“Kennis van drijfveren is de sleutel tot betere loopbaankeuze”

"Je wordt aangenomen om wat je kunt en ontslagen om wie je bent. Zou het niet verstandig zijn als we mensen om beide redenen aannemen?", schrijft executive coach Henk Breukink in zijn nieuwe boek Drijfveren & Gedrag. Zoals de titel al aangeeft, hecht hij vooral belang aan de kennis van menselijke drijfveren. "Mensen die weten wat hun drijfveer is en daarnaar handelen, zijn het gelukkigst en ervaren meer voldoening en presteren vaak ook beter."

Op de cover van Drijfveren & Gedrag, het nieuwe boek van Henk Breukink, staat een man voor de spiegel. Net als in het bekende schilderij van René Magritte, kijkt hij tegen zijn eigen achterhoofd aan. Is het een gemis dat hij zichzelf niet in zijn gezicht kan kijken? Ja, antwoordt Breukink desgevraagd.

Breukink heeft meer dan 25 jaar ervaring als executive coach en heeft bijna duizend professionals begeleid bij het verkrijgen van zelfinzicht. “Zelfkennis vormt de basis voor persoonlijke groei en wijsheid”, is zijn overtuiging.

“Zelfkennis is de basis van persoonlijke groei en wijsheid”

Dit idee is misschien niet nieuw – de oude Grieken benadrukten al het belang van het aloude ‘ken u zelve’. Maar Breukink geeft hier wel een ongebruikelijk draai aan: hij hecht vooral belang aan inzicht in de eigen drijfveren, dat wil zeggen ‘de innerlijke motivaties en waarden die ons gedrag en beslissingen beïnvloeden, vaak zonder dat we ons daarvan bewust zijn’. Deze drijfveren zijn al vroeg in ons leven gevormd en veranderen na ongeveer ons twintigste levensjaar nauwelijks meer.

Drie soorten drijfveren

Breukink onderscheidt op gezag van veertig jaar onderzoek aan Harvard University drie primaire drijfveren: taakgericht, relatiegericht en invloedgericht. Taakgerichte personen zijn gericht op het werk zelf, niet op mensen. Ze hechten waarde aan efficiëntie, resultaten behalen en perfectie nastreven. De essentie is, zegt Breukink: “werk, geen mensen.” Relatiegerichte personen zijn daarentegen gericht op menselijke interactie en verbinding. Ze hechten waarde aan samenwerking, harmonie en het opbouwen van relaties. De essentie hier is: “mensen, geen werk.” De derde categorie bestaat uit invloedgerichte personen die zijn gericht op impact maken, anderen beïnvloeden en/of controle uitoefenen: “mensen en werk dus”.

“Nederland zal niet snel iemand als Churchill voortbrengen, dat past niet in onze cultuur”

Uiteraard hoeft iemand niet per se één drijfveer te hebben, meestal gaat het om een combinatie waarin één van de drie dominant is. Verder benadrukt Breukink dat één soort drijfveer niet per se beter is dan de andere. En aangezien iemands drijfveren, zoals Breukink het omschrijft, ‘net zoiets als je ledematen’ zijn – een onlosmakelijk deel van wie je bent – heeft het ook weinig zin om te proberen te sleutelen aan iemands drijfveren, iemands Motivatieprofiel.

Al zou je misschien wensen dat het anders was. Zo constateert Breukink dat in Nederland weinig mensen ‘invloedgericht’ zijn. Wie de klachten over het gebrek aan ‘leiderschap’ binnen de overheid kent, kan zich er wel wat bij voorstellen. Maar: “Het is wat het is”, zegt Breukink. Nederland zal nu eenmaal niet snel iemand als Churchill voortbrengen, dat past niet in onze cultuur. Zakelijke leiders als Bill Gates of Steve Jobs zul je hier evenmin snel aantreffen – ‘Nederland is een typisch MKB-land’. Een land waar taakgerichte en relatiegerichte mensen de boventoon voeren. Misschien dat dat ooit anders wordt, maar daarvoor zal nog heel wat water door het laagland moeten stromen.

Ken je drijfveren

Wanneer je je eigen drijfveren kent, kun je beter beslissingen nemen die werkelijk bij je passen. Je begrijpt beter hoe je reageert op verschillende situaties en weet precies waar je energie van krijgt. Onderzoek wijst uit dat mensen die hun drijfveren kennen en daarnaar handelen doorgaans gelukkiger zijn, meer voldoening ervaren en vaak betere resultaten behalen. Ze werken vanuit hun hart en niet alleen vanuit hun hoofd. Wie zichzelf begrijpt, kan ook anderen beter begrijpen en effectiever met hen samenwerken. Tot slot helpt het je om ongebruikt potentieel te herkennen en te benutten, waardoor je meer uit jezelf kunt halen.

Zelfkennis – lees: door welke drijfveren word ik gemotiveerd en in welke onderlinge verhouding – is daarom ook van cruciaal belang als je bewuste loopbaankeuzes wil maken, die aansluiten bij je waarden en doelen. Een goede match tussen jouw persoonlijke profiel en je baan en organisatie geeft energie, terwijl een mismatch juist energie kost en kan leiden tot frustratie of stress.

Beter matchen

Inzicht in iemands drijfveren kan ook voor HR-professionals van grote waarde zijn. Het stelt hen in staat om betere werving en selectie uit te voeren door verder te kijken dan naar ‘harde’ factoren zoals iemands competenties, kennis en ervaring. Door te begrijpen wat kandidaten motiveert, kunnen HR-professionals betere matches maken tussen persoon, functie en organisatiecultuur. Of om de baan misschien een beetje bij te boetseren, zodat deze beter aansluit bij iemands profiel. Jobcrafting, dus.

“Drijfveren zijn als ledematen: je kunt ze niet veranderen, maar wel leren gebruiken.”

Wanneer medewerkers eenmaal in dienst zijn, kunnen HR en leidinggevenden dankzij kennis van drijfveren gerichte ontwikkeling en coaching bieden die werkelijk aansluit bij de persoon, zodat ze hun ongebruikt potentieel beter kunnen verwezenlijken. Ook kunnen teams effectiever worden samengesteld door inzicht in de individuele dynamiek en motivatiepatronen van teamleden, wat de samenwerking verbetert. Denk hierbij aan diversiteit van gedrag dat een positief effect zal hebben. Het kan allemaal leiden tot een werkomgeving waarin mensen authentieker kunnen handelen, wat resulteert in meer voldoening, betrokkenheid en betere prestaties.

Bange mannen

Dit klinkt allemaal vrij logisch. “Toch onderschatten vaak mensen hoeveel mogelijkheden ze hebben om werk te vinden dat beter bij hun drijfveren past.”, zegt Breukink. Sterker nog: “Ze hebben simpelweg nooit nagedacht over die drijfveren.” Ongeveer 20 procent van de mensen heeft werkelijk een goed beeld van zichzelf, stelt Breukink, op basis van de profielen van duizenden mensen en hun antwoorden op vragenlijsten waar ze het zelf mogen zeggen.

Daar komt bij dat lang niet iedereen zichzelf wil leren kennen. “Het komt ook nog wel eens voor dat mensen met wie ik heb afgesproken niet komen opdagen omdat de angst is toegeslagen. Heel bijzonder. Want waar ben je precies bang voor? Voor jezelf?!” Vooral mannen, die hun prestaties vaak afmeten aan die van anderen en eerder angst voor het onbekende hebben, doen weinig aan introspectie. Vrouwen kennen zichzelf vaak beter, mogelijk door fysiologische verschillen (meer verbindingen tussen hersenhelften) en andere maatschappelijke verwachtingen, en kunnen zich meer laten leiden door hun nieuwsgierigheid hoe ze het beste ‘dicht bij zichzelf’ kunnen blijven.

“Wie zichzelf begrijpt, kan ook anderen beter begrijpen.”

Ook HR-professionals kijken zelden naar drijfveren van (potentiële) werknemers en of die passen bij het werk en de organisatiecultuur. Zeker onervaren mensen – ‘en recruiters zijn helaas vaak onervaren’ – richten zich vaak meer op zichtbare aspecten zoals opleiding, vaardigheden, ervaring en competenties.

En ze hanteren vaak conventionele methoden, zoals vragenlijsten en ongestructureerde interviews – allemaal ontoereikend om iemands werkelijke drijfveren op te diepen, aangezien mensen vaak invullen wie ze denken te zijn of willen zijn, niet wie ze werkelijk zijn. “Ze vullen hun beweegredenen in, niet hun drijfveren,” legt Breukink uit. “Het woord ‘beweegreden’ suggereert al dat het iets bedachts is.” Het gevolg is wel dat mensen ‘worden aangenomen om wat ze kunnen en ontslagen om wie ze zijn’. Of in elk geval dat ze lang niet altijd goed tot hun recht komen in hun werk.

Betere methode

Zonde. Terwijl het best mogelijk is om de drijfveren van mensen boven water te krijgen, stelt Breukink. In zijn eigen praktijk maakt hij hiertoe gebruik van een methode die bekendstaat als de Harvard versie van de Thematic Apperception Test (TAT).

Hierbij krijgen mensen de opdracht om naar aanleiding van beelden die ze krijgen voorgeschoteld korte verhalen op te schrijven. In een neutrale omgeving, zonder aanwezigheid van anderen. En omdat de deelnemers niet weten wat er precies gemeten wordt, kunnen ze het resultaat nauwelijks beïnvloeden. De analyse van deze verhalen gebeurt objectief, aan de hand van een gedetailleerde manual en met het vier ogen-principe, waarbij twee assessoren onafhankelijk kijken.

De Thematic Apperception Test – Breukink spreekt ook wel van een ‘motive inventory’  – geeft een veel dieper inzicht in iemands werkelijke drijfveren dan conventionele methoden, aldus Breukink, een soort ‘kijken wat er in iemands hoofd zit’.

Dé manier om die man op de omslag van zijn boek zichzelf eindelijk eens recht in de ogen te laten kijken, met andere woorden. Nu maar hopen dat Breukink gelijk heeft, en dat die man inderdaad gebaat is bij een confrontatie zichzelf.

Drijfveren & gedrag

Henk Breukink

Uitgever: VMN media

ISBN: 9789462159143

Prijs: € 39,95