Onderzoek: Thuiswerken verhoogt werkdruk ICT’medewerker exponentieel
Dat blijkt uit de 22e editie van de jaarlijkse Salary Survey die IT-vakplatform AG Connect en Berenschot, in samenwerking met beroepsvereniging KNVI, onder ruim 700 ICT’ers liet uitvoeren.
Net als bij veel andere beroepen werken ook veel ICT’ers nu meer thuis: slechts 4% werkt nu niet meer thuis dan voor de pandemie. Opvallend is dat een groot deel van de ICT’ers die nu wel meer thuiswerken – 71% van de respondenten – dat voor de pandemie nog weinig deed, ondanks dat ICT-beroepen zich hier vaak wel voor lenen.
Nieuwe problemen
Maar uit het onderzoek blijkt ook dat het vele thuiswerken nieuwe problemen met zich mee heeft gebracht. Een kwart van de ICT’ers zegt zich zorgen te maken over de sociale en psychologische gevolgen van thuiswerken.
“We zien ook in andere industrieën dat het structureel thuiswerken een aantal lastige uitdagingen met zich mee brengt. Zo is het voor werkgevers moeilijker om (met name jonge) werknemers binding te laten ervaren met collega’s en de organisatie. Voor de meeste werknemers is het aantal overleggen gestegen en zijn die overleggen zakelijker en minder persoonlijk geworden”, voegt Vincent Nuijten, senior consultant bij Berenschot, toe.
Schaarste nekt ICT’er
Naast het vele thuiswerken zorgt ook het groeiende tekort aan personeel voor problemen onder ICT’ers. Maar liefst 48% van de respondenten ervaart de werkdruk als hoog, 11% zelfs als te hoog. Dat is flink meer dan vorig jaar, toen 45% de werkdruk (te) hoog vond. En net als vorig jaar is onderbezetting de voornaamste oorzaak van die hoge werkdruk, aldus 72% van de ICT’ers.
“Tijdens de pandemie zijn veel bedrijven verder gedigitaliseerd, waardoor er meer werk voor ICT’ers ontstond. Maar er komen niet genoeg nieuwe ICT’ers bij om het werk uit te voeren. De werkdruk voor de al aanwezige ICT’ers neemt zo dus toe”, legt redacteur Eveline Meijer van AG Connect uit. Veel ICT’ers verwachten bovendien dat de tekorten groeien, zeker binnen security-functies (74%), data science (53%) en ontwikkeling (50%).
Bron: AG Connect