Hoe de arbeidsproductiviteit omhoog kan – en de krapte op de arbeidsmarkt tegengegaan

AWVN pleit voor hogere arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit in Nederland groeit nauwelijks nog. Dat is zorgelijk, zeker met de toenemende vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt. Hoe komt het dat de groei van de arbeidsproductiviteit achterblijft? En wat kan hier aan worden gedaan?

Gezien de enorme arbeidsmarktkrapte waar we ons nu en de komende jaren in bevinden, zal de arbeidsproductiviteit – de productie van één werknemer in een bepaalde periode – omhoog moeten. Het liefste in een hoog tempo. Maar dat lijkt niet te gebeuren. De arbeidsproductiviteit stijgt wel, maar de groei vlakt af.

Dit blijkt tenminste uit cijfers van het CBS en het CPB: in 2022 was de toename van de arbeidsproductiviteit 0,5 procent, terwijl voor de jaren daarna een groei van rond de 1 procent per jaar wordt voorspeld. In de jaren zeventig was dit nog rond de 8 procent per jaar.

Drie verklaringen

Hoe komt het dat de arbeidsproductiviteit achterblijft? Jena de Wit, beleidsadviseur van de AWVN gaat hier nader op in in een artikel op de site van de werkgeversvereniging. Een mogelijke verklaring is dat de manier waarop we de arbeidsproductiviteit meten niet meer past bij de huidige economie. We meten vooral de output in euro’s of aantallen producten, maar niet de kwaliteit of de waarde van de diensten die we leveren.

Ook zijn investeringen in immateriële zaken, zoals software, onderzoek en ontwikkeling, moeilijk te meten. Deze zaken zijn echter wel belangrijk voor de productiviteit, vooral in een kenniseconomie zoals Nederland.

Een andere verklaring is dat de technologische ontwikkelingen niet altijd leiden tot een hogere productiviteit. Technologie kan weliswaar taken automatiseren en versnellen, maar ook nieuwe taken creëren die meer tijd en vaardigheden vergen. Bovendien moeten werknemers goed kunnen omgaan met de nieuwe technologie, anders kan het juist averechts werken. Daarom is het belangrijk om te investeren in scholing en opleiding van werknemers, zodat ze hun digitale vaardigheden kunnen verbeteren.

Een derde verklaring is dat de samenstelling van de arbeidsmarkt invloed heeft op de productiviteit. In Nederland zijn er veel zelfstandigen, die minder mogelijkheden hebben om te investeren in middelen of scholing om hun productiviteit te verhogen. Ook zijn er veel mensen werkzaam in arbeidsintensieve sectoren, zoals de zorg, de horeca en de persoonlijke dienstverlening? In deze sectoren is het lastig om de productiviteit te verhogen, omdat het werk vaak afhankelijk is van menselijke interactie en kwaliteit.

Leercultuur

De Wit geeft ook een aantal suggesties om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Haar belangrijkste suggestie: zorg voor een leercultuur, waarbij werknemers voortdurend bezig zijn met leren en ontwikkelen, zodat ze hun vaardigheden kunnen aanpassen aan de veranderende eisen van het werk. “De opgave voor organisaties is dan ook om medewerkers zo goed mogelijk mee te nemen in technologische ontwikkelingen en te investeren in de (digitale) vaardigheden die hiervoor benodigd zijn.”