Rathenau en TNO: algoritmisch management tast productiviteit medewerker en organisatie aan
Werkgevers die denken dat het automatiseren van managementtaken een goed idee is, kunnen bedrogen uitkomen. Hoe meer dit zogeheten algoritmisch management wordt ingezet voor het aansturen van personeel, hoe vaker dit leidt tot een hogere werkdruk en burn-out. In plaats van een hogere productie, valt de productiviteit juist terug.
Dit zijn opmerkelijke uitkomsten van een verkennend onderzoek van het Rathenau Instituut en TNO. Samen onderzochten deze instituten welke vormen van algoritmisch management worden ingezet en welke impact die heeft op zowel werknemers als organisaties. Omdat veldonderzoek naar dit verschijnsel nog maar beperkt is gebeurd, hebben de onderzoekers zich vooral gebaseerd op ander onderzoek, zoals de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA).
Gevolgen voor de kwaliteit van arbeid
Helemaal nieuw zijn de bevindingen van de onderzoekers niet. Uit eerdere studies naar algoritmisch management is al duidelijk geworden dat geautomatiseerde aansturing van werknemers ingrijpende gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van arbeid.
Algoritmisch management komt vooral voor bij platformorganisaties, zeg maar de Ubers van deze wereld. Dat zijn bedrijven waar de bedrijfsvoering al in grote mate is geautomatiseerd. In de rest van de organisaties komt dit minder vaak voor.
Maar het aantal organisaties dat geautomatiseerd management invoert neemt toe. Ruim een kwart van de Nederlandse werknemers (28%) geeft aan het afgelopen jaar meer controle te ervaren als gevolg van nieuwe technologie op de werkvloer. Dit komt doordat steeds meer processen op de werkvloer digitaal worden uitgevoerd. Het gevolg is dat organisaties de beschikking krijgen over grote hoeveelheden data die managers kunnen gebruiken voor worden voor de dagelijkse aansturing van werknemers, zoals het controleren, beoordelen en aansturen van werknemers.
Oplossing voor de arbeidsmarktkrapte
De belangrijkste verwachting die organisaties hebben van algoritmisch management is het vergroten van de productiviteit en efficiëntie. Zo zien zij in algoritmisch management deels ook een oplossing voor de huidige arbeidsmarktkrapte.
Maar het resultaat van algoritmisch management kan tegenvallen, zo waarschuwen de onderzoekers. Dat is het duidelijkst bij technologie die wordt ingezet voor het controleren van werknemers. Door de inzet van deze technologie ervaren werknemers een verlies van autonomie. Daarnaast neemt de mentale belasting toe op de werkvloer. Dit uit zich in een toename van het aantal klachten over burn-out. Verder melden werknemers afnemende productiviteit naarmate de technologie vaker de controle uitvoert.
Gevoel van tekortschieten
De onderzoekers plaatsen hierbij nog wel een kanttekening. De lagere arbeidsproductiviteit is mogelijk vertekend door de waarnemingen van werknemers. Het kan ook zijn, schrijven de onderzoekers in hun onderzoeksrapport, dat algoritmisch management werknemers het gevoel geeft dat zij tekortschieten. Bijvoorbeeld wanneer zij de gestelde targets niet halen.
Toch zijn de onderzoekers het erover eens dat werknemers het zwaar krijgen als digitale systemen tot in detail voorschrijven hoe medewerkers hun werk moeten uitvoeren. De sociale steun kalft af, want tijd voor informeel contact met een collega of de manager verdwijnt.
Ook een positieve kant
Is het dan alleen maar treurnis met algoritmisch management? Nee, de onderzoekers ontdekten ook een positieve kant. De impact op de kwaliteit van arbeid kan goed worden, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van de productiviteit. Dat gebeurt als de technologie wordt ingezet om werknemers te ondersteunen. Het werk van mensen kan daardoor makkelijker en prettiger worden.
De onderzoekers raden werkgevers aan om vooraf met werknemers in gesprek te gaan over de inzet van data en algoritmen. Evalueer tussentijdse en neem de kwaliteit van de arbeid mee als criterium om algoritmisch management te beoordelen.