Gaat de nieuwe Arbowet werken?

Duurzame inzetbaarheid is topprioriteit voor HR. De vernieuwde Arbeidsomstandighedenwet moet hierbij helpen. Doet hij dat ook?

De arbeidsmarkt verandert in rap tempo en duurzame inzetbaarheid prijkt dit jaar boven op de prioriteitenlijst van HR. Tegen deze achtergrond werd per 1 juli 2017 de Arbeidsomstandighedenwet aangepast.

De vernieuwde wet moet zowel werkgevers als werknemers meer betrokken maken bij de arbodienstverlening en preventie. Ook schept de wet randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts. Hoe pakken de wijzigingen in de praktijk uit? CHRO-blogger Ariënne Inden doet de vernieuwde Arbeidsomstandighedenwet uit de doeken.

Tekst: Ariënne Inden is advocaat arbeidsrecht en partner bij Marree en Dijxhoorn Advocaten

Bedrijfsarts wordt belangrijker

Door de Wet Verbetering Poortwachter is de rol van de bedrijfsarts steeds belangrijker geworden. Wilt u adequaat kunnen handelen bij arbeidsongeschiktheid, dan is een goede verstandhouding en contact met de bedrijfsarts cruciaal.

In de praktijk blijkt dit echter niet altijd gemakkelijk. Niet alleen de schaarste van bedrijfsartsen, maar ook de manier waarop de contracten zijn ingericht, maken dat u vaak genoegen moet nemen met adviezen van – een voor u onbekende – verzuimconsulent.

Deze verzuimconsulent is vaak niet (voldoende) opgeleid of onvoldoende bekend met uw organisatie om adviezen te geven waar u op kunt en mag varen. Zeker op het moment dat er snel geschakeld moet worden, belemmert deze werkwijze de effectiviteit van de aanpak van het verzuim, zo is mijn ervaring.

Los van dit knelpunt was de onafhankelijkheid van de bedrijfsartsen en de beperkte ruimte voor professionele beroepsuitoefening reden voor de adviestak van de Raad van State om de Arbeidsomstandighedenwet eens kritisch onder de loep te nemen. De SER adviseerde al in 2014 tot versterking van de mogelijkheden tot preventie en het werken aan duurzame inzetbaarheid. Dit om gezondheidsproblemen, verzuim en uitval te voorkomen en maatschappelijke kosten te besparen.

Lees ook het interview met Ariënne Inden: 'Werkgevers worstelen met duurzame inzetbaarheid'

De wijzigingen van de Arbeidsomstandighedenwet in de praktijk

De per 1 juli 2017 in werking getreden wijzigingen op de Arbeidsomstandighedenwet vormen de concrete uitwerking van deze maatregelen. Het aanstellen van een preventiemedewerker is niet alleen verplicht gesteld, ook heeft de preventiemedewerker meer taken gekregen en valt de aanstelling, diens positie in de organisatie en takenpakket onder het instemmingsrecht van de ondernemingsraad.

Ook de rol van de bedrijfsarts is verscherpt en zijn bevoegdheden zijn uitgebreid. Verder is de toegang tot de bedrijfsarts verduidelijkt en hebben werknemers sinds 1 juli 2017 de mogelijkheid een second opinion aan te vragen bij een andere bedrijfsarts. Ook is het basiscontract voor arbodienstverlening in de nieuwe wet geïntroduceerd. Hierin staat bijvoorbeeld beschreven tot wie de werknemer zich dient te wenden bij het vragen van een second opinion.

Neem contracten met arbodienstverlener onder de loep

Ondanks de verruiming van de bevoegdheden van de bedrijfsarts en de taken van de preventiemedewerker, is en blijft de werkgever verantwoordelijk voor de re-integratie. Tenslotte zijn het toezicht op de naleving van deze verplichtingen en de handhavingsmogelijkheden versterkt, waaronder begrepen de bevoegdheid tot het opleggen van een boete door het ministerie SZW.

Wat betekenen deze wijzigingen voor u in de praktijk? De aangescherpte regelgeving noodzaakt arbodiensten hun contracten aan te passen. Daarvoor hebben zij tot 1 juli 2018 de tijd. Aan u de taak om erop toe te zien dat de nieuwe afspraken met de arbodienst, het met de or af te stemmen takenpakket van de preventiemedewerker en de manier waarop – en door wie – de second opinion geregeld wordt, blijft passen bij de visie van uw organisatie op (de aanpak en preventie van) verzuim.

En, werkt het?

Leiden al deze nieuwe maatregelen nu tot een vermindering van uitval? Uiteraard is aandacht voor preventie belangrijk, maar net zo belangrijk zijn de arbeidsomstandigheden, ontwikkeling van medewerkers, doorgroeimogelijkheden en de (on)mogelijkheid binnen de organisatie medewerkers fysiek of mentaal (tijdelijk) te ontlasten. Het is een samenspel van maatregelen die duurzame inzetbaarheid van medewerkers mogelijk moet maken.

Bereid u voor op de onderhandeling

Helaas is niet elke organisatie vanwege de aard van de werkzaamheden in staat uitval te voorkomen. De nieuwe Arbeidsomstandighedenwet is een duwtje in de goede richting, maar is niet hét middel om duurzame inzetbaarheid te creëren. Dit duwtje kost bovendien geld. Het overleg en de onderhandelingen met de arbodienst, de ondernemingsraad en uitwerking van de rol van de preventiemedewerker zijn tijdrovend.

Daarnaast is de verwachting dat het aantal aanvragen voor een second opinion zal stijgen. Ook de verplichte instelling van een klachtprocedure voor arbodiensten zal zich in nieuwe contracten vertalen in een verhoging van de prijs voor de dienstverlening. Bereid u zich dus voor op de onderhandeling.