Vaste contract groeit sterker dan flexbaan
Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.
In het eerste kwartaal was het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie 124 duizend hoger dan een jaar eerder, een groei van 2,4 procent. Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam in een jaar tijd met 38 duizend toe, wat neerkomt op een groei van 2 procent.
Naar verhouding groeide bij werknemers het vaste werk daarmee sterker dan het flexwerk. Dit was sinds begin 2009 niet meer voorgekomen. Hiermee is het aandeel werknemers met een vast contract met 73,3 procent iets hoger dan een jaar terug. De toename betrof vooral werkenden met een grote deeltijdbaan of een voltijdbaan.
De verhouding flex en vast is wel eens anders geweest. In 2015 lag het percentage vaste contracten rond de 60 procent. Maar dat is zich sinds het dieptepunt van de crisis weer aan het herstellen. Volgens velen is een norm van 70-30 wenselijk
Banengroei blijft aanhouden
Sowieso nam het aantal banen flink toe het afgelopen kwartaal, met 76.000. Dat is de grootste banengroei na het tweede kwartaal in 2007.
De afgelopen vier jaar nam het aantal banen vrijwel onafgebroken toe, in totaal met ruim 600 duizend. Daarbij zijn alle banen meegeteld, van werknemers en zelfstandigen, voltijd en deeltijd. Het aantal banen van werknemers groeit nu vier jaar op rij. Daarnaast nam het aantal banen van zelfstandigen toe.
Uitzendbranche vlakt af
Grootste stijging van banen vond plaats in sectoren die van nature een groeiende economie tekenen: de handel, vervoer en de horeca. Ook in de zakelijke dienstverlening, uitzendbranche, zorg en industrie is de werkgelegenheid in het eerste kwartaal van 2018 gegroeid.
Ruim 40 procent van alle banen die er in de afgelopen vier jaar bijkwamen, is toe te schrijven aan de uitzendbranche. Deze sector kent nu 10 procent van alle banen van werknemers. Toch geeft de uitzendbranche ABU aan dat de groei van uitzendbanen nu afvlakt.