Van de 65-plussers willen er 200.000 best weer werken: mits controle over tijden én leuk werk
Werkgevers zien nog steeds een groeiende groep gemotiveerde werknemers over het hoofd: gepensioneerden. Zo’n 200.000 65-plussers zijn graag bereid om weer aan de slag te gaan, meldt het FD. Vorig jaar steeg het aantal werkende ouderen van 14,1 naar 17,1 procent. Omgerekend zijn dat 333.000 mensen.
Geld is voor deze groep ondergeschikt en het werk moet in de eerste plaats leuk zijn. Verder willen ze controle hebben over de werktijden, aldus onderzoek van de Universiteit Tilburg. Liefst 1 op de 10 gepensioneerden zou gemotiveerd zijn om weer aan de slag te gaan.
Onschatbare waarde
Onder werkgevers geldt het aannemen van gepensioneerden vaak nog als een brug te ver, stelt het onderzoek. Daarnaast zijn er ook praktische problemen, zoals het feit dat gepensioneerden nooit voltijdse functies zullen vervullen. Dat neemt niet weg dat ze van onschatbare waarde kunnen zijn door bijvoorbeeld hun kennis over te brengen op jongere werknemers, of door in te springen tijdens ziekte of op minder populaire werktijden.
De afgelopen jaren is al een stijging te zien in de arbeidsparticipatie onder pensioengerechtigden. In de groep 65 tot 75-jarigen steeg het percentage dat nog werkt van 14,1 procent naar 17,1 procent vorig jaar, tonen cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat zijn 333.000 werkenden op een totaal van 1,9 miljoen.
Onder 67-jarige mannen ligt het percentage dat doorwerkt hoger. Bijna drie op de tien was eind vorig jaar nog in touw voor een betaalde baan. Eind 2021 was dat 21,7% en en tien jaar geleden 17,6%.