Opinie: hoe Kunstmatige Intelligentie uitgroeide tot de nieuwe ‘boeman’ van onze tijd
In een recent essay voor INSEAD beschrijft Manfred F. R. Kets de Vries hoe AI de laatste jaren is uitgegroeid tot een fenomeen dat mensen aanzet tot doemdenken. Zijn lezingen eindigen zelden niet met vragen over het onderwerp AI. Zijn conclusie: veel mensen zien AI als een alomtegenwoordige en zeer zorgwekkende ontwikkeling en angst voor het onbekende opwekt.
De geschiedenis toont aan dat elke belangrijke vooruitgang vaak gepaard gaat met de irrationele angst of afkeer van het nieuwe of onbekende
Het is een paradox: aan de ene kant schrikken veel mensen ervan hoe AI in hoog tempo industrieën verandert, de productiviteit beïnvloedt en onze toekomst vormgeeft. Aan de andere kant is AI zo alomtegenwoordig geworden dat sommige mensen de aanwezigheid ervan niet eens opmerken. Hoe mensen ook reageren, er heerst veel verwarring over wat de opkomst van AI voor hen zal betekenen.
Voor velen lijkt AI een “zwarte doos” waarin mysterieuze dingen plaatsvinden. Alles wat ongrijpbaar is, roept nu eenmaal snel angst en wantrouwen op. In feite is AI voor een aanzienlijk aantal mensen veranderd in een duister gevaar dat constant op de loer ligt.
Wat is er verontrustend aan AI?
Een van de grootste angsten is de vervanging van banen. Machines kunnen taken nu goedkoper en efficiënter uitvoeren dan mensen, waardoor AI waarschijnlijk bepaalde banen zal laten verdwijnen. Deze verstoring van de arbeidsmarkt kan de inkomensongelijkheid verergeren en zelfs leiden tot armoede.
Andere zorgen over AI zijn vooral van ethische aard en hebben te maken met het verlies van controle. Veel mensen maken zich zorgen dat AI enorme hoeveelheden deepfake-data zal creëren, waardoor het moeilijk wordt om nog te onderscheiden wat echt is. Daarnaast kan AI gemakkelijk worden ingezet voor desinformatiecampagnes, cyberaanvallen en zelfs de ontwikkeling van autonome wapensystemen. Het is duidelijk dat verschillende autocratische regimes, zoals Rusland en Noord-Korea, deze duistere mogelijkheden van AI hebben benut.
Naast deze concrete zorgen zijn er ook existentiële angsten die niet onderschat mogen worden. Veel mensen vrezen dat AI-systemen zo geavanceerd zullen worden dat ze een bewustzijn ontwikkelen dat de menselijke intelligentie overtreft. Er is ook bezorgdheid dat een zelflerende AI oncontroleerbaar kan worden, met onvoorziene en mogelijk catastrofale gevolgen, waaronder de massavernietiging van het leven op aarde.
Niet onze eerste rodeo
Wat AI-doemdenkers zich niet realiseren, is dat AI al tientallen jaren bestaat, ook al lijkt het futuristisch. We moeten niet vergeten dat de mensheid eerder te maken heeft gehad met technologische verstoringen, zoals automatisering in de productie en de opkomst van e-commerce in de detailhandel. De geschiedenis toont aan dat elke belangrijke vooruitgang vaak gepaard gaat met scepsis en zelfs neofobie, de irrationele angst of afkeer van het nieuwe of onbekende.
Een goed voorbeeld hiervan zijn de Britse wevers en textielarbeiders die aan het eind van de 18e eeuw protesteerden tegen de introductie van gemechaniseerde weefgetouwen en breiframes. Om hun banen te beschermen, vormden zij groepen, de Luddites, die deze nieuwe machines probeerden te vernietigen.
Bij de verspreiding van elektriciteit overdrijven mensen vaak de gevaren en verspreiden ze angstaanjagende verhalen over elektrocuties. De komst van de televisie leidde tot bezorgdheid over een vermeend toename van geweld door de populariteit van gewelddadige programma’s. In de jaren 1960 maakten velen zich zorgen dat robotica menselijke arbeid zou vervangen. Tot in de jaren 1990 vreesden sommige mensen dat personal computers zouden leiden tot banenverlies.
AI, de tastbare manifestatie van onze grootste angsten
Achteraf gezien hebben al deze innovaties, ondanks de aanvankelijke ontwrichting en de uitdagingen, grote voordelen opgeleverd. In de meeste gevallen hebben ze geleid tot de creatie van andere, vaak betere banen.
Over het algemeen zijn mensen bang voor wat ze niet begrijpen, en AI houdt velen momenteel ’s nachts wakker. De basis voor deze angst werd al gelegd door sciencefictionauteurs die het idee introduceerden dat een intelligente, superintelligente AI ons allemaal zou kunnen vernietigen, of dit nu opzettelijk of per ongeluk gebeurt.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat AI is uitgegroeid tot de nieuwe boeman, het denkbeeldige wezen dat symbool staat voor onze angst voor het onbekende
Deze vrees is versterkt door talloze films, tv-programma’s, stripboeken en andere populaire media waarin robots of computers de mensheid onderdrukken of zelfs uitroeien. Denk bijvoorbeeld aan films als 2001: A Space Odyssey, The Terminator en The Matrix.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat AI is uitgegroeid tot de nieuwe boeman, het denkbeeldige wezen dat symbool staat voor onze angst voor het onbekende. Deze mysterieuze, dreigende en ongrijpbare verschijning verbergt zich in de donkerste hoeken van onze verbeelding. Het is duidelijk dat dit fenomeen veel mensen blijft fascineren en angst aanjagen, van zijn verschijning in horrorfilms tot zijn rol als metafoor voor de verschrikkingen van de werkelijkheid.
Een universele menselijke ervaring
Natuurlijk wordt de boeman vaak ingezet om kinderen angst aan te jagen, zodat ze eerder geneigd zijn zich te conformeren aan het ouderlijk gezag en de maatschappelijke regels. In dit opzicht lijkt de boeman een natuurlijk onderdeel van de cognitieve en emotionele ontwikkeling van elk individu. Het fenomeen is voortgekomen uit de ervaringen van onze Paleolithische voorouders, die blootgesteld waren aan de onvoorspelbaarheid van hun omgeving.
Kijkend naar de geschiedenis van Homo sapiens, zijn kinderlijke angsten voor het bestaan van een boeman niet verdwenen. Bewust of onbewust blijven deze angsten voortleven in ons volwassen leven en vormen ze een symbool van de angsten die onder de oppervlakte sluimeren. Het vermogen van de boeman om door de tijd heen stand te houden, ligt in zijn kracht om onze oerangsten aan te spreken. Sterker nog, als je mensen diep genoeg raakt, kunnen de angsten van hun voorouders uit het stenen tijdperk weer naar boven komen.
Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen onze bijna fobische reacties op AI en de gevoelens van terreur die de boeman oproept. Omdat AI in staat is om onze diepste angsten en onzekerheden te raken, wordt de aanwezigheid ervan voor velen bijzonder angstaanjagend.
Onze grootste bedreiging
Maar gezien wat we weten over de menselijke natuur, moeten we deze boeman onder ogen zien. Het is tijd om onze irrationele angsten voor AI-technologie aan te pakken. We moeten niet vergeten dat vertrouwen in technologie de basis vormt van onze moderne samenleving.
We gebruiken al geruime tijd verschillende vormen van AI, en de boeman is ons nog niet komen halen. Net als onze irrationele angsten voor de boeman, is de vrees dat AI de mensheid zal vernietigen gebaseerd op misvattingen over wat AI werkelijk is.
Op een fundamenteel niveau is AI simpelweg een tak van computerwetenschap die zich richt op het ontwikkelen van intelligente systemen die taken kunnen uitvoeren die normaal menselijke tussenkomst vereisen. AI is in wezen een hulpmiddel om de menselijke productiviteit te verbeteren, vergelijkbaar met eerdere technologische vooruitgangen zoals de stenen bijl, de telefoon, de personal computer, het internet en de smartphone.
Misbruik van AI door mensen
Als we er echt over nadenken, is de grootste bedreiging niet dat AI de mensheid schade berokkent, maar het moedwillige misbruik van AI door mensen. In feite gedraagt homo sapiens zich vaak precies zoals we vrezen dat AI zou doen. Het is de mens die onvoorspelbaar en oncontroleerbaar kan zijn, ongelijkheid en onrechtvaardigheid veroorzaakt en zelfs de massale vernietiging van leven op aarde kan veroorzaken.
Kets de Vries besluit met op te merken dat we met voorgaande overwegingen in het achterhoofd ons moeten herinneren dat het mogelijk is om AI op een verantwoorde en ethische manier te ontwikkelen. Om dit te realiseren, moeten we onze irrationele angsten en gevoelens, die vaak verband houden met de boeman, onder controle krijgen.
Bron: INSEAD