Koopkrachtverlies en hogere premies door nieuwe pensioenwetgeving

Pensioenfondsen en hun deelnemers ondervinden de komende jaren forse hinder van de gewijzigde pensioenwetgeving.

De koopkracht van gepensioneerden daalt de komende tien jaar gemiddeld met nog eens 5 procent, bij pensioenfondsen met een jong deelnemersbestand of een defensief beleggingsbeleid kan dit zelfs oplopen tot 10 procent.
Dat concludeert Aon Hewitt, wereldwijd marktleider in human-resourcemanagement, consultancy en outsourcing. 
Vooruitlopend op de resultaten van een studie die Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid instelde, onderzocht Aon Hewitt de effecten van twee recente wijzigingen in de pensioenwetgeving: het nieuwe Financieel Toetsingskader (nFTK) en de gewijzigde rekenrente voor pensioenfondsen (UFR), die sinds juli van toepassing is. Een van de redenen voor de tegenvallende cijfers is dat pensioenfondsen hun verplichtingen met 20 miljard euro zagen stijgen door de nieuwe UFR-methodiek. Het vrije vermogen van pensioenfondsen daalt hierdoor de komende jaren met zeker 30 miljard euro extra als de rente op het huidige niveau blijft.
Premiestijging
Het effect op de pensioenpremies is sterk afhankelijk van de manier waarop pensioenfondsen hun premies berekenen. Bij fondsen die een kostendekkende premie berekenen, stijgen de premies op korte termijn het meest: 10 tot 12 procent. Voor fondsen met jonge deelnemers kan de stijging zelfs oplopen tot meer dan 20 procent. 
Naast een kostendekkende premie, kunnen fondsen er voor kiezen de premie te dempen op basis van de gemiddelde rente. In dat geval krijgen zij op de langere termijn sowieso met een premiestijging van 30 procent te maken. Door het nFTK en de nieuwe UFR-methodiek zal de premie met meer dan 20 procent extra stijgen. 
De meeste pensioenfondsen passen premiedemping toe op basis van verwacht fondsrendement. Bij die fondsen zal de premiestijging in het algemeen lager zijn dan bij fondsen die hun premie niet dempen. Met name bij fondsen die minder beleggingsrisico nemen, zullen de premies zonder versobering van de pensioenregeling echter stijgen met dubbele cijfers. Een rentestijging kan de pijn voor fondsen en deelnemers enigszins verzachten, maar ook bij een hogere rente zal op korte termijn geen hosannastemming heersen.
Totale premie stijgt minstens één miljard
“De recente wijzigingen maken dat de pensioenpremies komend jaar met minimaal één miljard euro stijgen”, stelt Frank Driessen, Chief Commercial Officer bij de afdeling Retirement & Financial Management van Aon Hewitt. Hij benadrukt dat dit bedrag op de langere termijn nog hoger uit kan vallen. 
Indexatie blijft langer uit
Naast een premiestijging voorziet Driessen langer uitstel van een verhoging van de opgebouwde pensioenen. “De nieuwe rekenrente leidde al tot lagere dekkingsgraden. Dat effect wordt de komende jaren naar verwachting nog wat groter.” Bovendien mogen pensioenfondsen onder het nFTK pas later met indexeren beginnen. Gepensioneerden voelen het extra koopkrachtverlies direct in hun portemonnee; werknemers pas nadat zij met pensioen zijn gegaan. “Maar zonder wijziging van de pensioenregeling zullen de premies van de meeste pensioenfondsen stijgen,” aldus Driessen. “En dan daalt ook bij werknemers de koopkracht op korte termijn.”
Bron: Aon Hewitt