Loonstijging in cao’s volgt inflatie op grote afstand

Loonstijging in cao’s volgt inflatie op grote afstand
Nooit eerder is volgens het CBS zo’n grote achterstand gemeten van loonontwikkeling op geldontwaarding.

In het eerste kwartaal van 2022 waren de cao-lonen 2,4 procent hoger dan een jaar eerder. De stijging is groter dan in 2021. Wel bleef de cao-loonontwikkeling ver achter bij de ontwikkeling van de consumentenprijzen. Deze waren in het eerste kwartaal 7,4 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee blijven de cao-lonen 5 procent achter op de inflatie. Dit meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers, gebaseerd op 74 procent van de cao’s.

Bovengemiddeld

In de bedrijfstak vervoer en opslag stegen de lonen 3,8 procent, de hoogste loonsprong van het kwartaal. Ook in de bouwnijverheid, de gezondheids- en welzijnszorg stegen de cao-lonen bovengemiddeld met 3,4 procent. De horeca, het onderwijs en de energievoorziening kenden de kleinste loonstijging: 0,3 procent. Kijkend naar de sectoren, dan was de loonstijging het kleinst bij de sector overheid. Daar stegen de lonen met 0,8 procent. Deze geringe stijging hangt samen met eerder gemaakte loonafspraken. In het eerste kwartaal van vorig jaar was de sector overheid nog koploper wat betreft de loonstijging (2,7 procent).

De cao-loonstijging is 5 procentpunt lager dan de stijging van de consumentenprijzen. Sinds de consumentenprijzen en de ontwikkeling van de cao-lonen werden bijgehouden (1973) is het niet voorgekomen dat de ontwikkeling van de cao-lonen zover achterbleef bij de inflatie.
Volgens het CBS is het overigens normaal dat cao-lonen abrupte prijsstijgingen doorgaans niet direct volgen. Dit komt doordat loonontwikkelingen deels het resultaat zijn van eerder afgesloten cao’s.

Werkgeverspremie gedaald

In het eerste kwartaal van 2022 ligt de stijging van de contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) met 2,3 procent net iets onder die van de cao-lonen. Dit komt onder andere doordat de werkgeverspremie voor de ziektekosten met ingang van 2022 gedaald is naar 6,75 procent.
Ten opzichte van de tweede helft van 2021 is het verschil van de ontwikkeling in de contractuele loonkosten met die van de cao-lonen kleiner geworden. Dit komt voornamelijk doordat de tijdelijke verlaging van de WW-premie met ingang van 1 augustus 2021, in januari 2022 weer is stopgezet.

Gerelateerde artikelen