“Samenwerken met de OR kan zoveel meer opleveren”

‘Voorkom pijnlijke verrassingen met uitwisselbare functies en rollen’
Volgens AWVN-jurist Astrid Zuidinga geeft het ‘vetorecht’ van de OR onnodig vaak conflicten. Dat kan ook anders.

Door Mr Astrid Zuidinga, advocaat arbeidsrecht bij AWVN 

Eén van de sterkste rechten van de ondernemingsraad is het instemmingsrecht, wat in feite neerkomt op een vetorecht. De ondernemingsraad heeft hiermee invloed op het beleid doordat de bestuurder voor bepaalde besluiten vooraf schriftelijk toestemming moet vragen. 

Het betreft besluiten over het binnen de onderneming invoeren, wijzigen of intrekken van een regeling met betrekking tot – kort gezegd – personeels- en sociaal beleid.  De bestuurder en HR behandelen doorgaans samen de vraagstukken waarin het instemmingsrecht meespeelt.

Het is voor het beoogde resultaat belangrijk de ondernemingsraad zo vroeg mogelijk te betrekken bij de ideeënvorming en te investeren in een goede relatie. Zo kunnen eventuele vragen en problemen vroegtijdig worden beantwoord en opgelost. 

En kan er gewerkt worden aan het noodzakelijke draagvlak, wat bepaald geen overbodige luxe is. Want er wordt regelmatig geprocedeerd over de reikwijdte van dit recht. 

Bron van interpretatieverschillen en discussies 

Het instemmingsrecht geldt voor de onderwerpen die artikel 27 WOR noemt, een limitatief rijtje dat in de praktijk nog wel eens tot interpretatieverschillen en discussies leidt. Het gaat bijvoorbeeld om regelingen op het gebied van pensioen, werktijden, beloning, functiewaardering, aanstellings- en ontslagbeleid, opleidingen en bescherming van persoonsgegevens. 

Er moet dus eerst bekeken worden of het te nemen besluit daaronder valt. Dan nog is niet altijd eenvoudig te bepalen of er instemmingsrecht geldt. Soms is dat omdat er in een convenant met de ondernemingsraad extra rechten aan de ondernemingsraad zijn toegekend bovenop de wettelijke rechten. 

Soms heeft een bestuurder in een eerder stadium, terwijl dat niet verplicht was, voor een bepaald besluit instemming aan de ondernemingsraad gevraagd. Dan moet hij bij een voornemen tot wijziging of intrekking van dat besluit eveneens instemming vragen aan de ondernemingsraad. 

Wat als de OR zijn vetorecht inzet? 

De ondernemingsraad kan het de bestuurder vervolgens behoorlijk lastig maken. Stemt de ondernemingsraad niet in en voert de bestuurder het besluit toch door, dan kan de ondernemingsraad de nietigheid van het besluit inroepen en de zaak voorleggen aan de kantonrechter of de Ondernemingskamer van het Gerechtshof. 

Dat kan zelfs nog veel later, als de bestuurder heeft verzuimd om het voorgenomen besluit aan de ondernemingsraad voor te leggen en al met de uitvoering begonnen is. In beide gevallen kan de rechter de bestuurder vervolgens verplichten het besluit terug te draaien en de gevolgen ongedaan te maken. 

De verhouding met de ondernemingsraad komt hiermee natuurlijk flink onder druk te staan en er kan onrust ontstaan binnen de organisatie. Een wat voorzichter route is dat de bestuurder aan de kantonrechter vervangende toestemming voor een gepland besluit vraagt, wanneer de ondernemingsraad daar niet mee wil instemmen. Dit verzoek moet overigens zeer goed onderbouwd worden. 

Moet het altijd zo? 

Nee, want er is méér mogelijk als het gaat over medezeggenschap. Zeker bij ondernemingen waar de medezeggenschap serieus genomen wordt én er vertrouwen is tussen de bestuurder en de ondernemingsraad.

Dan is het soms goed mogelijk om volledig in co-creatie besluiten voor te bereiden en af te stemmen. Binnen AWVN is op deze manier bijvoorbeeld de nieuwe pensioenregeling tot stand gekomen. Ook een tussenvorm is mogelijk. 

Bij een van mijn klanten is er een systeem waarbij een instemmingsverzoek vergaand wordt vormgegeven in samenspraak met de ondernemingsraad. Als dat gereed is, doorloopt men de instemmingsprocedure nog wel, maar dat is dan uiteindelijk niet meer dan een formaliteit. 

In dit soort situaties worden vragen die de ondernemingsraad heeft, in de voorbereiding al beantwoord, zaken die moeten worden uitgezocht, worden vroegtijdig gesignaleerd. Voor eventuele knelpunten worden in samenspraak oplossingen bedacht. Beide varianten zijn wat mij betreft mooie voorbeelden van vernieuwende medezeggenschap. 

Niet de meest duurzame oplossing 

Zoals gezegd kan het instemmingsrecht leiden tot lastige discussies en geregeld komt het zelfs tot juridische procedures. En zeker dat laatste is in een duurzame relatie, zoals die met de ondernemingsraad, vaak niet de meest duurzame oplossing. 

Ik raad u aan om niet alleen tijdig de ondernemingsraad te betrekken volgens de wettelijke voorschriften, maar ook (en vooral) om tijdig een deskundig adviseur te raadplegen. Dat kan veel problemen en discussies voorkomen. Hierbij gaat het niet alleen om de inhoud, maar juist ook om het proces. 

Een goede start maakt écht verschil en investeren in arbeidsverhoudingen loont. En als er een geschil met de ondernemingsraad dreigt, kan bovendien gedacht worden aan andere oplossingsrichtingen zoals bemiddeling door de Bedrijfscommissie van de SER of een mediator. 

Mr Astrid Zuidinga is advocaat arbeidsrecht bij AWVN-advocaten, het eigen gespecialiseerde advocatenkantoor van AWVN (Algemene Werkgeversvereniging Nederland) a.zuidinga@awvn.nl