Loonkloof top en werkvloer gestabiliseerd
De top van de duizend grootste Nederlandse bedrijven verdiende vorig jaar 5,9 keer zoveel als een gewone werknemer. Daarmee is de kloof tussen topverdieners en personeel op de werkvloer amper veranderd ten opzichte van 2019, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De afgelopen twee jaar lag de loonkloof, zoals die door het CBS wordt berekend, wel iets lager dan in de voorgaande jaren. Daarmee kwam ook een einde aan de jarenlange toename tussen topverdieners en gewoon personeel. Tussen 2010 en 2017 liepen de topsalarissen nog op van respectievelijk 5,5 keer een doorsneeloon tot 6,1 keer het 'gewone' salaris.
Voor de berekening van de loonkloof kijkt het CBS naar de vijf hoogste salarissen bij de duizend grootste Nederlandse bedrijven, inclusief bonussen. Die worden vergeleken met de beloning voor de 'middelste', of mediane, baan bij die bedrijven als het gaat om het brutojaarloon.
Voor sommige sectoren is de loonkloof veel groter. Zo waren de salarissen in de top van de sector handel 11,2 keer hoger dan die van gewone werknemers. Dat is deels verklaarbaar door het hoge aantal werknemers bij bijvoorbeeld supermarkten die dit werk parttime als bijbaan doen.
Ook bij IT-bedrijven is de kloof relatief groot. Het kleinste verschil zit tussen de top- en middeninkomens bij onderwijs- en zorgbedrijven. Voor publieke en semipublieke bedrijven gelden strengere regels voor topinkomens. Bij overheidsinstellingen verdient de top vaak 'slechts' twee keer het gewone salaris.
Het overgrote merendeel van de topverdieners is nog altijd man. Maar het aandeel vrouwen stijgt wel gestaag. Waar bij de duizend grootste bedrijven van Nederland in 2010 nog 17 procent van de topverdieners vrouw was, ging het in 2020 om 26 procent. Bedrijven waar de vijf hoogste salarissen uitsluitend naar mannen gaan, worden ook zeldzamer. Vorig jaar was dit nog bij 313 van de duizend grootste bedrijven het geval, terwijl dat in 2010 bij bijna de helft van deze bedrijven zo was.
(ANP)