Executive Day 2019: drive the social enterprise

Maatschappelijke verandering komt niet ‘van politiek of de Greta’s’. Er verandert niets wezenlijks zolang de bedrijven niet meewerken.

Bekijk hier de foto's van Executive Day 2019

De Universiteit van Leuven staat bekend als de plaats waar de knapste koppen van België zich verzamelen, maar was ook het toneel van de Executive Day 2019. In het prachtige middeleeuwse Begijnhof kwamen Belgische en Nederlandse c-level bestuurders bij elkaar voor een dag vol boeiende sessies en vruchtbare ontmoetingen. 

Dagvoorzitter Kevin Mottard en community manager Daphné Debaenst begonnen de dag met het verklaren van de ‘why’ van de dag: aan de hand van tientallen gesprekken met bestuurders en beschouwers van het zakelijk leven kwam naar voren dat het thema van dit jaar ‘Drive the social enterprise’ moest zijn, ofwel, wat de rol is van bedrijven in de grote maatschappelijke transities naar inclusie en duurzaamheid die op het moment gaande zijn. Debaenst benadrukte dat het niet zozeer om je bedrijf te verbeteren, maar hoe je een concrete positieve impact kunt realiseren op de omgeving, medewerkers, stakeholders, en de maatschappij als geheel. 

De deelnemers praten na over opening door Holslag, Colruyt en Leroy.

Gefragmenteerde wereld
Om de toon van de dag te zetten was politicoloog Jonathan Holslag uitgenodigd om eens even in twintig minuten uit te leggen hoe de wereld ervoor staat. Geen gemakkelijke opgave en de boodschap was ook niet gemakkelijk: het Westen is volgens Holslag langzaam aan het zinken, de wereld deglobaliseert en er is een grote uptick te zien in alle slechtnieuwsindicatoren, zoals gewapende conflicten, wapenhandel en defensieuitgaven. Opkomende economieën eisen een plekje op het Westerse welvaartsplateau, open economieën zoals België en Nederland zijn de dupe van de toegenomen geopolitieke spanningen en daarnaast gaat het klimaat er ook nog eens aan. 

Wat heeft dat voor gevolgen voor het bedrijfsleven? Holslag is van mening dat er veel te weinig wordt geïnvesteerd in de toekomst en dat alle financiële ruimte die de ‘redding’ van de Euro door middel van het ECB-opkoopprogramma verspild is aan consumptie, in plaats van aan duurzame groei. Ook is de nieuwe welvaart slecht verdeeld en zijn alle nieuwe banen die er bij zijn gekomen vooral erg naar voor de werknemers – de economie groeit, maar het welbevinden daalt. 

Groei moet dus volgens hem opnieuw vooruitgang worden. De tijd van stilzitten op het welvaartsplateau is voorbij; maar in plaats van blind meer te consumeren, moet er geïnvesteerd worden in vooruitgang. Holslag definieert vooruitgang als het vermogen om meer mens te zijn, dus om kapitaal in te zetten om meer zinvolle en zingevende economische activiteit te genereren. Al met al dus een zeer humanistische en humanocentrische manier van naar de economie kijken. Zware kost voor donderdagmorgen, maar erg boeiend. 

Interactie tussen de deelnemers was een belangrijk ingrediënt van de sessies.

De arbeidsmarkt staat in brand

VUCA was de toverafkorting van de volgende lezing. Volatility, Uncertainty, Complexity & Amiguity, het is allemaal zichtbaar op de Belgische en Vlaamse arbeidsmarkt. Fons Leroy, van VDAB, het Vlaamse arbeidsbureau, probeerde voor de zaal een beeld te scheppen van de lastige arbeidsmarkt in de gewesten. 

‘De arbeidsmarkt staat in brand’ was een van zijn uitspraken. Nooit waren er zo weinig werklozen (Vlaanderen behoort tot de Europese top als het gaat om werkloosheidscijfers), maar van de andere kant hangen er een paar grote donderwolken boven de arbeidsmarkt. De geringe participatie en de slechte doorstroming van allochtone werknemers, de vreeswekkende voorspelde vergrijzing en de trage politieke besluitvorming die arbeidsmarkt- en uitkeringshervormingen onmogelijk maken. 

De oplossing? Leroy was het zeer met Holslag eens dat zingeving en activatie van werknemers de sleutel is om mensen langer aan het werk te houden en meer mensen in het arbeidsproces te betrekken. ‘Het woordje goesting in het arbeidsmarktwoordenboek krijgen’ is zijn missie. 

Overigens werd ook de vraag gesteld of al die focus op arbeid wel zin had – wat als door de robotisering 70 procent van de banen verdwijnt en arbeid niet meer de verbindende factor van de samenleving is? Maar dat soort sci-fivragen vielen eigenlijk in het niet bij de lastige situatie waarin de Belgische markt zich nu bevindt – eerst maar eens even de brand blussen!

Piet Colruyt, over wie later meer, vatte even kort het verhaal samen voordat het tijd was voor de lunch. Na de lunch was het tijd voor de break out sessies. Het waren er teveel om allemaal te omschrijven. Voormalig model en actrice en ‘sociaal onderneemster’ Hannah Verboom legde uit wat er gebeurt als je een naïef knap wit meisje met veel te veel wit privilege confronteert met een wereld vol bruine mensen die het erg zwaar hebben. Aan de andere kant waren er ook in-depth sessies waarin er zeer diep werd ingezoomd op individuele bedrijven en hun weg naar een groenere bedrijfsvoering, bijvoorbeeld die gegeven door Jan Goossens, directeur van waterzuiveringsbedrijf Aquafin, die een verhaal hield over het optimaliseren van productieketens.

Piet Colruyt geeft een inkijkje in het leven van social investor.

Colruyt
Piet Colruyt, architect en filosoof en telg uit de supermarktfamilie (30.000 werknemers en 100 familiale aandeelhouders, dus een flinke steen in de Belgische ondernemersvijver) gaf een uiterst boeiende sessie over maatschappelijk ondernemen en het bijsturen richting een duurzame koers van een groot en complex familiebedrijf. 

‘In onze families heb je vier types’ zei hij ‘de commerçanten, die kunnen alles verkopen. De ingenieurs, die kunnen alles berekenen. De kunstenaars, die kunnen niet rekenen en niet verkopen. Tot slot zijn er nog de zustertjes en de nonkels pater.’ – de laatste groep de filosofisch ingestelden die traditioneel voor de kerk bestemd waren. Met het verdwijnen van het rijke roomse leven is die laatste groep, inclusief Piet Colruyt, nu vooral actief in het maatschappelijk ondernemen. Colruyt vertelde hoe hij bij gebrek aan een carrière als heerom eigenlijk een beetje zoekende was in het leven, totdat hij het boek How to change the World van David Bornstein ontdekte, dat hem in de richting van het maatschappelijk ondernemen stuurde.

Concreet in de supermarktschappen: mede door de impact van Piet Colruyt is veel van de plaats van vlees in de supermarkt – Colruyt is immers de grootste slager van België – ingeruimd voor innovatieve vleesvervangers. In Brussel is er een Impact House geopend om dit soort processen voor het bedrijf aan te jagen en sociaal ondernemers de kans te geven om supermarktprocessen te veranderen. Want, zegt Colruyt, sociaal ondernemers lopen vijf jaar voor op grote komende tendensen (zoals de pivot naar een meer vleesvrij dieet), dus ie moeten juist niet buiten de grote beursgenoteerde bedrijven staan, maar actief deel uit maken van de strategie. Ook de architect in Colruyt kwam naarboven: de huidige supermarkten die hij voor het concern ontwerpt zijn 80 procent zuiniger dan voorheen.

Kevin Mottard interview Nele van Malderen (strategic advisor to the board Proximus) en Bert Lyssens (CHRO Aperam).

Flamenco
De laatste grote sessie van de dag was van professor emeritus Walter Baets, een zeer energieke en boeiende spreker die over de hele wereld heeft gewerkt als academicus en die zich in het bijzonder heeft bezig gehouden met duurzaamheidsvraagstukken en de impact van ondernemingen, onder meer voor de VN. Bijzonder: Baets interpreteert economie en bedrijvigheid niet in termen van geld en cijfers, maar ziet het als complexe processen die veel meer op kunst en sport lijken dan men op het eerste gezicht zou denken. 

Volgens hem komt maatschappelijke verandering niet ‘van de politiek of van de Greta’s’ en verandert er niets wezenlijks zolang de bedrijven niet meewerken. De manier om bedrijven op de maatschappelijk verantwoorde rit te krijgen is volgens hem het zeer sterk formuleren van een missie: in een complexe economie is het inzetten van een in wezen neutraal middel als een bedrijf een daad van goed of kwaad. De ellende is volgens hem begonnen bij mensen als Milton Friedman, die de greedy of slechte missie van ‘de enige opdracht van een bedrijf is waarde creëren voor aandeelhouders’ tot het evangelie van het kapitalisme hebben verklaard. 

Baets is optimistisch en ziet dan ook met grote tevredenheid dat bijvoorbeeld de business round table (het verbond van Amerikaanse grootbedrijven) heeft verklaard dat er meer stakeholders zijn dan alleen de aandeelhouders; in tegenstelling tot de vrij pessimistisch Holslag ziet Baets juist dat de grote mentaliteitsverandering in de economie al in volle gang is. Instemmend citeerde hij dan ook DSM-baas Sijbesma van DSM: “je kunt jezelf of je bedrijf toch niet succesvol noemen in een wereld die faalt.”

Het gaat erom, zei Baets, om een complex economisch systeem of een bedrijf zo in te richten dat het zich in een spetterend zelforganiserend proces. Hij vergeleek het met een jazzcombo, goede voetbalwedstrijd of een goed uitgevoerde Flamencodans: daar ontstaan met een paar regels en een sterke culturele drive – en bovenal liefde voor de zaak! – spontaan de mooiste dingen. Coöperatieve duurzame bedrijven met een heldere missie kunnen volgens hem dus ook een dergelijke Flamenco-staat van duende bereiken, waarin werknemers, ondernemingswaarde en klanten verbonden zijn in een mooi functionerend en constructief proces. 

Marc Croonen (CHRO Vandemoortele) legt uit hoe hij de VN doelstellingen toepast.

MIER 
Terugkijkend op de dag was wel te merken dat alle impact-discussies laveren tussen hoop en vrees: dat aan de ene kant de wereld er bar slecht voor staat, maar dat aan de andere kant het bewustzijn van maatschappelijke verantwoordelijkheid bij bedrijven nog nooit zo hoog is geweest – plus dat de ongelofelijke technologische acceleratie van de afgelopen decennia ons ook steeds meer in staat stelt complexe vraagstukken op een duurzame, circulaire en inclusieve manier op te lossen. Uiteraard speelt in het bedrijfsleven altijd de strategische balanceerkunst een rol om integere en duurzame bedrijfsvoering af te zetten tegen de snelle winst. 

Op dat thema van angst werd nog even voortgeborduurd in cabaretact van varietéduo MIER, dat met confronterende participatiehumor de zaal verleide tot een tragikomische beschouwing over angst. Toen dat eenmaal achter de rug was, was het tijd om onder de middeleeuwse hanebalken van de Faculty Club het glas te heffen op een geslaagde en leerzame dag. 

Met cabaret van MIER wordt de fantastische dag bekroond.

In het voorjaar van 2020 vinden de CFO Day en CHRO Day België plaats. De data en thema's worden binnenkort hier aangekondigd.