Oproep sociale partners: werk veilig en werk voorlopig nog thuis

FNV, CNV en AWVN roepen werkgevers en werknemers op om veilig samenwerken voorop te blijven zetten en de richtlijnen van het RIVM nauwlettend te volgen.

Nu het kabinet een tweede reeks versoepelingen van de coronamaatregelen per 1 juni heeft aangekondigd, zullen steeds meer mensen de komende tijd terugkeren naar hun werk of vaker op locatie aan de slag gaan. De sociale partners benadrukken dat werkgevers en werknemers uiterst voorzichtig moeten blijven en dat zij een verantwoordelijkheid dragen om een opleving van het coronavirus te voorkomen.

Dit betekent bijvoorbeeld dat thuiswerken waar dat kan, voorlopig het devies blijft. Als er toch op locatie gewerkt wordt, blijven de belangrijkste basisregels gelden: handen wassen, geen handen schudden en 1,5 meter afstand houden. Ook betekent het dat mensen die ziek zijn of verkoudheidsklachten hebben – zoals neusverkoudheid, niezen, lichte hoest of verhoging tot 38 graden Celsius – thuis blijven.

Afstand houden niet haalbaar

Soms zullen zich werksituaties aandienen waarvoor geen protocol klaar ligt, waar 1,5 meter afstand houden niet haalbaar is of waar een praktische vertaalslag nodig is. Constructief overleg tussen werkgevers en werknemers en hun vertegenwoordigers is in die situaties van groot belang. De oproep aan werkgevers en werknemers is om de te nemen maatregelen gezamenlijk te bespreken met een open houding en met oog voor elkaars zorgen en belangen.

De sociale partners wijzen zowel werkgevers als werknemers op hun verantwoordelijkheid hierin. Zo gelden de richtlijnen voor veilig samenwerken voor alle medewerkers, onafhankelijk van het type arbeidsrelatie of functie. Medewerkers die klachten hebben, kunnen anderen besmetten en daarmee de verspreiding van het coronavirus versnellen. 

Onverantwoorde risico's

Aan de andere kant, zeggen de sociale partners, heeft te lichtzinnig verzuim, afwijkend van de RIVM-richtlijnen, grote impact op de operatie van bedrijven. Onverantwoorde risico’s mogen we niet nemen, niet voor de volksgezondheid en ook niet voor de economie.