Veerkracht vergroten om pensioen te halen

‘Loyaal zijn aan je latere zelf.’ Zo omschrijft bijzonder hoogleraar Tinka van Vuuren het belang van vitaliteit voor werknemers. Ze vertelt hoe je dit handen en voeten geeft.

Langer werken, later met pensioen, telkens weer zo’n transitiejaar … Vitaal blijven tot 70+ wordt een must. Maar in hoeverre mag ‘de baas’ zich met die gezondheid van zijn medewerkers bemoeien?

Henk Kenter van Accountant Vast in het Noord-Hollandse Zwaag hamert er bij zijn personeel op: gezond zijn en gezond blijven. “Wij doen in groepen aan crossfit en zwemmen. Daarvoor krijg je ‘tijd van de baas’ en worden de kosten vergoed. En omdat wij het sámen doen, komen mensen altijd wel. Van kwart voor acht tot negen uur in de ochtend bijvoorbeeld. Per saldo is dat sporten trouwens geen verplichting, maar wel een speerpunt binnen ons kantoor. Want zittend werk is als het nieuwe roken!”

Kenter staat niet alleen in zijn opvatting. Uit recent onderzoek van HR-dienstverlener Visma-Raet blijkt dat ruim de helft van de Nederlandse directieleden vindt dat het de taak van leidinggevenden is om op de gezondheid te letten. Omgekeerd geldt hetzelfde. De helft van de ruim 1100 ondervraagde medewerkers geeft aan het belangrijk te vinden dat hun werkgever tijd en geld besteedt aan gezondheid en vitaliteit.

Energie en motivatie

Gezondheid van werknemers heeft deels te maken met leeftijd. Met het stijgen der jaren kan die afnemen. Maar dat geldt niet voor energie en motivatie.

Prof. dr. Tinka van Vuuren, bijzonder hoogleraar vitaliteitsmanagement: “Oudere werknemers zijn vaak net zo vitaal als hun jongere collega’s. Veel jonge werknemers onder de 35 jaar kampen met burn-outsymptomen, dat percentage ligt rond de 27 procent. Vermoeidheid, zelfs compleet uitgeput zijn, wordt als belangrijke klacht genoemd. Veroorzaakt door de toenemende werkdruk. Hierdoor is het vaak keihard aanpakken. En die krapte op de arbeidsmarkt helpt dan ook niet echt.”

Uit het onderzoek van Visma-Raet komt naar voren dat er veel meer aandacht is gekomen voor preventieve zorg, in plaats van pas op het moment dat een medewerker al ziek thuis zit. Bij een enkel bedrijf gaat die preventie wel heel ver en worden medewerkers met overgewicht of zij die roken daar persoonlijk op aangesproken. Not done, dat corrigeren van dikke mensen, zegt 86 procent van de ondervraagde werknemers.

Niet bekaf naar huis

“Het werk moet zo zijn georganiseerd dat mensen aan het einde van de dag niet bekaf naar huis gaan”, aldus Van Vuuren. Naast haar wetenschappelijke werk adviseert zij voor inkomensverzekeraar Loyalis werkgevers en werknemers over personeelsbeleid en vitaliteitsprogramma’s. In opdracht van de Provincie Limburg deed Van Vuuren grootschalig onderzoek naar het vitaliteitsbeleid bij organisaties in de provincie.

“Daaruit kwam naar voren dat werkgevers vele maatregelen kunnen treffen om de vitaliteit van hun werknemers te vergroten. En dat deze maatregelen met name effectief zijn als werknemers daarbij inspraak hebben gehad”, vertelt ze over de conclusies van dat onderzoek.

“Een voorbeeld van zo’n maatregel is functieroulatie. Door medewerkers wisselend in te zetten, voorkom je dat werk monotoon wordt en groeit het werkplezier. Navenant nemen bepaalde gezondheidsrisico’s die het gevolg zijn van eenzijdig en zwaar werk af. Zie vitaliteit als het bewust werken aan je eigen welzijn, dat dan weer bijdraagt aan de arbeidsvreugde.”

Fruit voeren

In het verplichten om ’s ochtends te sporten of tijdens de lunch gezonder te eten, ziet Van Vuuren niets. Nog afgezien van de vraag of het wettelijk wel is toegestaan om medewerkers roken te verbieden of meer fruit te ‘voeren’. “Maatregelen kun je niet opdringen, maar de intrinsieke motivatie van de medewerker moet worden aangesproken”, aldus óók een conclusie van het onderzoeksrapport Vitale, gezonde en duurzaam inzetbare werknemers in Limburgse organisaties (pdf).

“Er gebeurt weliswaar van alles op het gebied van vitaliteit, maar niet iedereen maakt er gebruik van”, zegt Van Vuuren. “Met je collega’s zwemmen, gaat voor sommigen misschien wat ver. Maar samen naar het werk fietsen, kan dan wel weer heel goed. Of iets competitiefs doen, een toernooitje zaalvoetbal bijvoorbeeld. Werkgevers kunnen een scala aan activiteiten bieden, en kijk daarbij ook naar de cultuur van de organisatie en hoe je de mogelijkheden communiceert.”

‘Gezond doen’

Wat zeker werkt: ‘gezond doen’, maar dan wel in de tijd van de baas. Bij de brandweer zijn ze niet anders gewend; zolang er geen alarm is, trainen de spuitgasten in hun kazernes non-stop.

Van Vuuren: “Zitten is slecht, dus stimuleer dynamisch werken, beweeg zeker elk uur. Het zijn simpele dingetjes die het verschil kunnen maken. De printer verder weg plaatsen, de koffiemachine aan de andere kant van het kantoor situeren, koop een pingpongtafel, zet een stappenteller in, installeer die app met ‘ik had zoveel bewegingen vandaag’, overleg eens tijdens een wandeling buiten en mijd vergaderzaal 15 …”

Om uit de klauwen van dat op de loer liggende stress-spook te blijven en een burn-out te voorkomen, bieden zorgverzekeraars specifieke programma’s aan. Bij Zilveren Kruis heet dat ‘Present!’

Zo zijn er groepstrainingen, bedoeld voor medewerkers en teams die door stress en werkdruk uit balans raken. Of die problemen ondervinden in samenwerking en communicatie. Met de Inner Balance Trainer, een app met bluetooth sensor op de smartphone, zien deelnemers wat emotie doet met hun hartritme.

Zo worden ze zich bewust van gedrags- en emotionele patronen die leiden tot energieverlies. En om veerkracht te vergroten, wordt geleerd hoe meer grip te krijgen op emotionele reacties.

Vaak heeft elk team zijn eigen purpose, leider en cultuur. Teams streven naar vrijheid en autonomie. Hoe zorgen we ervoor dat zij toch met elkaar verbonden blijven, een gedeelde purpose voelen en beleven? Ga hierover op 2 april met andere CHRO's in gesprek en meld je aan met code WLHR20.

Duurzame inzetbaarheid

“Niet pas ingrijpen als het te laat is, daarop zijn dergelijke programma’s gericht”, weet Van Vuuren. “Ik hoop dat deze trend de toekomst heeft. Want burn-outklachten zijn heftig, die wil je niet. Komt bij dat onze jongeren heel lang mee moeten, iemand die in 1990 is geboren zou tot haar of zijn 71e moeten blijven werken. Door nieuwe wetgeving is dat nu weliswaar teruggebracht tot 69 jaar, maar het blijft een lange tijdspanne.

Goede motivatie in relatie tot het werk is belangrijk. ‘Zijn er nog wel pensioenen als het onze beurt is?’, vragen veel jongeren zich af. ‘Duurzame inzetbaarheid is de beste garantie voor inkomenszekerheid’, pareer ik dan. Werkgevers én werknemers moeten dat dan ook koesteren.”

‘Loyaal zijn aan je latere zelf’, noemt Van Vuuren die noodzaak voor werknemers om vitaal te blijven. Dat doceert de arbeidsorganisatiepsycholoog ook aan haar phd studenten op de universiteit. Maar de belangrijkste boodschap voor goed vitaliteitsmanagement, volgens de hoogleraar: “Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden!”