AWVN ziet onzekerheid over de gematigde loonstijgingen: ‘De markt kan zomaar kantelen’

Het is nog maar de vraag of de gemiddelde loonstijgingen gematigd blijven. Internationale ontwikkelingen en aanhoudende personeelskrapte werken tegen de dalende trend in de cao-lonen.

De loonstijging in nieuwe cao-afspraken is in april verder afgenomen, meldt AWVN. Volgens de belangrijkste arbeidsvoorwaarden­adviseur van Nederlandse werkgevers kwamen de loonafspraken vorige maand uit op gemiddeld 4,8 procent. In maart en februari was dat nog respectievelijk 5,3 procent en 6,4 procent.

Onverwachts komt het nieuws over de terugkrabbelende loonstijging allerminst. Eerder waren er al tekenen dat het grote stijgen van de cao-lonen op zijn retour was. De werkgeversvereniging, die betrokken is bij het merendeel van de Nederlandse cao’s, signaleert sinds afgelopen zomer een dalende trend in de loonafspraken. Die wordt veroorzaakt door de gedaalde inflatie, de iets ruimere arbeidsmarkt en de onzekere economische vooruitzichten.

Pieken tot acht procent

De hoge inflatie in 2022 en begin 2023, in combinatie met stijging van de minimumlonen, zorgde eerder voor hoge loonafspraken. De gemiddelde loonstijging in de cao’s piekte vorig jaar oktober tot acht procent. Toch was al eerder duidelijk dat de hoge loonstijgingen niet in de pas liepen met de arbeidsproductiviteit. Vooral de achterblijvende groei van de arbeidsproductiviteit maakt volgens AWVN duidelijk dat de loonruimte in het bedrijfsleven kleiner is geworden.

Toch durft woordvoerder Jannes van de Velde van AWVN niet te voorspellen dat de dalende trend in de cao-lonen zich zal voortzetten. Volgens een opgave van de werkgeversvereniging staan er nog meer dan driehonderd cao’s open op dit moment. Meer dan vijfhonderd lopen er dit jaar af. Bij elkaar moeten er nog cao’s voor meer dan zes miljoen werknemers worden afgesloten, tegenover 213 die dit jaar ingaan voor nog geen twee miljoen werknemers.

Het nieuwe normaal

“We weten nog niet wat het nieuwe normaal is op het gebied van belonen”, zegt Van de Velde. “Toen de inflatie opeens omhoog ging vorig jaar, ontstond er paniek en zijn er hele hoge loonstijgingen afgesproken in de cao, soms tot in de dubbele cijfers. Voor die tijd vonden we een loonstijging van 2,5 procent al hoog. Nu de inflatie lager is, dalen ook de gemiddelde cao-loonstijgingen weer.”

Maar, zo waarschuwt Van de Velde, er zijn nogal wat onzekere factoren die het sentiment in de markt weer kunnen doen kantelen. “Wereldwijde aanvoerlijnen die onzeker zijn bijvoorbeeld, de verhouding tussen economische bokken en internationale conflicten. Daarnaast hebben we ook een krappe arbeidsmarkt die niet zal helpen om de stijging van de cao-lonen te matigen.”

Bruto verdiende lonen

Van de Velde wijst op individuele loonsverhogingen waardoor lonen hoger uitvallen dan het gemiddelde van de cao-loonschalen. Vorig jaar was dat het geval, zo heeft het CBS becijferd. Het gemiddelde bruto verdiende uurloon steeg in 2023 met zeven procent, de grootste loonstijging in 45 jaar. De bruto verdiende lonen namen meer toe dan de cao-lonen.

“De ontwikkeling van incidentele loonstijgingen is niet te voorspellen”, vervolgt Van de Velde. “Die kun je alleen in kaart brengen door terug te kijken. Zulke verhogingen worden toegekend als gevolg van de arbeidskrapte. Werkgevers zien medewerkers niet graag vertrekken en zijn bereid om daarvoor extra te belonen. Ik durf niet te voorspellen waar dat toe kan leiden.”