Ivoren torengedrag leiders verergert groeiende kloof op de werkvloer

Er gaapt nog altijd een diepe kloof tussen het management en degenen die hun handen laten wapperen. Dat schaadt organisaties en economie. Leiders moeten veel actiever voeling houden met de basis, ziet Jancees van Westering.

Door Jancees van Westering

Strak in het pak liep ik als jonge, academisch gevormde directie-assistent de fabriek binnen om een slepend conflict op te lossen tussen commercie, kwaliteitscontrole en productie. De zaak zat muurvast en dat liep in de papieren. Ik ben bang dat ik mij toen wat verheven voelde boven al die mannen in overall, die tussen dampende en stampende machines hun werk deden. En zij zagen mij met een mengsel van ontzag en wantrouwen hun terrein betreden.

“We hebben schijt aan jullie daar boven!, luidde steevast de reactie”

Mijn nieuwsgierigheid won het echter van de misvatting dat ik bezig was beneden mijn stand te functioneren. Ik ging de afdelingen langs en begon vragen te stellen. Dat bleek nog nooit te zijn gebeurd: dat een vertegenwoordiger van de directie komt vragen hoe het met je gaat. En de tijd neemt om te luisteren naar het antwoord.

Het werden lange sessies met koffie en sigaren (dat kon toen nog), waarin alle frustraties de revue passeerden. Ik luisterde en schreef alles op. Mijn baas bleek vervolgens niet bijster geïnteresseerd in al die verhalen. “Wat ga je nou doen om het probleem op te lossen?” , was het enige wat hij mij voorhield.

Patstelling doorbroken

Intussen had ik een redelijk inzicht verkregen in het probleem dat ik geacht werd op te lossen. “Doe mij een lol en maak nog een extra proefje!”, vroeg ik aan de voorman van de productieafdeling X. “Het zou mooi zijn als je een ander mengsel uitprobeert”, riep ik tegen productieafdeling Y. “Kan je nog eens kijken naar het nieuw behaalde resultaat?”, vroeg ik aan het hoofd kwaliteitscontrole.

“We hebben schijt aan jullie daarboven!”, luidde steevast de reactie, “Maar voor jou willen we het wel doen!” Binnen een week was de patstelling doorbroken en het probleem opgelost. En ik deed een poging om mijn baas te interesseren in de frustraties die tijdens mijn gespreksrondes werden geuit.

Een jaar later veranderde ik van baan. Bij mijn afscheid kreeg ik te horen: ”Je was hier niet echt op je plaats. Maar toegegeven: de samenwerking met de fabriek is in de tijd dat jij hier rondliep nooit zo goed geweest!”

Russische leger

Wie anno 2022 ‘Contact tussen management en werkvloer’ googelt, krijgt tal van items voorgeschoteld waarin het woord ‘kloof’ centraal staat. En wie het nieuws volgt kent tal van voorbeelden waarbij zaken volledig uit de hand lopen omdat de top onvoldoende luistert naar de basis: variërend van de Toeslagenaffaire tot de recente afgang van het Russische leger. Kortom, het is nog steeds een actueel en universeel verschijnsel: leiders die geneigd zijn om in hun superieure bubbel te blijven hangen en vandaaruit te bepalen hoe het verder moet.

Intussen weten we al jaren hoe essentieel het is dat de top –van welke organisatie dan ook- voeling houdt met de basis. Hoe vitaal aandacht is en het feit dat er naar je wordt geluisterd. En hoe uitgesproken waardering bijdraagt tot de motivatie en prestaties van medewerkers. In dat licht zou je ivoren toren-gedrag irrationeel kunnen noemen.

Blinde hoek

Ik herinner mij m’n toenmalige baas als een hyper intelligente man die obsessief bezig was met markten veroveren en kosten besparen. Zijn contacten bleven beperkt tot de subtop. Hij hield daarbij van grappen maken, maar was toch vooral bezig met medewerkers kritisch volgen. Luisteren, begrip tonen en waardering uiten was , zoals dat heet, niet echt zijn ding. Terwijl hij juist daardoor het rendement van de onderneming had kunnen verhogen!

“De meeste leiders kennen zichzelf niet”, verklaart super coach Manfred Kets de Vries in een recent interview (NRC Zaterdag 12 september jl.), “En ze zijn vaak nogal narcistisch en machtsbelust”. Mag je daaruit concluderen dat empathie voor menige topman of -vrouw een blinde hoek is? En dat je van zulke karakters eenvoudigweg niet mag verwachten dat zij vol warme belangstelling de werkvloer opzoeken? Die leiders zijn een flink risico voor de organisatie.

Motto

Want een goed contact tussen top en basis is cruciaal voor het succes van een organisatie: om mensen te motiveren en tijdig vitale informatie op te pikken. Dus dient die contactfunctie –hoe dan ook- door het management te worden ingevuld. Bestuursvoorzitter van schoonmaakbedrijf CSU John van Hoof verdedigde dit standpunt eerder in een artikel op CHRO.nl. Niet alleen door te roepen hoe belangrijk het contact met de werkvloer is.

“Ze geloven je pas als ze je zien!”

Van Hoof geeft ook een voorbeeld van de manier waarop dat contact in het systeem van zijn onderneming is opgenomen: via de Nationale Meewerk Week, waarbij mensen van de top samen aan de slag gaan met de mensen van de werkvloer.

Een mooi motto voor dit alles komt tenslotte van de inmiddels overleden Koningin Elisabeth: “Ze geloven je pas als ze je zien!”