Raet: Recruitment in 2017 terug in de HR top 5

Werkgevers verwachten dit jaar weer zoveel groei dat dit de HR-prioriteiten merkbaar verandert, aldus de Raet HR Benchmark 2017.

Bestuurders maken zich onder meer zorgen over uitstroom van personeel en kennisverlies als gevolg van vergrijzing en ontgroening. Daarom zoeken werkgevers in 2017 weer vaker naar succesvolle recruitment-strategieën. Zo staat werving en selectie weer hoog op de lijst van HR-prioriteiten.

Dat blijkt uit de Raet HR benchmark 2017, die de salarisverwerker net uitbracht in samenwerking met onderzoeksbureau Kantar TNS (voorheen TNS Nipo). Voor het samenstellen van deze benchmark werd de mening gevraagd van 1100 werknemers, 409 zzp’ers, 565 HR-managers en 102 bestuurders  uit verschil­lende branches.

Top 5 van HR-prioriteiten nauwelijks veranderd
Net als vorig jaar staan ook voor 2017 de onderwerpen strategische personeelsplanning, duurza­me inzetbaarheid en opleiding en ontwik­keling hoog op de prioriteitenagenda van HR-afdelingen.

Voor het eerst sinds ruim vijf jaar staat nu ook werving en selectie weer in de top 5 van HR-prioriteiten. Bestuurders bevestigen de noodzaak voor een effectieve recruitmentaanpak: zij maken zich meer dan voorgaande jaren zorgen of hun orga­nisatie aantrekkelijk genoeg is voor het behouden en werven van nieuw talent.

De achtergrond hiervan is dat werkgevers de komende jaren verwachten meer mensen in loondienst te zullen nemen. Iets meer dan een derde van de HR-managers (36 procent) verwacht de komende jaren meer vast personeel nodig te hebben.

Vorig jaar dacht 32 procent van de HR-managers te gaan groeien in het aantal medewerkers. 28 procent van de HR-responden­ten verwacht een krimp (tegen 32 procent vorig jaar).

Het aandeel ‘flex’ lijkt de grens te raken
Opvallend daarbij is dat afgaande op de uitspraken van bestuurders, de verhouding van het aantal medewerkers in loondienst en flexibele arbeidsrelaties mogelijk een optimum heeft bereikt.

De helft van de bestuurders verwacht dat deze de komende jaren gelijk blijft. In het vorige onderzoek gaf 38 procent van de bestuurders dit aan.