‘Geschiedenis laat zien: duurzaam geen lang leven beschoren’

Het bedrijfsleven is massaal aan de slag met duurzaamheid. De geschiedenis laat zien dat deze maatschappelijke doelen het uiteindelijk zullen afleggen.

Dit stelt James O'Toole op de website strategy+business. De oud-hoogleraar is een expert op het vlak van ondernemingsbestuur en het belang van waarden in het bedrijfsleven. Hij schreef onlangs een boek over maatschappelijk verantwoord ondernemen in de VS.

O'Toole bekeek onder meer de ontwikkeling van maatschappelijke doelen bij vijftig bedrijven over een tijdspanne van vijf decennia. Het gaat om bedrijven die nadrukkelijk de balans zochten tussen winstgevendheid en maatschappelijke doelen, zoals het bestrijden van werkloosheid en armoede, verbetering van werkomstandigheden en de leefomgeving.

“Maar heel weinig moderne bedrijven zijn er in geslaagd om verlichte ondernemingspraktijken vol te houden”, constateert O'Toole over deze vijftig ondernemingen. Op een bepaald punt krijgt het belang van de aandeelhouders namelijk de overhand en delven de goede bedoelingen het onderspit. Vooral een wisseling van de wacht aan de top is vaak een kantelpunt.

Een concreet voorbeeld is dat veel bedrijven in de jaren tachtig heel ruimhartig waren met hoe ze hun werknemers beloonden. Aandelenprogramma's, ruime pensioenregelingen en opleidingsmogelijkheden, en baanzekerheid waren de norm bij veel grote beursgenoteerde bedrijven. “Maar deze praktijken verdwenen voor de eeuwwisseling”, constateert O'Toole.

Op dit moment geven veel bedrijven invulling aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid door zich te richten op duurzaamheid, het verbeteren van de impact die ze hebben op milieu en klimaat. “Als we de geschiedenis als leidraad nemen, zullen deze ook geen lang leven beschoren zijn”, stelt hij hierover.

Een mogelijke repliek is dat O'Toole vooral praktijken in het Amerikaanse bedrijfsleven beschrijft en dat het anders gaat in het Europese bedrijfsleven. In het Europese bedrijfsmodel staat de aandeelhouder minder centraal dan in de VS en is meer oog voor andere stakeholders.

Hij haalt echter juist Unilever als recent voorbeeld aan om te laten zien hoe snel maatschappelijke doelen naar de achtergrond kunnen schuiven. Unilever geldt als een voorbeeld van een bedrijf dat maatschappelijke doelen hoog in het vaandel heeft. Toch is ook Unilever er volgens hem niet in geslaagd zijn belofte om werknemers in opkomende markten van eerlijke salarissen en ruime secondaire arbeidsvoorwaarden te voorzien volledig waar te maken.

Willen bedrijven hun maatschappelijke doelen wel een beter perspectief geven, dan is het zaak dat die verankerd worden in de bedrijfscultuur en niet afhankelijk zijn van het leiderschap. Het blijkt dat familiebedrijven en bedrijven die eigendom zijn van een stichting dit beter voor elkaar krijgen. Beursgenoteerde bedrijven zouden dus naar deze organisaties moeten kijken voor inspiratie. O'Toole is echter sceptisch of dat wel zin heeft. “Mijn lezing van de geschiedenis van het bedrijfsleven is dat een pluralistische economie met een gezonde mix van private en beursgenoteerde bedrijven en organisaties zonder winstoogmerk het beste perspectief bieden voor welvaart en een eerlijke samenleving.”

Lees ookGevangen in eeuwige zoektocht naar aandeelhouderswaarde