Nederlandse corporate mobiliteitsbeleid kleurt duidelijk groener: “Organisaties zijn nu wakker geschud”
Organisaties met honderd werknemers of meer moeten vanaf 1 juli de kilometers en het vervoermiddel van hun werknemers registreren. De overheid berekent vervolgens de uitstoot. Het is het zetje voor veel organisaties om hun mobiliteitsbeleid te vergroenen, blijkt uit de rondgang langs experts en HR-leiders. Daarnaast is aantrekkelijk werkgeverschap een motief om flexibele en duurzame mobiliteitsprogramma’s te creëren.
“Hybride werken is een belangrijk onderdeel van groen mobiliteitsbeleid, de voordelen ervan zijn te groot om te negeren”
Hybride werken is een belangrijk onderdeel van groen mobiliteitsbeleid. Een terugweg is er niet meer, benadrukt Abe Boersma, HR-directeur Work & Health bij de Rabobank. “De voordelen zijn te groot om te negeren.” Hij somt op: digitaal werken, besparen met vastgoed, een betere werk-privébalans voor de medewerker en het terugdringen van CO2-emissies. Het hoofdkantoor in Utrecht telt 22.000 fte, terwijl er nog plek is voor 6000 mensen.
Meer dan de helft van de medewerkers komt hier met het ov naartoe, en dat wordt volledig vergoed. Boersma ziet ook een zelfregulerend mechanisme. “De files hebben een corrigerende werking en het beperkte aantal parkeerplaatsen ook.”
Coronapandemie
Het hybride werken is een positief effect van de coronacrisis. Boersma ziet dat sterk bij de Rabobank. En Tineke Meints, CHRO bij Capgemini, stelt vast dat sinds de pandemie het aantal reiskilometers in Nederland met een derde is afgenomen. “Daarnaast hebben we onze internationale reisbewegingen gehalveerd ten opzichte van pre-covid.”
Hugo Houppermans, directeur van samenwerkingsverband Anders Reizen, bevestigt dat hier sprake is van ‘never waste a good crisis’. Hij concludeert ook dat sinds de coronapandemie de e-bike de grote winnaar is. “Het maakt de overstap vanuit de auto eenvoudiger.” Bij de Rabobank introduceerden ze met succes elektrische leenfietsen tussen de verschillende kantoorlocaties in Utrecht. Toch stuit het mobiliteitsbeleid ook op weerstand, ziet Boersma.
“De elektrificatie van het leasepark was in de ogen van veel bankmedewerkers ‘onzin’, inmiddels wordt het als ‘normaal’ gezien”
“We zijn een dwarsdoorsnede van de samenleving. Tien procent wil dat we meer doen aan vergroening, ruim de helft vindt het zo wel oké en ongeveer een derde is het er niet mee eens. Aan die laatste categorie heb je het meeste werk.” Met de tijd worden de geesten rijper voor de verandering. Zo was de elektrificatie van het leasepark in de ogen van veel bankmedewerkers ‘onzin’, inmiddels wordt het als ‘normaal’ gezien.
Boersma wil niet te hard van stapel lopen. “We moeten met HR echt het evenwicht zoeken tussen al die belangen: de wetgevende instituties, de strategie van de bank en die 30.000 medewerkers die het beleid moeten dragen. Stel dat we ineens stoppen met leaseauto’s en een medewerker gaat naar de klant in zijn eigen, oude dieselauto. Dan schiet je met je beleid in eigen voet.”
Visievormende kennissessies
Anders Reizen ontstond uit een samenwerking tussen vijftien CEO’s tijdens de VN klimaattop in Parijs in 2015. Nu is het een coalitie van ruim zeventig grote bedrijven, die 550.000 medewerkers in Nederland vertegenwoordigen. De gemeenschappelijke ambitie is de CO2-uitstoot van zakelijk reizen (inclusief woon-werkverkeer) te halveren in 2030, ten opzichte van 2016.
In 2022 had 20 procent van de aangesloten bedrijven die doelstelling al gehaald, meldt Houppermans. Hij verwacht over vorig jaar een forse stijging van dit percentage. ”Daarom gaan we de doelstellingen aanscherpen.” De bedrijven leren van elkaar en hoeven het wiel niet zelf uit te vinden, beschrijft hij het grootste voordeel van het samenwerkingsverband. De CHRO’s en HR-rewardmanagers komen meerdere malen per jaar bij elkaar voor kennissessies, want ‘zij moeten het beleid maken’, de CEO’s tweemaal per jaar.
“Er komt nog een golf aan regels vanuit Europa, en het gaat van registratie naar normering”
Tineke Meints van Capgemini is een van die CHRO’s. Ze is enthousiast: “Via dit netwerk proberen we met elkaar te bedenken hoe we duurzamer kunnen worden. Er sluiten ook Kamerleden aan en directeur Wouter Koolmees van de NS was laatst gespreksgenoot. Het is heel inspirerend en visievormend.”
Al die inspanningen kunnen alleen het gewenste effect hebben wanneer vanuit de top van de organisatie de route naar duurzame mobiliteit wordt gesteund, benadrukt Houppermans. “Bepaal als organisatie wie je bent en vertaal dat in je arbeidsvoorwaardenbeleid. Bedrijven die dat niet doen, krijgen het lastig.” Hij beschouwt duurzame en flexibele arbeidsvoorwaarden intussen als een hygiënefactor. “Jonge medewerkers vragen erom. Wanneer je niet verandert, speel je jezelf uit de arbeidsmarkt.”
Golf aan regels
Hij observeert echter nog steeds ‘eenzaamheid in HR-land’, het onderwerp is moeilijk op de corporate agenda te krijgen. Tijdens de bijeenkomsten wil hij CEO’s een duwtje in de goede richting geven. “Daardoor planten we zaadjes. Vervolgens zie je dat ze willen laten zien wie de beste is, en trekken ze zich aan elkaar op.”
De rapportageplicht is slechts het begin, voorspelt Houppermans. “De Europese ESG-regelgeving is de kapstok, conform de afspraken in het Klimaatakkoord van 2015. Er komt van daaruit nog een golf aan regels. En het gaat van registratie naar normering, waarbij bedrijven zal worden opgelegd hoeveel uitstoot per medewerker is toegestaan.”
Het doel van de nieuwe wetgeving is de besparing van anderhalve megaton CO2-uitstoot in 2027. “Dat zijn ruim 12 miljard autokilometers, ofwel 10 procent vermindering of vergroening”, rekent Houppermans voor. Lonneke van der Horst, marketingdirecteur van ALD Automotive Leaseplan, stipt een belangrijk detail aan: werkgevers mogen de reisroute alleen met instemming van de medewerker registreren, vanwege de privacywetgeving.
Verschillende persona’s
Bij Capgemini moesten medewerkers al bijhouden hoeveel kilometers zij dagelijks reizen. Tineke Meints: “Met het oog op de rapportageplicht hebben we daar een veld bijgevoegd waarin wij als werkgever aangeven met welk vervoermiddel die kilometers zijn afgelegd.” Aan een compleet mobiliteitsplatform is Capgemini nog niet toe.
“We moeten eerst ons vraagstuk oplossen. Wij willen een aantrekkelijke werkgever zijn door te voorzien in de mobiliteitsbehoeften van de medewerkers. Tegelijkertijd willen we onze duurzaamheidsambities waarmaken. Die twee komen nog niet samen.” De jonge generatie woont overwegend in de stad en heeft geen behoefte aan een auto. Maar medewerkers die met hun gezin in een buitengebied wonen, ver van een treinstation, kunnen de auto niet missen. Niet voor hun werk en evenmin privé.
“Duurzaamheid is ons startpunt. We gaan terug naar de basis: wat willen we?”
Een puzzel, beseft Meints. “We hebben te maken met verschillende persona’s, die we als werkgever allemaal willen faciliteren zodat ze hun eigen keuzes kunnen maken.” Capgemini werkt met een mobiliteitsbudget, vrij in te zetten door de 8400 werknemers in Nederland. “Maar deze regeling is niet meer passend. Duurzaamheid is ons startpunt en we gaan terug naar de basis met de vraag: wat willen we?”
‘Flexibiliteit’, antwoordden de medewerkers. “Een leasecontract van vijf jaar is niet meer van deze tijd. Dus delen is een oplossing. En mensen kennen hun situatie de komende twee jaar en willen daarvoor een auto. Maar daarna is de trein mogelijk de beste optie.”
Elektrisch leasen
Het leasen van een auto is de laatste jaren minder in trek, stelt zij vast. “Wij hebben alleen elektrische en hybride auto’s. De medewerkers zijn kritisch omdat de financiële incentives verdwijnen. De bijtelling voor elektrisch wordt afgebouwd naar 22 procent in 2026 en de catalogusprijs en de wegenbelasting zijn toegenomen.” Bij ALD Automotive/Leaseplan, aanbieder van mobiliteitsoplossingen, noteren ze alweer een andere trend, zegt Lonneke van der Horst.
“Daarnaast is de leasefiets in opkomst, ook in combinatie met een leaseauto”
“De tarieven van elektrische auto’s dalen, door meer betaalbare modellen en nieuwe aanbieders, met name uit China. Dat werkt gunstig op de bijtelling.” Organisaties voeren qua leasen steeds meer een ‘100 procent elektrisch-beleid’, merkt zij. “Daarnaast is de leasefiets in opkomst, ook in combinatie met een leaseauto. Werkgevers maken dan afspraken hoe vaak een medewerker met de fiets naar het werk komt. Daarmee bevorder je ook de vitaliteit in je bedrijf.”
Onbekendheid met de mogelijkheden weerhoudt medewerkers er ook van om het ov te gebruiken, ondervond Meints zelf. Ze woont en werkt in Utrecht en gaat gewoonlijk met de fiets of de elektrische auto naar kantoor. Toen beide vervoermiddelen een keer niet beschikbaar waren, pakte zij de bus.
En wat bleek: ze was niet langer onderweg. Deze ervaring kan ze gebruiken om de medewerkers bij Capgemini te verleiden tot gedragsverandering. Want dat ziet ze als een van haar taken als CHRO. Ze is opdrachtgever van het onderzoek dat door een multidisciplinair projectteam wordt uitgevoerd.
De business is ook aangehaakt. “We beslissen MT-breed en overleggen ook met de ondernemingsraad en een klankbordgroep van honderd medewerkers. Binnen twee uur zat die klankbordgroep helemaal vol. Het thema leeft enorm.” Nog dit jaar verwacht Meints het nieuwe model te openbaren.
Volledige ontzorging
Ook elders wordt het mobiliteitsbeleid multidisciplinair aangevlogen, en niet vanuit een ivoren HR-toren. Steeds meer organisaties laten zich bovendien volledig ontzorgen, stelt Frans Slats vast. Hij is Lead Zakelijke Markt bij NS, dat 72.000 werkgevers helpt bij hun mobiliteitsbeleid. “Ons beeld is dat de nieuwe verplichting van de CO2-rapportage veel ondernemers heeft wakker geschud. Dat is goed, het leidt tot veranderingen.”
“In hoeverre organisaties met hun mobiliteitsbeleid bezig zijn, staat of valt bij het leiderschap”
Dat ontzorgingspakket bestaat niet alleen uit oplossingen in het openbaar vervoer, maar ook uit fietsen, deelmobiliteit, leaseauto’s en administratieve software, ook voor de rapportage van de CO2-uitstoot. “Dat deden we allemaal al, maar we merken dat veel van onze klanten dat nog niet wisten. Laatst sprak ik achttien HR-directeuren. Zij waren er onbekend mee, en nu gaan we een aantal van hen verder helpen.”
In hoeverre organisaties met hun mobiliteitsbeleid bezig zijn, staat of valt bij het leiderschap en heeft niets te maken met de grootte van de onderneming, ervaart Slats. “Soms zijn kleine ondernemers heel vooruitstrevend en grote bedrijven afwachtend.” Hij onderscheidt twee types: diegenen die puur op wetgeving reageren en werkgevers die echt de ambitie hebben om duurzaam te zijn.
Ambassadeurs
“We zijn er enorm mee bezig”, is het eerste wat HR-directeur Linda Gorissen zegt wanneer haar wordt gevraagd naar het mobiliteitsbeleid bij Miele Nederland. Ze wijst naar de datahub op de Amsterdamse Zuidas. “Die plek is goed bereikbaar en er werken veel expats die in Amsterdam wonen, dus daar is vanaf het begin geen autoregeling gevoerd.”
Het hoofdkantoor aan snelweg A2 in Vianen is een ander verhaal. “Daar kun je lastig komen met het openbaar vervoer. Toch stimuleren we dat, met de introductie van leenfietsen en de NS Business Card.” De leaseregeling voor personenauto’s staat alleen nog volledig elektrische leaseauto’s toe. Dat kan niet gezegd worden van de 150 bestelbussen waarmee servicetechnici op pad gaan om bijvoorbeeld wasmachines te repareren. “Dat is wel een struggle. Maar de eerste elektrische bussen zijn er inmiddels.”
“Met elektrische bussen maken we een soft landing, met behulp van ambassadeurs”
De elektrische bus is kleiner en anders ingedeeld. En in de buurt van woningen van klanten kan opladen soms een uitdaging zijn. Niet alle servicetechnici staan daarom al om een elektrische bus te springen. Daarom wordt het een soft landing, met behulp van ambassadeurs.
Gorissen: “We vragen nu wie de eerste elektrische bussen wil proberen. Daarna vertellen collega’s elkaar hoe het bevalt en leren we er allemaal van.” Niet te veel opleggen, ook geen harde doelstellingen met een deadline, is haar devies. “Zo verplichten we mensen ook niet om op kantoor te werken. We willen dat het zó leuk is, dat collega’s zelf willen komen. Het is bij ons meer pull dan push.”
Veel weerstand
Gorissen merkt dat elektrisch rijden een gedragsverandering betekent. “Dat kan in het begin tot weerstand leiden. Je moet het dus goed uitleggen. Aan de andere kant: we hebben in volle overtuiging voor dit elektrische leasebeleid gekozen en dat dragen we dus ook uit. Het past bij onze duurzame ambities.” Ze doet bewust geen uitgebreide communicatiecampagne.
“Ik denk dat je daarmee ook veel weerstand kunt organiseren. Maar we hebben wel een gedragen beleid dat goed is afgestemd met de ondernemingsraad.” Een uitkomst van de gesprekken met de OR was ook de mogelijkheid van een laadpaal thuis voor alle medewerkers. En dat die laadpaal eigendom blijft van de medewerker, ook bij vertrek uit het bedrijf.
Christa van Veldhuizen heeft bij DPG Media de vorming en implementatie van het nieuwe mobiliteitsbeleid begeleid. Ze is binnen HR verantwoordelijk voor Talent & Development. “We wilden voorsorteren op de rapportageplicht én onze arbeidsvoorwaarden veranderen, we hadden geen flexibel mobiliteitsbeleid”, verklaart zij de nieuwe koers. Wanneer iemand een NS Businesscard had, kon hij of zij bijvoorbeeld geen vergoeding voor de auto krijgen, en andersom.
“Met verschillende vervoermiddelen tot je bestemming komen, kon niet binnen ons programma”
“Met verschillende vervoermiddelen tot je bestemming komen, kon niet binnen ons programma. Terwijl dat ketenreizen wel belangrijk is, want ieder stukje groener telt.”
Een analyse van het reisgedrag van medewerkers vond plaats door enquêtes en diepte-interviews bij alle titels in het land. Daarna werd een concept aan de OR voorgelegd, met onder meer een fietsplan en een mobiliteitspas.
“Die gesprekken duurden wel even. Dat had te maken met het afbouwen van de kilometervergoeding voor fossiel vervoer naar 15 cent in 2025.” De meerderheid van de medewerkers was blij met de veranderingen. “De bezwaren kwamen meestal van mensen die erg verbonden zijn met hun auto door de aard van hun werkzaamheden.”
Ze heeft met HR veel aandacht besteed aan de communicatie, met visievideo’s, een intranetpagina en infosessies voor medewerkers. Tijdens de implementatie was er ‘een piekbelasting’. De doelstellingen van het nieuwe beleid stemt zij af met de ESG-manager bij DPG Media. “Grofweg willen we in 2030 voor 50 procent groen reizen. Honderd procent kan niet, we hebben bijvoorbeeld drukkers die ’s nachts werken.”
Vier stappen
Hugo Houppermans van Anders Reizen concludeert dat de vergroening van de mobiliteit ‘hartstikke hard’ gaat. Hij vat de route naar een succesvol mobiliteitsbeleid in vier stappen samen: maak een goede scan van de potenties, haak aan bij de doelstellingen van de organisatie, maak duurzame keuzes tot de norm en combineer stimulerende en ontmoedigende maatregelen, ‘zoet en zuur’.
“De duurzame vervoersopties moeten altijd aantrekkelijker zijn dan de niet-duurzame opties”
Bij Eneco is zo’n ontmoedigende maatregel de slechts 11 cent kilometervergoeding voor medewerkers die goed met het gratis beschikbare ov kunnen reizen, maar toch de auto nemen. “De duurzame vervoersopties moeten altijd aantrekkelijker zijn dan de niet-duurzame opties”, licht Tineke de Wolff toe. Zij leidt het HR-expertcentrum van Eneco.
Ook het parkeren is een combinatie van stimuleren en ontmoedigen. Op het hoofdkantoor in Rotterdam zijn 600 parkeerplekken. Alleen wie een half uur langer reistijd heeft met het ov dan met de auto, mag zo’n plek gebruiken. En bij die parkeerders wordt gecheckt of de auto niet te veel CO2 uitstoot. De grens staat nu nog op 125 gram CO2 per kilometer, in 2035 moet dat nul zijn. Zoals heel Eneco in dat jaar volledig klimaatneutraal wil zijn.