‘Terugloop jongeren in beroepsonderwijs moet stoppen’
Samen met andere sociale partners in de SER willen ze een halt toeroepen aan de daling van het aantal leerlingen dat kiest voor de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in het mbo. Betere voorlichting, meer ruimte voor hybride vormen van beroepsonderwijs binnen bedrijven en aanpassingen in de financiering moeten dat probleem oplossen.
Aangepaste subsidieregeling voor bedrijven
Volgens de SER moeten scholen, sociale partners en het ministerie van Onderwijs dit probleem samen op- en aanpakken. Niet alleen met goede voorlichting aan potentiële deelnemers – zowel jongeren en volwassenen – maar ook met bijvoorbeeld met een aangepaste subsidieregeling voor bedrijven die bbl-deelnemers op leiden.
Ook roept de SER op om de negatieve gevolgen van het nieuwe bekostigingsmodel voor bbl'ers die door willen stromen naar het volgende niveau weg te nemen. Daarnaast is een uitstekende regionale samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven nodig. In de praktijk ontstaan innovatieve vormen van publiek-private samenwerking. Dat gebeurt bijvoorbeeld al in de NS Techniekfabriek. Ook in Twente, waar een grote groep MKB-bedrijven goed samenwerkt met het ROC, komen theorie en praktijk dichter bij elkaar.
Veel behoefte aan goede vakmensen
Voor veel studenten is de bbl een aantrekkelijke opleiding. Ze gaan één dag per week naar school en werken vier dagen bij bedrijven. Daardoor worden ze up-to-date opgeleid zodat ze een goede startpositie hebben op de arbeidsmarkt. Ze krijgen door hun kennis van de praktijk dan ook sneller een baan omdat er veel behoefte is aan goede vakmensen. Voor veel jongeren is praktijkgericht leren daarnaast heel positief en stimulerend.