Vitaliteit moet geen tijdelijk project zijn, maar vast onderdeel van de HR-strategie

Beeld: LinkedIn
* Vitaliteit als HR-strategie is belangrijk omdat jongere generaties verwachten dat werkgevers actief bijdragen aan gezondheid en vitaliteit.
* Winst door gezondheid komt doordat gezonde medewerkers zorgen voor hogere productiviteit, lagere verzuimcijfers en een sterkere employer brand.
* Doorlopende vitaliteit vergt dat je vitaliteit structureel in je beleid opneemt en gerichte interventies toepast voor langdurige impact.
Jongere generaties verwachten een werkgever die vitaliteit en gezondheid serieus neemt. Dat weten de meeste HR-verantwoordelijken wel. Toch blijft het voor veel organisaties een uitdaging om dit te verankeren in het HR-beleid. Volgens Yvonne Kersten heeft dit grote impact op de aantrekkelijkheid en toekomstbestendigheid van organisaties.
“De nieuwe generatie wil een werkgever die actief bijdraagt aan vitaliteit en gezondheid”
“De nieuwe generatie wil een werkgever die actief bijdraagt aan vitaliteit en gezondheid. Zeker in deze tijd, waarin de wereld in een razend tempo verandert. Economische onzekerheid, de geopolitieke verschuivingen en technologische innovaties kunnen leiden tot veranderingen in de organisatiestructuur, het type werkzaamheden en de toekomstige groei van een organisatie.”
“Zonder aandacht voor vitaliteit en gezondheid neemt de kans op stress, verminderde energie en uitval toe. Nieuwe medewerkers vertrekken soms al na een jaar als ze zich niet gesteund voelen. Voorkom dat, maak vitaliteit een speerpunt in je beleid”, luidt het advies van Yvonne aan CHRO’s.
Wat levert een doordacht vitaliteitsbeleid op?
Investeren in de gezondheid en vitaliteit van medewerkers kan juist veel opleveren. Yvonne: “Gezonde, energieke medewerkers zijn de motor achter verhoogde productiviteit, loyaliteit en lagere verzuimcijfers.”
“Uit onderzoek blijkt dat de productiviteit van medewerkers gemiddeld met 20 tot 25 procent stijgt. Het verzuim daalt met 30 tot 40 procent. En er worden 50 tot 60 procent minder fouten gemaakt. Dat scheelt veel geld én het zorgt voor meer gemotiveerde medewerkers. Al die zaken dragen bij aan sterkere employer branding en verhoogde medewerkersbetrokkenheid. Dat is goud waard!”
Werknemers hebben meer behoefte aan beweging
De behoefte van werknemers komt ook duidelijk naar voren in de vele enquêtes die Arbo Unie afneemt rondom uitgevoerde Preventief Medische Onderzoeken (PMO’s). “We zien dat mensen tussen de 25 en 45 jaar de meeste hulpvragen hebben”, zegt Wendel Post, die in haar werk veel bezig is met onderzoek onder medewerkers.
“Deze groep heeft naast werk ook een druk privéleven, vaak met jonge kinderen. Sommigen zijn ook mantelzorger. Daarnaast zegt de helft van de ondervraagden meer behoefte te hebben aan beweging in hun werkomgeving.”
“Wat je wilt, is dat al je mensen energiek en gemotiveerd zijn. En bereid zijn om die extra stap te zetten als het nodig is.”
Die hulpvragen moet je als werkgever serieus nemen, stelt Wendel. “Want je wilt dat iedereen gezond en vitaal blijft. Van oudsher wordt binnen organisaties vooral aandacht besteed aan uitgevallen werknemers. Maar het loont om je volledige workforce te ondersteunen. Waarbij je wel oog moet hebben voor de behoeften van verschillende generaties.”
“De jongste generatie werknemers heeft vooral behoefte aan betekenisvol werk, ontwikkeling en flexibiliteit. Oudere generaties hebben juist meer behoefte aan kennisdeling en autonomie. Wat je wilt, is dat al je mensen energiek en gemotiveerd zijn. En bereid zijn om die extra stap te zetten als het nodig is.”
Inzicht als startpunt: weet wat er speelt
HR-professionals willen weten hoe het met hun medewerkers gaat. Wat zijn hun uitdagingen en behoeften op het gebied van gezondheid en energie? Veel organisaties baseren hun vitaliteitsbeleid op de periodieke PMO-meting. “Dat biedt waardevolle inzichten, maar in een wereld die continu verandert, is vitaliteit geen statisch gegeven,” zegt Wendel.
“Zeker niet wanneer je een PMO om de vier jaar uitvoert. Er kan in die tijd veel veranderen. In iemands persoonlijke situatie, binnen de organisatie én in de wereld. Denk aan de eerdergenoemde geopolitieke verschuivingen, economische onzekerheid en technologische innovaties.”
Om écht goed te weten hoe het met je medewerkers gaat, moet je hun gezondheid en vitaliteit doorlopend monitoren. Een jaarlijkse check is een goede manier om de vinger aan de pols te houden. Arbo Unie zet twee typen tussentijdse toetsen in: een online of een fysieke toets. “Beide toetsen zijn laagdrempelige instrumenten om continu zicht te houden op de gezondheid en vitaliteit van medewerkers. Je kunt bovendien toetsen of je interventies effectief zijn, waardoor je ook snel kunt bijsturen”, legt Wendel uit.
Van inzicht naar actie
“Een PMO is een mooi vertrekpunt, een fundament om te weten hoe het met je mensen gaat”, vult Yvonne aan. “Inzichten uit het PMO en tussentijdse metingen maken vitaliteit meetbaar. Maar wat je doet met de inzichten uit een PMO bepaalt het succes van je organisatie.”
“De inzichten kunnen de basis vormen voor een datagedreven meerjarenaanpak, waarmee je beleid continu kunt bijsturen en aanpassen aan de veranderende behoeften van je medewerkers.” Met interventies op het gebied van vitaliteit, arbeidsrisico’s en bedrijfsfysiotherapie kunnen organisaties goed inspelen op de uitkomsten van een PMO.
“Vitaliteit moet verankerd worden in het dagelijkse functioneren van je organisatie en een integraal onderdeel zijn van de bedrijfscultuur”
Voorbeelden van interventies zijn vitaliteitscoaching, workshops over specifieke thema’s en een teamaanpak, waarmee je met een consultant werkt aan duurzame gedragsverandering binnen jouw organisatie. “Het is daarbij belangrijk dat medewerkers niks opgelegd krijgen en vooral vanuit zichzelf goede en gezonde keuzes maken”, zegt Health Officer Wendel.
“Dit lukt alleen als vitaliteit structureel wordt verankerd in het beleid én binnen de dagelijkse werkomgeving. Door vitaliteit beleidsmatig aan te pakken, te integreren in de werkdag en te richten op alle medewerkers, ontstaat er een werkomgeving waarin medewerkers zich gezien voelen en optimaal kunnen presteren.”
Hoe borg je gezondheid en vitaliteit in je organisatie?
Vitaliteitsbeleid is geen keuze meer, maar een absolute noodzaak, stelt Yvonne. “Gezondheid en vitaliteit zijn geen luxe zaken; iets waarnaar je gaat kijken wanneer al je andere zaken op orde zijn. Nee, je wilt het omdraaien. Het is meer dan slechts een HR-initiatief, het zijn strategische pijlers voor de toekomst van je organisatie.”
“Vitaliteit moet verankerd worden in het dagelijkse functioneren van je organisatie en een integraal onderdeel zijn van de bedrijfscultuur. Dit vereist een structurele aanpak, waarbij vitaliteit als een strategisch onderdeel in je HR-beleid wordt geborgd.” Volgens Wendel en Yvonne moeten CHRO’s deze handschoen oppakken.
“Daarbij realiseren we ons maar al te goed dat het overtuigingskracht vergt om directies mee te nemen in het streven naar een structurele en strategische benadering van vitaliteit. Je kunt hen overtuigen met de cijfers over verhoogde productiviteit, loyaliteit en lagere verzuimcijfers. Die businesscase is enorm sterk. Ook denken veel directies dat ze er wel zijn met een aantal workshops. Maar enkel een paar losse workshops, dat heeft geen enkele zin. Er is echt meer nodig om langdurige impact te maken.”
Vitaliteit doorlopend integreren in de werkomgeving
Volgens Wendel is het belangrijk om vitaliteit herkenbaar te maken en houden. “Dat kan met een programma-aanpak, waarbij je specifieke thema’s als voeding, bewegen of slaap voor langere tijd centraal stelt. Ook adviseren wij altijd om laagdrempelige interventies toe te passen. Die maken het gemakkelijker voor medewerkers om deel te nemen.”
“Door dit in teamverband te doen, zorg je dat veel meer mensen meedoen. Zo bereik je ook de mensen die moeilijker in beweging te krijgen zijn. Tot slot moet je als CHRO weten dat je vitaliteit een doorlopend proces is. Gebruik vitaliteitsthema’s om dit blijvend aandacht te geven. Zo wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van de werkomgeving en nemen medewerkers de verantwoordelijkheid voor hun eigen vitaliteit.”
“Medewerkers willen een werkomgeving waar hun vitaliteit structureel ondersteund wordt en waar hun gezondheid op de lange termijn centraal staat”
Arbo Unie kan organisaties op alle genoemde gebieden ondersteunen en hecht er waarde aan om dit samen met organisaties te doen. Yvonne: “We kunnen organisaties helpen met een PMO, maar vinden het nog veel effectiever om samen de volgende stap te zetten. En de inzichten uit dat PMO te vertalen naar concrete acties én een stevig verankerd vitaliteitsbeleid. Waarbij we ook kunnen helpen om directies te informeren en overtuigen over het belang ervan. Vitaliteit is dan geen tijdelijk project, maar een integraal onderdeel.”
Yvonne herhaalt tot besluit haar belangrijkste boodschap: “Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: medewerkers verwachten meer dan incidentele gezondheidsinitiatieven. Ze willen een werkomgeving waar hun vitaliteit structureel ondersteund wordt en waar hun gezondheid op de lange termijn centraal staat. Door vitaliteit als vast onderdeel van je organisatiebeleid te maken, positioneer je jouw organisatie als een aantrekkelijke, toekomstbestendige werkgever waar óók de nieuwe generatie graag jarenlang voor wil blijven werken.”