Liever HR analytics dan heilige huisjes
Autofabrikanten die weigeren hun modellen te laten testen? Opladers die TNO ‘zeer brandgevaarlijk’ noemt? Een verstandig mens koopt ze niet. Waarom zijn we niet even kritisch bij keuzes die we voor HR maken?
We vertrouwen erop dat gebruiksvoorwerpen en infrastructuur voldoen aan allerlei technische eisen. We gaan ervan uit een brugleuning ons gewicht houdt. Een leverancier die zijn product niet wil laten testen met als argument dat het dan misschien stuk gaat, zouden we uitlachen.
Maar bij het ontwikkelen en implementeren van HR-beleid zijn veel organisaties een stuk minder kritisch. Stellen organisaties wier producten en diensten voldoen aan de strengste EU-testeisen, dezelfde eisen aan hun HR-systemen en -interventies?
Ik denk dat dit slechts bij een kleine minderheid het geval is. Waarom zijn organisaties minder scherp als het gaat om bijvoorbeeld werving en selectie van medewerkers? Op papier het belangrijkste kapitaal van de organisatie.
Eén reden die ik geregeld te horen krijg is: we moeten niet alles kapot willen analyseren.
Analyse als ‘mood spoiler’
Dat klinkt vanzelfsprekend. Kapot analyseren heeft een negatieve associatie, bij persoonlijke relaties bijvoorbeeld of creatieve prestaties zoals het bedenken van reclamecampagnes. Dan is analyse al gauw een ‘mood spoiler’.
Maar wat gaat er dan kapot als je bijvoorbeeld met behulp van data-analyse bekijkt welke nieuwe medewerkers het snelst doorgroeien? Of onder welk type leidinggevende in de organisatie de meest productieve teams ontstaan? Of wat de ideale wachttijd in het bedrijfsrestaurant is als je een innovatievere bedrijfscultuur wilt ontwikkelen? (Voor de volledigheid, dit zijn allemaal bestaande praktijkvoorbeelden.)
Heilige huisjes en beroepsromantiek
Er kunnen goede redenen zijn om niet te analyseren, maar het zou stupide zijn om analytics te vermijden om heilige huisjes te sparen of uit een misplaatste hang naar beroepsromantiek.
Die bespeur ik soms in de redenering: HR is een mensen-business, daar horen ratio, cijfers en analyses niet in thuis. Alsof die niet allemaal typisch menselijk zijn, en alsof ‘een mensen-business’ een natuurlijk gegeven is. Dat is een gevaarlijke redenering.
Die doet mij denken aan een passage uit ‘De Weg’ van Michael Puett en Christine Gross-Loh (Ten Have, 2016, Nederlandse vertaling). Harvard-hoogleraar Chinese geschiedenis Puett staat bekend om zijn extreem populaire en druk bezochte colleges.
Hij verwijst in zijn boek naar de leer van de Chinese filosoof Xun Zi (310 v.C.). Deze waarschuwt voor de vanzelfsprekendheid waarmee we de wereld om ons heen beschouwen als een natuurlijk gegeven. De filosoof wijst erop dat verreweg het grootste deel van onze wereld door onszelf geconstrueerd is, inclusief de taal die we bezigen.
Mogelijkheden boven water
Die wereld is niet alleen feilbaar, maar ook veranderbaar, vatbaar voor verbetering, mits we maar voortdurend open staan voor de mogelijkheden. Eén manier om die mogelijkheden boven water te krijgen is geen genoegen te nemen met de werkelijkheid zoals we die gewend zijn en deze kritisch te onderzoeken.
Puett noemt als treffend voorbeeld het hoge sterftecijfer onder kraamvrouwen halverwege de 19e eeuw in ziekenhuizen, wat ook de Hongaarse arts Ignaz Semmelweis opviel. Die sterfte was een indirect gevolg van de onhygiënische handelwijze van de artsen, die destijds niet gewend waren voor iedere bevalling hun handen te wassen. Het sterftecijfer onder thuis bevallende vrouwen lag aanzienlijk lager.
Semmelweis begon als ziekenhuisarts een grootschalig onderzoek naar die verschillende sterftecijfers. Om zijn conclusie dat het aantal sterftegevallen drastisch kon worden teruggebracht als alle betrokkenen hun handen zouden wassen werd Semmelweis tot aan zijn tragische dood in 1865 bespot.
Altijd schone handen
Een dokter reageerde met de woorden: ‘Artsen zijn heren en hebben altijd schone handen.’ Maar Semmelweis wist in zijn ziekenhuis de kraamvrouwensterfte met 90 procent omlaag te krijgen. Toch duurde het tot de ontdekking van het bestaan van bacteriën door Louis Pasteur in 1860 voordat Semmelweis’ bevindingen breder werden erkend.
Semmelweis liet zich door het heersende waanidee dat artsen heren met schone handen zouden zijn niet weerhouden om zijn beroepspraktijk aan een kritische analyse te onderwerpen. En als het even kan moeten we dat ook niet doen als het om de HR-praktijk gaat of welke praktijk dan ook. Wie denkt dat er iets niet klopt moet altijd ruim baan krijgen om dat te analyseren. Want zelfs op de testpraktijk kunnen we niet altijd blind varen, zoals we inmiddels weten dankzij autofabrikant VW.
—
Toine Al
HR Specialist, publicist, vak-journalist, spreker