Onethisch leiderschap lijkt besmettelijk

Wie de integriteit wil verbeteren, doet dat liever met lager geplaatste medewerkers dan het senior management. Onethisch leiderschap lijkt besmettelijk.

Hoewel leiders degenen zijn die onethisch gedrag binnen het bedrijf kunnen – en moeten – stoppen, zijn zij vaak niet de beste personen om dit te doen. Hoe hoger iemand op de organisatieladder staat, hoe eerder de persoon geneigd is om onethisch gedrag goed te praten.

Hoe hoger de functie, hoe meer begrip iemand heeft voor gesjoemel. Dat blijkt uit een drietal studies naar ethisch leiderschap van de Vanderbilt University’s Owen Graduate School of Management, gepubliceerd op FastCompany.  

Onethisch leiderschap: oogje dichtknijpen

De reden is duidelijk: hooggeplaatste functionarissen identificeren zich sterker met de organisatie of een groep binnen de organisatie. Dit maakt dat zij onethisch gedrag eerder als acceptabel bestempelen dan lagergeplaatste medewerkers.

Zij zijn minder snel geneigd om principieel – en dus ethisch – gedrag te vertonen, omdat zij minder in staat zijn om onethisch gedrag te zien als ‘verkeerd’.

Liegen voor financieel gewin

Onderzoekster Jessica Kennedy analyseerde archiefdata van 11.000 Amerikaanse overheidsdiensten om de relatie tussen de positie in de organisatie en ethisch gedrag te onderzoeken. Daarnaast voerde ze twee experimenten uit om de causaliteit hiervan aan te tonen. In deze experimenten kregen deelnemers willekeurig een hogere of een lagere functie binnen de organisatie toegewezen.

De experimenten laten zien dat deelnemers die een hoge functie toebedeeld kregen, 75 procent eerder geneigd waren te liegen voor financieel gewin. Dat laat volgens Kennedy zien dat hooggeplaatste functionarissen minder snel geneigd zijn om onethisch gedrag te corrigeren – en dus ethisch leiderschap te laten zien.

Evolutie: verstoting is gevaarlijk

Niet voor niets stelt Kennedy dat lagergeplaatste medewerkers beter zijn in het inzien van en optreden tegen onethische acties binnen de organisatie. 

Als je ze vanuit evolutionair perspectief bekijkt, verbazen de resultaten natuurlijk weinig. Wanneer je onderdeel bent van een groep en dus geaccepteerd bent door de groepsleden, ben je eerder te geneigd om ze een hand boven het hoofd te houden. Het leveren van kritiek zou je wel eens duur kunnen komen te staan: verstoting uit de groep.  

Ethisch leiderschap vermindert bij laag teammoreel

We plaatsen overigens wel een belangrijke kanttekening bij het onderzoek. Leiders worden in het wel of niet accepteren van onethische praktijken niet alleen beïnvloedt door hun collega-leiders, maar ook door hun ondergeschikten. Dat blijkt uit promotie-onderzoek naar ethisch leiderschap van assistent professor Niek Hoogervorst van Rotterdam School of Management.

Volgers worden namelijk niet alleen beïnvloedt door hun leider, maar de leider ook door zijn ‘volgers’. Ethisch leiderschap kan dus ook afnemen door een laag moreel in het team. Wanneer een accountmanager met een onethische strategie bijvoorbeeld enorme winsten boekt, is de leidinggevende eerder geneigd een oogje dicht te knijpen.