Interview: de gevolgen voor HR van het pensioenakkoord

Interview: de gevolgen voor HR van het pensioenakkoord
De polder onderhandelde acht jaar moeizaam om tot het pensioenakkoord te komen. Zijn er gevolgen voor HR?

Flexibeler, meer oog voor de belangen van jongeren, afschaffing van de doorsneesystematiek. Toch kan het pensioenakkoord ook op negatieve feedback rekenen; er is veel kritiek op die nog altijd stijgende AOW-leeftijd en de ‘kunstmatig laag gehouden rekenrente’. En ook HR-professionals hebben zo hun bedenkingen.

“Het akkoord geeft een dubbel gevoel”, zegt Michel Hoes, Product Owner Team Arbeidvoorwaarden HR bij zorgverzekeraar VGZ. “Aan de ene kant ben ik blij dat er polderend toch resultaat kon worden geboekt. Maar aan de andere kant is er reden voor grote bezorgdheid. Want dit is niet meer dan een akkoord op hoofdlijnen en om daartoe te komen, zijn we acht jaar aan het praten geweest, extreem lang. Als je ziet wat in die tijd allemaal in het bedrijf is gebeurd … Bij dat razende tempo blijft de landelijke ontwikkeling ver achter.”

Dat baart te meer zorgen omdat alle details uit het akkoord nog moeten worden uitgewerkt. Voor eerder stoppen met werken in zware beroepen moeten bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt in de cao’s. “En gezien het voortraject houd ik mijn hart vast hoe lang dat dan wel niet gaat duren”, vraagt Hoes zich hardop af. Als VGZ-vertegenwoordiger voerde hij het cao-overleg met de bonden. Daarbij kwam ook het pensioen ter sprake.

Eigen cao

“Bij VGZ is het merendeel van de ongeveer 1900 medewerkers heel tevreden over onze arbeidsvoorwaarden”, aldus Hoes. “Maar met de interesse voor pensioenen is het een stuk minder gesteld. Wij hebben een eigen cao en een eigen pensioenregeling. Werknemers betalen grofweg een kwart, wij als werkgever de rest en dan praat je toch over 20 procent van het individuele salaris. Iemand werkt dus één dag in de week voor zijn of haar pensioen.”

Om tevreden werknemers in huis te halen en te houden, heeft VGZ allerlei aanpassingen aan de pensioenregeling gedaan. Het wachten op die landelijke oplossing – lees: het pensioenakkoord – maakte dat er niet gemakkelijker op. “Dat kostte veel tijd en energie. Ook voor FNV, CNV en de Unie was het moeilijk om afspraken te maken, vanwege dat uitblijven van een akkoord op nationaal niveau. Onderwerpen lagen heel gevoelig, de besprekingen verliepen moeizaam. Juist ook omdat het landelijk zo traag ging. Uiteindelijk zijn we er binnen een tijdsbestek van een jaar toch uitgekomen en hebben we de pensioenregeling kunnen vernieuwen.”

Desinteresse pensioen

De 1900 VGZ-medewerkers hebben nu de beschikking over een individueel pensioen-keuzebudget, waarmee de invloed op hun eigen pensioengeld toeneemt. Zo kunnen werknemers kiezen tussen een normale pensioenopbouw of juist een lagere.

“Bij die laatste optie krijg je minder geld bij pensionering, maar juist meer salaris nu. Hiermee kan iedereen zelf kiezen voor hogere netto-inkomsten nu in ruil voor een wat lager pensioen straks. Ongeveer 10 procent van de VGZ-werknemers heeft van die keuzemogelijkheid gebruikgemaakt, een derde van onze gehele organisatie heeft de informatiemodule van het pensioen-keuzebudget helemaal doorgenomen. Gezien de desinteresse voor het onderwerp ‘pensioen’ onder mensen is dat zeker geen slechte score. We hopen dat met dit soort innovaties de belangstelling en ook de medewerkerswaardering van het onderwerp ‘pensioen’ toenemen.”

Nu door het pensioenakkoord de AOW-gerechtigde leeftijd minder snel stijgt dan tot voorheen, doemt er een probleem op. “Het akkoord leidt ertoe dat de AOW op lagere leeftijd wordt toegekend dan de pensioenen worden verstrekt”, zegt Michel Hoes. “De pensioenleeftijd voor de fondsen is onder fiscale druk vorig jaar juist verschoven van 67 naar 68 jaar. Daardoor zullen werknemers bij eerder stoppen op hun vervroegde AOW leeftijd wel zes tot twaalf maanden opbouw missen. Hoe die periode van niet-opbouw moet worden opgevuld, is één van die details uit het akkoord waarvoor nog een oplossing moet worden gevonden. Los van wie al deze ontwikkelingen nog zal snappen”

Remmende groei

Of jongeren in deze tijden van war for talent vanwege een goede pensioenregeling voor een werkgever als VGZ zullen kiezen? Michel Hoes is realistisch: “Nee, echt niet. De belangstelling blijft beperkt. Als zorgverzekeraar zitten wij niet in een situatie van remmende groei door personeelsgebrek, zoals je in andere sectoren wel ziet. Maar we merken wel dat bepaalde specialistische functies als in IT, datagerichte functies en audit moeilijker te vervullen zijn. Een uitstekende pensioenregeling haalt jong talent dan echt niet over de streep, voor die groep zijn andere zaken veel belangrijker.”

Overigens kan ook bij VGZ de regeling op termijn van inhoud veranderen. “We hebben met de bonden afspraken gemaakt dat als de kosten door de extreem lage rente te hoog oplopen, er een kostenplafond van toepassing is. Dit kan tot een lagere toekomstige opbouw voor alle werknemers leiden.”

Of Michel Hoes zelf tevreden is als hij bij VGZ zijn pensioen haalt? “Ik ben 45 jaar, dus dat moment ligt in de verre toekomst.” Maar wanneer die pensionering voor hem dan uiteindelijk komt, gezien de minder snel stijgende AOW-leeftijd? “Ik denk als ik een jaar of 70 ben …”