Wat draagt meer bij: mens of machine?

Hoeveel banen kunnen organisaties ongestraft automatiseren? Voor sommige organisaties lijkt “the sky the limit”, maar ergens blijkt er toch een grens te liggen.

Korn Ferry onderzocht wat meer bijdraagt aan de economie: mens of machine. Precies een jaar geleden januari versloeg Google’s computerprogramma AlphaGo de Europees go-kampioen Fan Hiu met 5-0. Het bordspel geldt als het meest ingewikkelde ter wereld, met vijf maal meer spelcombinaties dan schaken. Dat de zelflerende software van Google’s DeepMind deze mijlpaal vóór 2020 zou bereiken, hadden zelfs informatica-experts niet verwacht. Toch won twee jaar eerder Watson IBM het in de VS populaire tv-spelprogramma “Jeopardy”. Ook een mijlpaal in de ontwikkeling van AI-technologie – of kunstmatige intelligentie. Diezelfde technologie kan ook jurisprudentie analyseren of alle wetenschappelijke publicaties over een zeldzame lichamelijke aandoening.

Alle beschikbare specialistische kennis vrij toegankelijk

In “The Future of the Professions” voorspellen Oxford-professor Richard Susskind en zijn zoon, Oxford-docent Daniel Susskind, hoe AI-software vanaf nu kennistaken van hoogopgeleide professionals zoals artsen, advocaten, fiscalisten, consultants en architecten stapsgewijs gaat overnemen. Volgens de onderzoekers moet de samenleving de omgang met complexe kennis – waar hoogopgeleide professionals tot nu toe het monopolie op hadden – anders gaan organiseren. We staan volgens de auteurs voor het einde van het tijdperk van de specialisten en het begin van de post-professionele maatschappij. Daarin wordt alle beschikbare specialistische kennis stap voor stap vrij toegankelijk.

Menselijke kapitaal voegt meer waarde toe dan fysiek kapitaal

De vraag is tot hoever deze ontwikkeling moet doorgaan. Worden we er als samenleving economisch beter van als we iedere menselijke inbreng uiteindelijk vervangen door automatisering en robots? Niemand weet daarop het antwoord. Maar de recente economische analyse “The Trillion-dollar Difference” die Korn Ferry eind vorig jaar publiceerde, geeft een aanwijzing. Daaruit blijkt dat het wereldwijde menselijke kapitaal bijna 2,5 keer meer waarde toevoegt aan de wereldwijde economie dan het fysieke kapitaal. Denk aan technologie, onroerend goed, machines, systemen en andere tastbare productiemiddelen. De onderzoekers van het Britse Centre for Economics and Business Research (CEBR) ontwikkelden speciaal hiervoor een model. Op basis daarvan stellen zij het wereldwijde menselijk kapitaal voor de wereldeconomie een potentiële waarde heeft van 1,2 biljard dollar. Dit is 2,33 keer die van het fysieke kapitaal, dat wordt gewaardeerd op 0,52 biljard dollar.

Menselijk kapitaal wordt in de loop der tijd meer waard

De simpele redenering hierachter is dat nieuwe, baanbrekende en succesvolle technologie altijd het resultaat zal zijn van menselijke creativiteit, samenwerking en inspanning. Volgens de onderzoekers zorgt menselijk kapitaal op organisatieniveau ook voor de meeste waarde-creatie. Elke dollar geïnvesteerd in menselijk kapitaal voegt uiteindelijk 11,39 dollar toe aan het BBP. Volgens de onderzoekers is de boodschap aan alle directies van organisaties: investeren in mensen levert op lange termijn meer op dan investeren in fysiek kapitaal. Menselijk kapitaal wordt in de loop der tijd meer waard, terwijl op fysiek kapitaal in de loop der tijd moet worden afgeschreven.

De onderzoekers bouwden hun model met behulp van economische data van acht verschillende landen, waaronder China, Groot-Brittannië, en de VS. Daarbij werden duidelijke verschillen zichtbaar afhankelijk van de mate van het ontwikkelingspeil van de economie. Maar zelfs in landen die nog sterk leunen op landbouw en de industrie, blijkt de waarde van het menselijk kapitaal hoger: in China is de potentie van menselijk kapitaal een factor 2.23 groter dan die van de fysieke activa. In India is de menselijk kapitaal-ratio 1,67 en in het Verenigd Koninkrijk het hoogste met 4,23.

De combinatie van mens en machine doet wonderen

De auteurs van het rapport gaan ook in op de wereldwijde digitaliseringsgolf bij organisaties. Zij wijzen erop dat deze medaille mogelijk een keerzijde heeft en dat er een punt kan zijn waarop teveel mensen worden buiten gesloten. Dan wordt niet meer maar minder waarde gecreëerd. Naast investeren in technologie blijft investeren in mensen essentieel. Het is de combinatie van mens en machine die wonderen doet.

Nieuw is deze gedachte niet. Twintig jaar geleden stak een vergelijkbare discussie op nadat schaakcomputer Deep Blue II, een voorloper van Watson IBM, schaakgrootmeester Garry Kasparov in zes partijen had verslagen. De media zagen hierin vooral een nederlaag van de mens tegenover de machine. Maar in “The Chess Master and the Computer”, bekeek Kasparov het zelf juist van een heel andere, veel positievere kant. ‘De combinatie van een mens en een schaakcomputer maakt pas echt een onverslaanbaar team.’ Het is dus niet mens of machine, maar mens én machine.