Loonkloof tussen top en werknemer groeit
Door de bank genomen ontvingen de grootverdieners vorig jaar 252.000 euro. Daarmee is hun loon in de afgelopen vijf jaar met 22 procent gestegen. De gemiddelde lonen van werknemers stegen in die periode gemiddeld met zo'n 6 procent. Fulltimers verdienden vorig jaar gemiddeld 50.000 euro per jaar. Inclusief het salaris van deeltijdwerkers kwam het loon gemiddeld uit op 33.000 euro per jaar.
In de financiële dienstverlening is de kloof tussen de top van het bedrijf en de mensen op de vloer het grootst. Grootverdieners kregen in deze sector ruim dertien keer meer salaris dan het gemiddelde loon van werknemers. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het verschil kleiner is dan de factor zestien die in 2010 werd gemeten.
Ook in de handel, informatie en communicatie is volgens het CBS het verschil relatief groot. In het onderwijs, de zorg en het openbaar bestuur is de loonkloof het kleinst. Dit komt vooral door de Wet normering topinkomens, die grenzen stelt aan de hoogte van beloningen.
De lijst met topverdieners wordt vooral bezet door mannen. Eén op de vijf grootverdieners was vrouw, tegenover 17 procent in 2010. Dit ligt volgens het statistiekbureau in lijn met het aandeel vrouwen dat fulltime werkt. Circa 23 procent van de voltijdsbanen wordt door vrouwen uitgevoerd.
Verder blijkt dat vorig jaar 179.000 werknemers minstens een ton per jaar verdienden. Dat komt neer op 2,3 procent van het personeel.
Volgens FNV-bestuurder Mariëtte Patijn blijkt uit de cijfers dat ,,elk moreel besef, elk gevoel voor fatsoenlijke verhoudingen'' zoek is. De kloof tast volgens haar het vertrouwen aan van mensen in de samenleving en economie. ,,Werkenden moeten weer een eerlijk deel van de koek krijgen in de vorm van een flinke loonsverhoging, in ieder geval gelijk aan die van de top'', aldus Patijn.