Het voorkomen van hoogmoed bij leiders verdient alle aandacht: proactieve maatregelen helpen

Hoogmoed is een ernstige aandoening die voortvloeit uit te veel macht. Bij uitstek leiders zijn hier vatbaar voor, aldus Manfred Kets de Vries in een recente publicatie voor INSEAD.

Hoogmoed is een ernstige aandoening die voortvloeit uit te veel macht. Bij uitstek leiders zijn hier vatbaar voor, zo legt Manfred Kets de Vries uit in een publicatie, hoogleraar leiderschapsontwikkeling en organisatieverandering aan de businessschool INSEAD. Mensen die lijden aan hoogmoed denken dat de manier waarop zij naar de wereld kijken, is zoals de wereld hoort te zijn. Ze overschatten hun capaciteiten, vaak in extreme mate, en beschouwen zichzelf als grenzeloos. Zelfs als ze falen, houden ze vast aan de illusie van hun eigen gelijk.

Een dergelijke houding draagt volgens Kets de Vries bij aan onverantwoord gedrag, een gevoel van roekeloosheid en zelfs immorele handelingen, zo vervolgt de hoogleraar. Ongecontroleerde zelfingenomenheid drijft veel leiders op een pad van zelfvernietiging, waardoor ze hun organisaties met zich meetrekken.

Hoewel hoogmoed vaak gepaard gaat met narcisme, zijn er belangrijke verschillen. Narcisten hebben een opgeblazen zelfbeeld en hunkeren naar de goedkeuring en bewondering van anderen. Maar in tegenstelling tot hoogmoedige individuen zijn narcisten niet zo dronken van macht dat ze het contact met de realiteit volledig verliezen. Zolang ze grip op de werkelijkheid behouden en beslissingen nemen die gericht zijn op het verbeteren van hun positieve zelfbeeld, blijft hun narcisme ‘beperkt’.

Narcisme is een persoonlijkheidskenmerk dat in het vroege leven wordt gevormd. Hoogmoed daarentegen is een verandering in iemands karakter is die optreedt bij het verkrijgen van aanzienlijke macht. Hoogmoed is daarom eerder een tijdelijke aandoening die specifiek is voor leiderschapsposities, dan een fundamentele persoonlijkheidsfout. Hoogmoedige leiders zoeken geen podium, in tegenstelling tot narcisten. Ze testen de grenzen van acceptabel gedrag, in de overtuiging dat ze superieur zijn aan wie dan ook. Het gevoel van almacht ontaardt in roekeloos en impulsief gedrag dat hoogmoedige leiders uiteindelijk de kop kost, zo concludeert Kets de Vries.

Overmoed kan ook weer verdwijnen. De beste remedie is om de leiders uit hun machtspositie te halen.

Hoogmoed voorkomen

Omdat leiders gevoeliger zijn voor macht, moeten ze proactieve maatregelen nemen om hoogmoed te voorkomen. Ze moeten leren om hun drijfveren te begrijpen en sterke zelfkennis ontwikkelen. Verder moeten ze openstaan voor feedback en kritiek, weten hoe ze om zichzelf moeten lachen en bescheiden leidinggeven. Het helpt als ze een gezonde dosis zelfkritiek hebben. De bereidheid om zichzelf objectief te beoordelen kan dienen als een effectieve tegenmaatregel tegen hoogmoed.

Geef constructieve feedback

Omdat hoogmoed blind maakt voor zelfbewustzijn, is het nuttig om leiders voortdurend te herinneren aan hun sterke en zwakke punten. Regelmatige feedback helpt bij het identificeren van sterke en zwakke eigenschappen. Zo ontstaat een gevoel van verantwoordelijkheid. Leiders die luisteren naar advies hebben een kleinere kans om hoogmoed te ontwikkelen.

Gebruik humor en ironie

Ook effectief tegen hoogmoed is ironie. Het is een is een subtiele vorm van kritiek die contrast tussen schijn en werkelijkheid benadrukt. Kwaliteiten als humor en cynisme kunnen inderdaad bescherming bieden tegen overmoedig gedrag. Het vermogen van een leider om zichzelf uit te lachen kan behoorlijk bevrijdend zijn

Verder kunnen realisme en bescheidenheid het machtsgevoel temperen. Bescheidenheid is een eigenschap die leiders moeten cultiveren. Oefen macht uit zonder arrogantie en buitensporige trots, zo raadt Kets de Vries aan. Bedachtzame leiders streven ernaar hun vroegere manier van leven te behouden en kiezen er feitelijk voor om de attributen van macht te vermijden.