Herplaatsingsverplichting betekent overleg voeren met werknemer
Een werkgever vraagt een ontslagvergunning aan bij het UWV op basis van werkvermindering (een van de bedrijfseconomische gronden). Deze wordt door het UWV toegewezen, waarna de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt. De werknemer is het hier niet mee eens en start een procedure bij de rechter.
De rechtbank Noord-Nederland oordeelt vervolgens, in tegenstelling tot het UWV, dat niet is voldaan aan de herplaatsingsverplichting. De werkgever had aangevoerd dat de vacatures binnen de organisatie niet passend waren voor de werknemer, wat onder meer zou blijken uit het feit dat de werknemer zwaar overgekwalificeerd was en een veel hoger loon kreeg dan dat hoorde bij de vacature. Dit is volgens de rechter onvoldoende. Op grond van goed werkgeverschap moet de werkgever de werknemer (actief) bij het onderzoek betrekken. Er dient overleg plaats te vinden. Nu er in deze zaak geen enkel contact met de werknemer is geweest over het ontslag of de herplaatsing en daarvoor geen reden is aangevoerd, is er niet voldaan aan de herplaatsingsverplichting. Door niet in gesprek te gaan, is geen rekening gehouden met de belangen van de werknemer en handelt de werkgever ernstig verwijtbaar. Een billijke vergoeding van € 15.000 wordt toegewezen.
De conclusie op basis van deze uitspraak lijkt nu te zijn dat de actieve en initiërende aanpak die van de werkgever wordt verwacht bij zijn herplaatsingsverplichting, steeds verder wordt uitgebreid. De werkgever dient de werknemer te betrekken bij het onderzoek naar passende functies. Overleg tussen de werkgever en werknemer lijkt vereist, wil er worden voldaan aan de herplaatsingsverplichting. Gebeurt dit niet, dan bestaat er een mogelijkheid dat de werkgever ernstig verwijtbaar handelt en dus een billijke vergoeding verschuldigd is.
[Door: Irene Luijt-Visser, sectievoorzitter Arbeid & Organisatiebij Marxman Advocaten]