen en commando’s. Ze moeten samenwerken om een oplossingen te vinden. Dat kan ongemakkelijk voelen, omdat leiders kwetsbaarheid moeten laten zien.

Maar levert iets op, betoogt Singer. Een meer zorgzame en medelevende benadering is niet alleen gunstig voor de werknemers, die zich meer betrokken, gemotiveerder en vertrouwder gaat voelen, met alle voordelen voor loyaliteit en inzet. Empathie komt ook de leider zelf ten goede. Die is allereerst ook een mens en ervaart net zo goed de voordelen van een meelevende benadering.

Elke leider kan empathisch vermogen leren

Het vermogen om van aanpak te veranderen kan worden aangeleerd. Mensen hebben verschillende motivatiesystemen, variërend van macht en prestatie tot dreiging, angst en verbondenheid tot zorg. En door te oefenen leren mensen over te stappen van meer op prikkels gerichte motivatiesystemen naar meer sociaal gerichte zorgsystemen. Dit werkt op dezelfde manier als hoe mensen piano, viool of tennis leren te spelen.

Het ReSource-project van de Max Planck Society, een onderzoek van negen maanden, heeft aangetoond dat dagelijks dertig minuten oefenen de hersenstructuur al verandert. Naast mededogen en empathie nemen ook ander prosociaal en altruïstisch gedrag toe. Dit vergroot verbondenheid en onderlinge afhankelijkheid, sociale vaardigheden die de sleutel vormen tot compassievol leiderschap.