Door de opkomst van het hybride werken maken teams hun potentieel steeds vaker niet waar
Sinds de jaren tachtig zweren veel organisaties bij teams. Terecht, schrijven Constance Noonan Hadley (organisatiepsycholoog aan de Boston University Questrom School of Business) en Mark Mortensen (universitair hoofddocent Organisatiegedrag bij INSEAD) in de Harvard Business Review. Goede teams kunnen creatieve oplossingen bieden voor complexe problemen, vinden zij, en het welzijn en de productiviteit van werknemers verhogen.
Stijgende kosten, dalende opbrengsten
Helaas brengen zelfs goed presterende teams kosten met zich mee. En die stijgen door de opkomst van het hybride werken. Bovendien dalen de opbrengsten.
De kosten stijgen doordat de complexiteit toeneemt. Elk teamlid werkt nu soms op kantoor en soms op afstand, waardoor het moeilijker en duurder wordt de werkzaamheden in een team te coördineren. Bovendien willen de werknemers ook meer autonomie over hun werkschema’s.
De opbrengsten dalen door hybride werken, vooral als het gaat om creatief werk. Ook komen visievorming en besluitvorming lastiger tot stand. Hybride teams lijden verder onder een gebrek aan sociale verbondenheid en saamhorigheid.
Losvaste samenwerking
Een mogelijke oplossing is volgens de auteurs om over te stappen van teams naar losvaste samenwerkingsverbanden van werknemers rondom bepaalde projecten (‘co-acting groups’).
Het grote voordeel van een samenwerkende groep boven een team is dat deze makkelijker te managen zijn. “In plaats van dagelijkse of wekelijkse teamvergaderingen kunnen managers bijvoorbeeld met elk groepslid afzonderlijk contact opnemen. Omdat één-op-één interacties gemakkelijker te orkestreren zijn, zouden de coördinatiekosten lager moeten zijn dan die van hybride teams.”